De nek van Ceylan

@yanalya (via Freepik)

Ceylan komt uit Turkije. Hij is natuurkundeleraar. Was, moet ik zeggen want kort na de mislukte staatsgreep van 15 juli 2016 werd hij van de ene op andere dag ontslagen samen met ruim 40.000 collega’s waarvan er duizenden in de gevangenis terecht kwamen op verdenking van sympathieën met de Gülenbeweging. De leider, Fethullah Gülen, steunt het private onderwijs in Turkije dat kwalitatief hoger is dan het staatsonderwijs en als jij toevallig in die sector lesgeeft, ben je al snel verdacht. ‘Want,’ zo begon Ceylan, ‘ik steek mijn mening niet graag onder de bank.’ Ik zag dat hij een vrij lange nek had waarmee hij zijn hoofd in een soort trage lus bewoog die mij deed denken aan een schildpad, zijn kale hoofd droeg daar in grote mate aan bij. ‘Ook niet onder de stoelen,’ vervolgde hij.

‘Dat is een hele mooie zin maar weet je ook wat het betekent? Hij aarzelde geen moment: ‘Ik neem geen blad voor de mond,’ begon hij en keek mij weer met grote ogen aan. Even wilde ik ‘Ja, dus…’zeggen maar toen er verder niks volgde, realiseerde ik me dat hij een andere zegswijze had gebruikt als antwoord. ‘Breek mij de bek open,’ ging hij verder. Ik begon een beetje te lachen en de natuurkundeleraar lachte mee. Hoe lang gaan we hier mee door, dacht ik.

Natuurkunde en ik hebben ooit een kortstondige relatie gehad die nimmer heftig of opwindend was en haar verlaten, voelde als een opluchting. Met een leraar als Ceylan zou die liefde in ieder geval leuker zijn geweest want Ceylan is een grappige man. Hij klinkt als een auto met een zwakke accu of als iemand met obstipatie want er is altijd een aanloopje nodig waarbij zijn hoofd eerst langzaam omhoog komt zoals bij een schildpad. Hij zal nooit de eerste zijn die antwoordt en hij spreekt een beetje sloom maar wat hij zegt is meestal goed en vaak grappig en dat komt ook door het Turkse accent waarmee hij de tegeltjeswijsheden uitspreekt. Waar een ander zegt: ‘Mag ik iets vragen?,’ zegt hij: ‘Mag ik met de deur in huis vallen?,´ waarbij hij deur uitspreekt als dooier en stel je daarbij dat schildpadhoofd voor. Natuurlijk ontkwam ik er niet aan om hem erop te wijzen dat je niet vraagt om met de deur in huis te vallen maar dat wuifde hij weg.

Hij heeft erover nagedacht, zo vertelde hij mij. ‘Als je oude Nederlandse dingen zegt, de mensen gaan lachen en denken: ‘Jij ben een leuke buitenlander.’ Jij doet ook dat. Ik heb dat nodig om een baan te vinden.’ Ik zei hem dat de rest van zijn verhaal nog vol fouten zit. ‘Daarom ben ik hier bij jou en jij houdt al van mij.’ Ik wilde niet knikken maar mijn hoofd maakte wel zo’n beweging.

In de lessen daarna ging hij goed vooruit en hij wist mij telkens weer te verassen. Aan het eind van een les vroeg hij: ‘Mag ik mijn biezen pakken?’ Ik knikte. ‘Mooi, anders vind ik de hond op de pot.’ En daar ging hij met zijn oranje mutsje op zijn hoofd en ik stelde mij de hond op de pot voor en mijn lange dag was weer goed.

Ik merkte dat ik in de gesprekken met Ceylan langzaam maar zeker verviel in zegswijzen alsof we lid waren van een geheim genootschap. Hij ging solliciteren bij ICT-bedrijf en hij vroeg mij of hij dit moest doen. ‘Nooit geschoten is altijd mis,’ zei ik. Hij was ervan overtuigd dat hij zou worden uitgenodigd voor een sollicitatiegespreken vroeg hoe hij dat aan moest pakken. ‘Kleren maken de man, dus geen mutsje op als je binnen bent en trek je mooiste kleren aan.’ Vervolgens wilde hij weten of hij zijn salariseisen kon bespreken. ‘Kan ik zeggen: Boter bij de vis? Of handje contantje?’

Toen pas besefte ik dat hij daadwerkelijk vertrouwde op zijn tegeltjeswijsheden of liever gezegd: vinden mensen mij een leuke vluchteling? Ik heb hem verteld dat het belangrijker was om jezelf te zijn met alle positieve dingen maar ook met je tekortkomingen en dat mensen je moeten accepteren zoals je bent. Je bent een vluchteling en die status alleen geeft jou in een sollicitatiegesprek een voorsprong zeker als jij je goed kan presenteren. Je wil niet leuk gevonden worden, je wil goed zijn en dat ben je.

Hij viel stil. ‘Beter een goede vriend dan een dode mus,’ zei ik en hij knikte.

  • Piethein Burmanje (1961) studeerde Geschiedenis in Amsterdam en volgde de lerarenopleiding in Leiden en Utrecht (NT2). Hij werkte als journalistiek medewerker voor NRC-Handelsblad in Brussel en Rotterdam, als publieksvoorlichter voor het Rijksmuseum en als docent NT2 voor Vluchtelingenwerk Nederland. Hij is coauteur van Kleine Mannetjes. Van Alexander de Grote tot Nicolas Sarkozy (Contact, 2012). Sinds 2017 werkt hij als docent NT2 voor het Language &Training Centre van de Erasmus Universiteit Rotterdam.

    Piethein Burmanje (Blog)
    Arie Kers

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen