Dit is gebaseerd op een echte droom.
Ik kan niet precies zeggen waarom wij met alle leden van mijn familie in een boot waren. Het was nacht. Geen licht. Ik kan me herinneren dat alle kleuren een combinatie van rood en bruin waren. We moesten de boot in stilte tussen hoge rotsen varen. Ofschoon ik nog nooit zo'n landschap in mijn leven had gezien, was alles normaal voor mij.
We vervolgden onze weg in het donker, de muziek was een combinatie van angst en stilte en het ademen van 5 mensen in de boot. Ik weet niet hoe lang, maar het was een behoorlijk lange tijd dat we angstig zeilden, bewust van een invasie van buiten de boot. Ik zag mijn vader dat hij zo jong was dat ik hem in dit tijdperk niet kan herinneren.
Dan baaaang!
iemand schoot op ons en de oorlog begon. Nu was de lucht vol van de stemmen van wapens, de aanslagen en het moorden. Tussendoor hoorde ik enkele onduidelijke stemmen zoals "je moet naar de radio luisteren". Dan bedekte weer een grote stilte alle ruimte.
“We hebben het gedaan, we zijn weggelopen,” riep iemand in de boot.
Maar het geluk na het weglopen werd vervangen door droefheid toen we het dode lichaam van mijn zus in het midden van de boot vonden. Alles werd rood: de boot, de berg, de rotsen, mijn haar, de hele scène.
In de volgende scène waren we in een huis, ik wist dat dit huis hetzelfde was waarin we gedurende de 8 jaar oorlog verbleven toen ik een kind was. Een huis om niet te blijven, een huis om te vertrekken, een huis in de kleur grijs.
We konden niet met elkaar praten. Ik keek naar alles wat van mijn zus was. De boeken die ze wilde illustreren, haar schilderijen en haar kleren. Ik nam een van de boeken. Het was een boekje voor kinderen. Ik begon te lezen: "Ik zou graag ..." Toen hoorde ik wat stemmen van buiten; niet heel duidelijk maar ik kon een paar woorden horen: “luister, … radio,… rennen,…”
Mijn aandacht ging terug naar het huis toen ik mijn tante hoorde. Haar gezicht was erg groot op een manier dat ik niets kon zien behalve het gezicht en dan alleen maar de lippen: “we zouden naar radio moeten luisteren….” Zei ze. “Het is klaar…. het land wordt vrij, de dictator is weg ... Mensen verzamelen zich in het stadion om het te vieren…” toen hoorde ik niets meer.
Ik kon een klein deel van de lucht zien vanuit het raam dat werd gecombineerd met de stem van mijn eigen adem. De witte wolken bewogen langzaam in dat deel van de lucht dat helemaal van mij was.
De beelden van de woorden werden onduidelijker en slow-motion: "we hoeven ons niet meer te verbergen. Wat een pijnlijk geluk! Ik weet niet of ik naar buiten kan gaan en bij de mensen kan komen, de gezichten zijn zonder enige emotie, waarom rennen ze allemaal?...".
Na alle beelden en gedachten hoorde ik een heel duidelijke zin: Het is de tijd.
Ik werd wakker in mijn bed in Gouda, Nederland. 5 uur ‘s nachts.
2 uur later skypte ik mijn moeder:
- Mama alles goed met jullie ?
- Ja, prima
- Hoe gaat het met mijn zus?
- Goed. Waarom?
Ik heb niets over mijn droom tegen mijn moeder gezegd . Ik zei dat ik het gewoon vroeg; met een brede glimach om mijn verdriet te verbergen.
3 uur later begon ik de grond van mijn planten te verversen wat ik al wekenlang wilde doen. Tijdens dat werk herinnerde ik me de woorden in het boekje in mijn droom:
Ik zou graag willen schreeuwen als een wolf die zijn maan heeft verloren.
Daarmee gaat mijn stem naar de hemel zodat de sterren mij kunnen horen.
Ik zou graag voor de sterren een feest willen bereiden.
Ik zou graag heel klein willen worden want ik wil in het haar van mijn moeder klimmen waar ik een lange tijd zou willen blijven. Dan zou ik in haar oren willen zeggen: “Je bent een blauwe zee mama, echt blauw.”
Ik zou graag water willen worden zodat ik de hele wereld kan bereizen.
- Meer informatie
Astera Mortezai heeft meegedaan aan een NT2 (Nederlands als tweede taal) schrijfwedstrijd. Helaas heeft zij niet gewonnen, maar we zijn natuurlijk erg trots op onze cursist!