De afgelopen weken in Rotterdam werden gekenmerkt door Koningsdag en explosies in Rotterdamse wijken. Iedereen wil weten waar de toename in het aantal explosies in Rotterdam vandaan komt, wie erachter zit en hoe we de problemen moeten oplossen. Het lijkt erop dat er relatief veel jongeren betrokken zijn bij de geweldsincidenten, waardoor de vraag rijst of kwetsbare jongeren verantwoordelijk zijn voor de explosies. Jeroen van den Broek, criminoloog en onderzoeker aan Erasmus School of Law, is buitenpromovendus en verricht onderzoek naar straatcultuur. Hij deelt de zorgen van de Rotterdamse bevolking, maar waarschuwt in de media ook voor het te snel trekken van conclusies en het beschuldigen van jongeren.
Sinds het begin van dit jaar hebben explosies plaatsgevonden in Feijenoord, Crooswijk, op de Witte de Withstraat en in vele andere delen van de stad. In totaal zijn er in 2023 al 51 explosies gemeld, zo bericht Rijnmond. Bij enkele explosies zijn – naast meerderjarige verdachten – minderjarigen opgepakt, waardoor snel gekeken wordt naar de rol van jongeren. Dat is voorbarig, beargumenteert Van den Broek tegenover EenVandaag: “We moeten ons niet op de verkeerde groep richten. Ik deel de zorgen, die hebben we allemaal. [Maar] we hebben in het verleden vaker de fout gemaakt door te zeggen dat bijvoorbeeld liquidaties gebeurden door kwetsbare jongeren. (…) Natuurlijk is het zorgelijk dat er tieners tussen zitten en 14- of 15-jarigen worden opgepakt hiervoor. Maar we moeten niet de hele groep zo wegzetten. Dan gaan we een groep missen die hier daadwerkelijk mee bezig is.”
Volgens de criminoloog is het hoofdzaak eerst meer onderzoek te doen naar de mogelijke daders: “Wat zijn hun motieven? Dat is nodig om hier straks beleid op te voeren aan de preventieve kant.” Dat er sprake is van drugscriminaliteit, is volgens Van den Broek wel aannemelijk: “Het is heel valide om daar aan te denken. Dit gebeurt niet zomaar. Ik denk dat we het in de georganiseerde misdaad moeten zoeken, de politie lijkt daar ook op te wijzen.” Ook is het volgens hem aannemelijk dat “het mensen zijn die laag in de pikorde staan” die de bommen plaatsen.
Hybride wereld
Volgens de politie komen jongeren via sociale media steeds gemakkelijker in aanraking met criminaliteit. Van den Broek stelt dat het online ook in grote mate draait om het neerzetten van een bepaald beeld over zichzelf: “Jongeren leven in een hybride wereld. Er is een constante wisselwerking tussen wat er online en offline gebeurt. Vaak doen ze zich op sociale media voor als grote hasjdealer, terwijl ze in werkelijkheid kleinschalig handelen. Ze vinden het vooral belangrijk dat anderen hen serieus nemen, dat ze geloofwaardig overkomen als gangster”, zo verklaart Van den Broek tegenover de Volkskrant.
Van den Broek kent uit zijn onderzoek naar straatcultuur en jeugdcriminaliteit voorbeelden waar online acties leidden tot offline escalaties: “Ik ken voorbeelden van jongens die online een te grote broek hebben aangetrokken, en daarvoor in het echte leven een prijs betaalden. Als je zo stoer doet, bijvoorbeeld als drillrapper, gaan anderen je een keer testen: bewijs maar dat je echt zo gek bent. Zo kun je betrokken raken bij incidenten die verkeerd aflopen.”
Uitvoerders geen opdrachtgevers
Van den Broek drukt op het hart om na de explosiereeks van afgelopen tijd niet te hard van stapel te lopen: “Ik snap de afschuw over de acties van zulke jonge jongens. Maar het zijn uitvoerders, geen opdrachtgevers. En de meeste verdachten zijn meerderjarig. Laten we eerst goed uitzoeken wie hierachter zitten en wat hun motieven zijn.”