De afgelopen maanden dook onderzoeker Seline Westerhof in de wereld van bewonersinitiatieven en maatschappelijke organisaties op Rotterdam-Zuid als onderdeel van het SPRING project van het Resilient Delta Initiatief. Op welke manieren komen deze initiatieven en organisaties tot stand? Hoe zijn verschillende instituties hierbij betrokken? En waar bevinden ze zich precies? In dit interview vertelt Seline hoe zij dit heeft onderzocht en wat haar belangrijkste bevindingen zijn.
Wat wilde je precies onderzoeken en wat is het belang van je onderzoek?
Bij het in kaart brengen van de initiatieven en organisaties op Rotterdam-Zuid, begon ik met de vraag waar op Rotterdam-Zuid de initiatieven en organisaties zich bevinden en hoe ze zijn vormgegeven. Zo kon ik erachter komen welke onderwerpen, mensen en wijken vooral in de belangstelling staan en welke (nog) niet. Dit creëert een mooie basis voor vervolgonderzoek van SPRING, waarin inzichtelijk wordt gemaakt welke sociale netwerken er in de verschillende wijken aanwezig zijn. Onderzoekers weten zo beter waar ze op kunnen letten en in welke gebieden ze het beste mensen kunnen benaderen.
Hoe heb je dit onderzoek uitgevoerd?
In het begin zocht ik via Google, in Facebook groepen en lokale platformen wat voor initiatieven er te vinden zijn op Rotterdam-Zuid. Ik heb ook een aantal mensen gemaild om te vragen of zij nog initiatieven kenden in hun buurt. Tijdens deze eerste fase van het in kaart brengen van de initiatieven merkte ik al verschillen op tussen de buurten op Zuid. Om beter te begrijpen over welke plekken het ging, heb ik naast het online zoeken ook rondgefietst in verschillende buurten. Zo kon ik ervaren hoe het was om daar te zijn, tussen de gebouwen, parken en mensen.
Vervolgens heb ik gesprekken gehad met een bestuurslid van een speeltuin en met vrijwilligers en welzijnswerkers van Huizen van de Wijk (buurthuizen) in verschillende buurten. Ik kreeg een aantal keer een rondleiding door de buurt, waarbij veel mensen hun ervaringen deelden.
Uit het onderzoek komt naar voren dat er grote verschillen zijn in aantal bewonersinitiatieven binnen de verschillende wijken op Rotterdam-Zuid. Hoe kan dit worden verklaard?
Volgens een aantal onderzoeken is er in de wijken in Feijenoord en Charlois veel armoede, criminaliteit en wonen er meer mensen met enkel een middelbareschooldiploma dan in andere delen van Rotterdam. Om (o.a.) die redenen wordt er in deze wijken veel aandacht besteed aan het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid. Dat doen onderzoekers en beleidmakers met goede bedoelingen, maar het heeft ook nadelige consequenties. Wat er gebeurt is dat er in IJsselmonde en Hoogvliet minder aandacht is voor welzijnskwesties en het opzetten of ondersteunen van initiatieven en sociale organisaties, terwijl daar wel behoefte aan is. De geografische ligging van de wijken ten opzichte van het centrum van Rotterdam heeft hier ook nog invloed op. Zo wordt juist de noordkant van Rotterdam-Zuid (Feijenoord en Charlois) overspoeld met aandacht en wordt de zuidkant (IJsselmonde en Hoogvliet), die verder van het centrum verwijderd is, uit het oog verloren.
Tegenwoordig willen onderzoekers graag dat hun onderzoek maatschappelijke impact heeft, maar dit heeft soms negatieve gevolgen voor een wijk. Herken jij dit, en zo ja, hoe kwam dit tot uiting?
Dit herken ik zeker, het is een belangrijk punt in mijn onderzoek. Dit komt overeen met de verschillen tussen het noorden en zuiden van Rotterdam-Zuid. Ik kwam daar achter toen ik tijdens een rondleiding in Afrikaanderwijk bij verschillende initiatieven en sociale ondernemingen langs ging. Zodra ik aan gaf wat het doel was van mijn bezoek, reageerden mensen geërgerd. Het kwam neer op “alweer een onderzoeker” en “ik heb nog geen verbetering gezien!”. Ze zagen het nut er niet meer van in om samen te werken en ook het vertrouwen in onderzoekers is geschaad. Daarentegen, hoorde ik uit IJsselmonde en Hoogvliet voortdurend verhalen over hoe problemen vooral worden opgelost met kant en klare pakketten of een geldbedrag, waar ze vervolgens niks mee kunnen. Toen ik daar langs ging, vertelde mensen maar al te graag wat ze anders zouden willen zien, waar ze mee zaten en welke ideeën ze hadden voor de buurt. Eindelijk was er iemand die naar ze wilde luisteren.
Wat kunnen de gemeente en andere partijen met jouw inzichten? En wat is volgens jou belangrijk om aandacht aan te besteden bij vervolgonderzoek over bewonersinitiatieven op Zuid?
Het is belangrijk om rekening te houden met hoe je mensen benadert, en wie je benadert voor onderzoek. Je zal een ander soort gesprek moeten aangaan met mensen die al overspoeld worden met aandacht, maar tegelijkertijd voelen dat ze niet echt gehoord worden. Let er dan ook op wat je hen belooft en investeer in een goede relatie. Vraag jezelf af, waar zijn de plekken, wie zijn de mensen, wat hebben zij te vertellen? Ga de wijken in, fiets bijvoorbeeld eens een rondje langs de plekken waar je over schrijft. Tijdens het onderzoek is het bijvoorbeeld belangrijk om kleine gesprekjes of observaties op een locatie, die niet direct deel uitmaken van de gekozen onderzoeksmethode, serieus te nemen. Ze kunnen veel vertellen over een plek, of een goede aanleiding te zijn voor verdieping.
Kijk ook naar wat er gebeurt in bijvoorbeeld buurthuizen, speeltuinverenigingen en sommige buurtwinkels. Op deze plekken komen mensen vaak samen en worden er net zo goed activiteiten georganiseerd waar mensen veel aan hebben. Activiteiten op deze plekken staan niet altijd ‘formeel’ aangegeven, maar zijn voor mensen toch belangrijke ontmoetingsplekken.
De tweedeling op Rotterdam-Zuid (full report)
Samenvatting onderzoek
- Meer informatie
Vital Cities and Citizens
Met het Erasmus Initiative Vital Cities and Citizens (VCC) wil de Erasmus Universiteit bijdragen aan de kwaliteit van leven in stedelijke gebieden. In vitale steden kunnen de inwoners hun levensdoelen bereiken door educatie, zinvol werk en deelname aan het publieke leven. De vitale stad is een platform voor creativiteit en diversiteit, een veilige ontmoetingsplaats voor verschillende sociale groepen. De betrokken onderzoekers focussen zich op een van de volgende subthema’s:
- Inclusieve Steden en Diversiteit
- Duurzame en Rechtvaardige Steden
- Slimme Steden en Gemeenschappen
- Veerkrachtige Steden en Stedelingen
VCC is een samenwerking tussen Erasmus School of Social and Behavioural Sciences (ESSB), Erasmus School of History, Culture and Communication (ESHCC) en International Institute of Social Studies (ISS).