Matthias Rieger is micro-ontwikkelingseconoom en Universitair Docent aan het International Institute of Social Studies (ISS) in Den Haag. Zijn werk richt zich op gezondheidsgedrag en voeding in het mondiale zuiden. Hij heeft veldwerk gedaan in landen als Marokko, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Cambodja en recentelijk Vietnam. Zijn huidige onderzoeksthema's zijn zowel ondervoeding als overvoeding bij kinderen. “Op dit moment bevindt het merendeel van de obese mensen in de wereld zich in het mondiale zuiden. De obesitaspercentages nemen daar snel toe. Veel landen ondergaan op dit moment een 'voedingstransitie'."
Hoe is uw interesse in het onderwerp voeding ontstaan?
“Toen ik in 2009 aan mijn doctoraat begon, ben ik naar de Centraal-Afrikaanse Republiek gegaan om een impactevaluatie van een project van de Wereldbank te coördineren. Dat is een soort vergeten land waar vrijwel geen onderzoek wordt uitgevoerd. En de inwoners lijden onder de erfenis van het Franse kolonialisme, slechte instituties, despotische leiders, burgeroorlogen en aanhoudende armoede.
We hebben een gerandomiseerde impactevaluatie uitgevoerd van een groot ‘community-driven’ ontwikkelingsproject op het platteland. Het idee achter dergelijke 'bottom-up'-projecten is dat de gemeenschappen zelf beslissen hoe overheidssubsidies worden gebruikt, bijvoorbeeld voor een medische post of een school. Een interessante vraag was destijds hoe het succes van een dergelijk project kon worden gemeten. We besloten de antropometrische gegevens (lengte en gewicht) van kinderen onder de vijf te meten, omdat deze gegevens goede voorspellers blijken te zijn van gezinsinkomen, toegang tot schoon water en sanitaire voorzieningen. En zelfs van de positie van vrouwen en het opleidingsniveau van de ouders. Mijn inspiratiebron hierbij is Robert Vogel, de winnaar van de Nobelprijs voor economie in 1993, en zijn werk over de relatie tussen voeding, economische groei en productiviteit.”
Eén van uw projecten is gefinancierd door de Gates Foundation. Hoe heeft u dat bereikt?
“Mijn onderzoek over de factoren van groeiachterstand en haperende groei bij kinderen heeft de aandacht getrokken van de Gates Foundation. Die startte met een big-data-project over de voeding van kinderen: het Healthy Birth, Growth and Development knowledge integration (HBGDki) initiatief. Het doel was om big data te gebruiken voor op maat gemaakte interventies, om het wereldwijde probleem van ondervoeding bij kinderen tegen te gaan. Er werd mij gevraagd een kort voorstel te schrijven over hoe ik als ontwikkelingseconoom en econometrist kon bijdragen hieraan. Ik kreeg ook financiering voor een postdoc en een onderzoeksassistent voor een paar jaar. Het project was zeer interdisciplinair, snel en beleidsgericht. De resultaten mocht ik persoonlijk aan Bill Gates presenteren.”
Waarom bent u van ondervoeding overgestapt op het onderzoeken van overvoeding?
“De obesitaspercentages in het mondiale zuiden nemen snel toe. Veel landen ondergaan op dit moment een heuse voedingstransitie. De focus bij financiering voor onderzoek ligt nog steeds op ondervoeding; hoewel we de laatste tijd zien dat ook onderzoek over overvoeding steeds meer aandacht krijgt. De dynamiek is nu dusdanig dat veel landen een dubbel probleem hebben. Een combinatie van onder- en overvoeding kan niet alleen gezondheidssystemen in een land onder druk zetten, maar ook de gezondheid en economische productiviteit van mensen negatief beïnvloeden. Als econoom richt ik mij op de economische factoren achter deze dynamiek.”
"Een combinatie van onder- en overvoeding kan niet alleen gezondheidssystemen in een land onder druk zetten, maar ook de gezondheid en economische productiviteit van mensen negatief beïnvloeden"
Kunt u een voorbeeld geven van een recent onderzoek?
“In een recent artikel in de Journal of International Economics onderzoeken we hoe de obesitasepidemie van de Verenigde Staten overslaat naar Mexico. Mexico is een interessant geval omdat er een enorme toename in het aantal obesitasgevallen werd geregistreerd gedurende de handelsintegratie met de VS tussen het eind van de jaren tachtig en nu.
Betekent meer handel met de VS automatisch meer overgewicht?
“De handel in verwerkt voedsel en frisdranken nam aanzienlijk toe in de afgelopen decennia. We ontdekten dat geïmporteerd voedsel uit de VS verantwoordelijk is voor tot wel 20 procent van de toename in de obesitasprevalentie tussen 1988 en 2012. Dit effect was sterker te zien bij personen met een lager opleidingsniveau, wat erop wijst dat handel en globalisering reeds bestaande ongelijkheden op het gebied van gezondheid kunnen vergroten. De boodschap van het artikel is duidelijk: economen denken vaak dat landen voordeel kunnen hebben van internationale handel, maar tot nu toe heeft niemand zich beziggehouden met gezondheid en gewichtstoename in de populatie. Ons onderzoek wijst uit dat in handelsbeleid de volksgezondheid moet worden meegewogen.
Ik ben ook bezig met een onderzoek in Vietnam, waar die transitie net is begonnen. In Vietnam is ongeveer een kwart van de kinderen onder de vijf jaar ondervoed, terwijl het percentage schoolkinderen met obesitas in stedelijke gebieden zoals Ho Chi Minhstad exponentieel toeneemt. Traditionele Vietnamese maaltijden zijn gezond, maar kinderen worden steeds vaker blootgesteld aan verwerkt voedsel, frisdranken en Westerse fastfoodrestaurants.”
Hoe kan deze complexe situatie worden opgelost?
“Ik werk samen met de University of Economics Ho Chi Minh City en een voedingscentrum om te bekijken of gesprekken over gezonde voeding en lichaamsbeweging met ouders gezonde eetpatronen en meer lichaamsbeweging kunnen bewerkstelligen. Bij een eerste experiment in het veld geven we ouders informatie die wordt aangevuld met gedragseconomische inzichten, zoals ‘goal setting’ en ‘soft commitment’, en onderzoeken we of dit invloed heeft op de voedselvoorkeuren en het gezondheidsgedrag van schoolkinderen.”
Hoe is uw onderzoek relevant voor de samenleving?
“Ik ben geïnteresseerd in de causale economische factoren van voedingsresultaten in een bepaalde context. Ik werk meestal met lokale deskundigen, academici en beleidsmakers om uit te zoeken welke factoren belangrijk zijn en welke beleidsmaatregelen voor een bepaalde locatie van nut kunnen zijn. Bij ISS zetten we ons in voor onderzoeksprojecten die lokaal beleid informeren op basis van bewijzen en die uiteindelijk leiden tot het ontdekken van concrete manieren om wereldwijd ongelijkheid op het gebied van gezondheid en economie te verminderen.”
- Universitair Docent
- Gerelateerde content