Wie deze zomer naar Zuid-Europa op vakantie ging of simpelweg thuis op de bank de krant opensloeg, kon niet ontsnappen aan het nieuws waarin bosbranden, overstromingen, hittegolven en stormen de orde van de dag waren. De afgelopen maanden werden de consequenties van klimaatverandering pijnlijk zichtbaar op het wereldtoneel. De multidimensionale gevolgen van klimaatverandering raken onder meer aan de gezondheid van mensen. “Hoogste tijd dus dat de wetgever het recht op een gezond leefmilieu serieus neemt”, betoogt Andre den Exter, universitair hoofddocent Gezondheidsrecht aan Erasmus School of Law, in Trouw.
Waar de opwarming van de aarde in de eerste plaats de meeste impact heeft op kwetsbare mensen, leidden de recordtemperaturen van afgelopen zomer voor iedereen tot uitdroging, uitputting en hitteberoertes. Bovendien zorgen bosbranden er wereldwijd voor dat het welzijn van mens, natuur en dier onder druk komt te staan. Volgens Den Exter vormen de huidige gezondheidsrisico’s voldoende reden voor het Europese Mensenrechtenhof om aan de bel te trekken.
Afdwingbaarheid van het recht op een gezond leefmilieu
In 2022 erkende de Verenigde Naties het recht op een schone, gezonde en duurzame leefomgeving als een mensenrecht; een belangrijke mijlpaal op wereldschaal. De Raad van Europa roept lidstaten op om dit recht vast te leggen in hun nationale wetgeving. Momenteel ligt er al een aantal zaken bij het Europese Mensenrechtenhof in Straatsburg waarin het wordt opgeroepen om te oordelen over verplichtingen van individuele lidstaten om klimaatverandering te beperken en tegen te gaan. “Dit raakt echter aan nationale klimaatsbeleidsdoelen en omdat de wetgever daarover gaat, dient de rechter zich terughoudend op te stellen”, vertelt Den Exter.
Expliciete grondslag op Europees niveau
Het is volgens Den Exter dan ook tijd dat het Europees Mensenrechtenhof tot actie overgaat. Alhoewel verscheidene recente klimaatrampen de urgentie van klimaatverandering en de impact op de gezondheid van (kwetsbare) mensen aan de oppervlakte brachtten, kunnen wereldburgers volgens Den Exter momenteel nog moeilijk in actie komen: “De huidige wet biedt burgers simpelweg te weinig houvast om het recht op een gezond leefmilieu bij het Mensenrechtenhof af te dwingen.” Volgens hem vereist het recht op een gezond leefmilieu daarom “een expliciete grondslag op Europees niveau”.
In 2021 zette de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa al een eerste stap in het realiseren van deze grondslag met een voorstel voor een aanvullend verdrag dat de zorgplicht voor een gezond leefmilieu nader uitwerkt als het preventie en beschermingsmaatregelen (bijvoorbeeld tegen hitte) betreft. Ook dwingt het overheden om burgers te informeren over te ondernemen acties. “Daarbij hoort vanzelfsprekend het inbouwen van effectieve rechtsmiddelen om dit fundamentele mensenrecht te waarborgen. Dit biedt burgers meer houvast in het realiseren van het recht op een schoon leefmilieu. Het is dus wachten op de goedkeuring door de Raad van Europa, maar de tijd begint te dringen”, stelt Den Exter.
- Universitair Hoofddocent