Rechters moeten oordelen wat religie is, omdat een duidelijke definitie in de wet ontbreekt. Dat is een van de constateringen van promovenda Mitra Tydeman van Erasmus School of Law. In haar proefschrift onderzocht ze ANBI’s (algemeen nut beogende instellingen) die onder ‘religie, spiritualiteit en levensbeschouwing’ vallen. Ze bestudeerde hoe deze categorie zich onderling op fiscaal vlak verhoudt en ook ten opzichte van andere ANBI’s. ANBI’s met de rechtsvorm kerkgenootschap blijken aanspraak te maken op een aantal unieke fiscale uitzonderingen.
De promovenda onderzocht onder meer hoe de groep religie, spiritualiteit en levensbeschouwing’ zich tot de andere ANBI-categorieën (in totaal 13) verhoudt, zoals goede doelen op het gebied van natuur, cultuur, gezondheidszorg en onderwijs. Tydeman: “Ik heb als het ware een dwarsdoorsnede gemaakt door alle fiscale wetten om te kijken of deze categorie van instellingen onderling en ten opzichte van andere ANBI’s fiscaal anders behandeld wordt. Het gaat om ruim twintig procent van de in totaal 45.000 ANBI’s. Dat is dus best wel een omvangrijke ANBI-categorie. Er is in Nederland nog geen onderzoek gedaan naar zowel de juridische als fiscale aspecten van deze ANBI-categorie. Met mijn proefschrift hoop ik een bijdrage te leveren aan het maatschappelijke debat.”
Meer inclusieve benaming
Organisaties die vallen onder de onderzochte ANBI-categorie kunnen kiezen uit de rechtsvormen stichting, vereniging of kerkgenootschap. De laatstgenoemde rechtsvorm is alleen voor religieuze groeperingen. Toch maken niet-christelijke religieuze stromingen in de praktijk zelden gebruik van deze rechtsvorm. Zo vond de onderzoeker in het Handelsregister slechts twee islamitische organisaties die dat hebben gedaan: “Dat is bijvoorbeeld omdat dit te veel de associatie oproept met de joodse en christelijke denominaties. Een boeddhistische stroming is niet theïstisch en zou zich niet snel als kerkgenootschap registreren, maar dit kan wel. Ik zou deze rechtsvorm anders noemen, denk aan een ‘geestelijk genootschap’ of een andere meer inclusieve benaming. Overigens zou ik deze rechtsvorm dan ook opstellen voor spiritualiteit en levensbeschouwing.”
Veel religieuze instellingen, zoals moskeeën, maar ook christelijke organisaties die zich niet willen associëren met traditionele christelijke religies en daarom geen gebruik maken van de rechtsvorm kerkgenootschap, lopen een aantal fiscale voordelen mis die kerkgenootschappen wel hebben. Zo hoeven kerkgenootschappen met een ANBI-status de namen van hun bestuurders niet te publiceren. “De wetgever heeft die uitzondering gecreëerd omdat je uit die publicatie een geloofsovertuiging kan afleiden en dat geniet extra bescherming in de privacywet (AVG). Als dat de afweging is, dan zou je ook een uitzondering moeten maken voor andere geloofsgemeenschappen die geen kerkgenootschappen zijn. “
Wees consequent
En als je echt consequent wilt zijn moet je ook andere ANBI’s, die op terreinen actief zijn waaruit andere gevoelige persoonsgegevens van hun bestuurders kunnen blijken, zoals iemands levensovertuiging of seksuele oriëntatie, moeten uitzonderen van deze publicatieplicht, vindt Tydeman. Denk bijvoorbeeld aan levensbeschouwelijke instellingen en organisaties die zich hardmaken voor LHBTI-emancipatie. “Trek die uitzondering breder door of schrap de uitzondering volledig. Dat is niet aan mij, want uiteindelijk is dat een politieke keuze. Maar wees in ieder geval consequent”, verklaart de promovenda.
Ook betalen religieuze instellingen geen onroerendezaakbelasting voor hun gebouwen voor de openbare eredienst. Dit geldt overigens ook voor gebouwen waar openbare levensbeschouwelijke bezinningssamenkomsten worden gehouden. Waarom geen wettelijke uitzondering in de onroerendezaakbelasting voor andere openbare gebouwen met een algemeen nut, zoals bibliotheken en universiteiten, vraagt de onderzoeker zich af. Nu is het zo dat gemeenten zelf mogen beslissen welke openbare gebouwen zijn uitgezonderd.
Duidelijke definities
Een andere belangrijke bijdrage van het onderzoek van Tydeman is het opstellen van duidelijke definities van bijvoorbeeld spiritualiteit en religie, zodat rechters en de Belastingdienst meer houvast hebben. “De fiscale wetgever introduceert verschillende termen zoals religie en spiritualiteit, maar dan hoort daar ook een definitie aan te hangen die dat afbakent. In de praktijk moet een rechter dit nu zelf invullen.”
Voor haar definitie van religie putte de onderzoeker uit vele definities uit sociologische, filosofische en juridische studies. “Als je vrijheid van godsdienst en levensovertuiging beschouwt als een belangrijk grondrecht, heb je een inclusieve definitie nodig waar ook nieuwe religies en minderheidsreligies onder vallen. In mijn proefschrift doe ik een voorstel voor een definitie waar aan de ene kant nieuwe religies en minderheidsreligies onder vallen, maar die tegelijk onderscheidend is van spiritualiteit.”
Promotie
Op 14 April 2022 verdedigt Mitra Tydeman-Yousef haar proefschrift ‘Op zoek naar de heilige graal - Een juridisch en fiscaal onderzoek naar de anbi-categorie religie, spiritualiteit en levensbeschouwing’ bij Erasmus School of Law.
- Promovendus