De welvaartsstaat als verwachtingspatroon: oratie Arthur Van Riel

Wat is het toekomstperspectief van de welvaartstaat in Nederland? En wat is er nodig om dat te realiseren? De politieke discussie schiet tekort bij het publieke belang dat we aan het behoud van kernfuncties van de welvaartsstaat ontlenen, zegt prof.dr. Arthur van Riel. Van Riel aanvaardt vrijdag 24 januari zijn bijzondere leerstoel ‘Historische Politieke Economie’ aan de Erasmus Universiteit Rotterdam met zijn inaugurele lezing ‘De welvaartsstaat als verwachtingspatroon’.

Duidelijke keuzes zijn noodzakelijk

Al meer dan 40 jaar debatteert de Nederlandse politiek over de toekomst van de verzorgingsstaat. Daarbij ligt de nadruk op de veronderstelde uitholling daarvan en de noodzaak van meer efficiëntie om de houdbaarheid te garanderen.

In zijn lezing betoogt Arthur van Riel dat dit debat voorbijgaat aan de unieke naoorlogse economische en demografische omstandigheden die de verzorgingsstaat hebben gevormd. Hij benadrukt dat structurele veranderingen in deze omstandigheden en concurrerende begrotingseisen, zoals die vanuit veiligheid en klimaat, duidelijke keuzes noodzakelijk maken. Als die er niet komen, dreigt de verzorgingsstaat kerntaken van de overheid te verdringen, de welvaartsgroei te schaden en zijn relevantie te verliezen. Met name voor die mensen waarvoor die primair is ingericht.

Achterhaalde aannames

De welvaartsstaat in absolute zin is allerminst uitgekleed, maar de verdeling van uitgaven (sterke stijging in zorgkosten) is wel vergaand veranderd. Dat roept de vraag op wat nu eigenlijk het probleem is. Volgens Van Riel is dat de economisch-historische context. Die is in het geval van de welvaartsstaat al vanaf de jaren zeventig geleidelijk maar niettemin fundamenteel gewijzigd. Daardoor is de verwachting van een voortdurende groei in de aanspraken op die welvaartsstaat gebaseerd op achterhaalde aannames.

Dat beargumenteert Van Riel aan de hand van vijf aspecten: gebrek aan constante arrangementen van de houdbaarheidssommen, structureel afnemende welvaartsgroei, demografische ontwikkelingen (bevolkingsgroei, vergrijzing, beroepsbevolking), de stapeling van budgettaire wensen en bredere beleidsdoelen (van veiligheid tot klimaat) en de effecten van een verdere verhoging van de lastendruk. Van Riel roept op tot keuzes op basis van een inhoudelijk debat over de toekomst van de welvaartsstaat.

Het belang van Historische Politieke Economie

De bijzondere leerstoel Historische Politieke Economie (HPE) bestudeert hoe economische en politieke actoren economische uitkomsten en publieke besluitvorming over tijd beïnvloeden. HPE is zowel academisch van belang als voor de rol van de wetenschap bij het vormgeven van strategisch beleidsadvies. Hoewel HPE internationaal inmiddels een gevestigd vakgebied is, zijn de Nederlandse academische bijdragen daarin achtergebleven. Deze leerstoel pakt die kloof aan en slaat door middel van de banden met de Wetenschappelijke Raad een brug tussen de academische wereld en beleidsadvies.

Onderzoek en onderwijs

Van Riel richt zich binnen de bijzondere leerstoel op onderzoek en onderwijs. Met zijn onderzoek richt hij zich onder meer op de economische geschiedenis van Nederland sinds de jaren tachtig en de invloed van globalisering op politieke coalities in heden en verleden. Op het gebied van academisch onderwijs behandelt Van Riel in het vak ‘Reasoning from the past: applied history and welfare policies’ toegepaste geschiedenis vanuit een opvatting die de politiek-economische geschiedenis beschouwt als een basis voor besluitvorming. Zo worden bijvoorbeeld historiografische inzichten gecombineerd met de basisprincipes van ontwikkelingstheorie en politieke economie en wordt onderzocht hoe deze een rol kunnen spelen in de huidige beleidsdebatten.

Professor
Gerelateerde content
De welvaartsstaat als verwachtingspatroon Over houdbaarheid en historische politieke economie
Van Riel

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen