Het Belgische voetballandschap begint op een slagveld te lijken voor voetbalcoaches. Maar liefst elf van de zestien profclubs in de Jupiler Pro League wisselden dit jaar van hoofdtrainer, waarvan twee clubs zelfs twee keer wisselden van coach. Het vele ontslaan van voetbaltrainers blijft een apart fenomeen. Thomas Peeters, universitair hoofddocent aan Erasmus School of Economics, schept duidelijkheid.
Een belangrijke vraag om eerst te stellen, is of het überhaupt zin heeft om zo snel achter elkaar trainers te ontslaan. Vaak worden verbeterde prestaties na het ontslaan van een trainer toegekend aan de nieuwe trainer. Onderzoek leert echter dat dat niet altijd terecht is, aangezien de verbeterde prestaties ook simpelweg normalisatie van de resultaten zouden kunnen zijn, wat ook onder de oude trainer had kunnen gebeuren. Toch wachten de meeste ploegen in België zo’n normalisatie niet af. ‘Vooral ploegen die onderin het klassement staan, gaan voor de veilige keuze’, stelt Peeters.
Bovendien brengt Peeters aan het licht dat je weinig jonge, talentvolle voetbaltrainers ziet bij de topclubs: ‘je zou verwachten dat jong trainerstalent begint bij kleine clubs en zo zijn weg naar de grotere clubs vindt. Maar in de praktijk krijgen jonge talenten nauwelijks kansen. Clubs die in aanmerking komen voor degradatie kiezen steeds weer uit hetzelfde kransje gevestigde namen. Vaak zijn dat oud-profvoetballers die uit het milieu komen’, sluit hij af.
- Universitair Hoofddocent
- Meer informatie
U kunt het volledige artikel van De Standaard, 11 mei 2024, hierboven downloaden