Door de Coronacrisis is de staatsschuld van veel landen sterk gestegen. Met de lage rente die we hadden, was dit geen groot probleem. De rentevoet stijgt echter. Moeten we bang zijn voor een nieuwe financiële crisis? Casper de Vries, hoogleraar monetaire economie aan Erasmus School of Economics, legt in Trouw (28 april 2022) uit wat we van deze macro-economische veranderingen kunnen verwachten door twee scenario's uit te werken.
Scenario 1: het zal deze keer meevallen
De Europese Unie heeft geleerd van de financiële crisis van tien jaar geleden. Zo zijn er maatregelen genomen om te voorkomen dat de lidstaten in een crisis terechtkomen. In 2012 is er een speciaal noodfonds opgericht met 500 miljard euro. De hoogleraar betwijfelt echter of dit fonds voldoende zal zijn. Op dit moment heeft alleen Italië al een staatsschuld van 2700 miljard euro. Wel is hij het ermee eens dat dit fonds de zorgen op de financiële markt kan wegnemen. Zodoende kan dit fonds voorkomen dat lidstaten ten onder gaan door hoge risicopremies.
Scenario 2: Een nieuwe crisis
Wat als de maatregelen onvoldoende blijken te zijn? Wat zullen dan de gevolgen zijn? Veel lidstaten hebben immers hun begrotingsdiscipline verloren toen Corona van start ging. Die discipline is moeilijk vol te houden als er weinig of geen rente betaald hoeft te worden over grote hoeveelheden geleend geld. Hoewel het risico toen gering leek, loopt de rente nu fors op. De Vries berekent dat de rente op Italiaanse tienjarige staatsleningen al met twee procentpunten is gestegen (van 0,6 procent naar 2.,5 procent). Bij een dergelijke rentestijging moet de Italiaanse economie minstens 3 procent per jaar groeien om de huidige staatsschuld overeind te houden, stelt hij. De hoogleraar betwijfelt of dit haalbaar is. De afgelopen jaren is de Italiaanse economie er niet in geslaagd deze groeicijfers te halen.
Conclusie
Het is niet zeker hoe de nieuwe veiligheidsmaatregelen en noodfondsen zullen werken, als er een nieuwe crisis uitbreekt. Zeker gezien de vicieuze banken-overheid cirkel, waarbij banken bovengemiddeld veel eigen staatsobligaties op de balans hebben staan. Hoogleraar de Vries is besluiteloos over de uitkomst, en bang voor wat komen gaat.