In 1940 werden zo’n 22.000 Poolse officieren en leden van de intelligentsia vermoord door de geheime dienst van de Sovjet-Unie, NKVD. Dit gebeurde onder andere in de bossen van het dorpje Katyn. Het Bloedbad van Katyn is een van de beruchtste voorbeelden van de verschrikkingen die plaatsvonden onder de Sovjet-Unie. De Poolse president Andrzej Duda wil het bloedbad nu voor een internationaal strafhof brengen. Iwona Gusc was te gast bij NOS Met Het Oog Op Morgen (NPO Radio 1) en vertelde meer over deze ontwikkelingen. Iwona is historicus bij de Erasmus School of History, Culture and Communication (ESHCC).
Volgens Iwona is het absoluut geen toeval dat Duda juist nu de massamoord in Katyn aanhaalt. “De Poolse president heeft in zijn toespraak meteen naar de misdaden in Boetsja gerefereerd. De beelden van onschuldige burgers, van mensen die in hun nek worden geschoten, doen de Polen meteen denken aan de moorden van Katyn. Ook die mensen waren op zo’n manier doodgeschoten. Eén voor één", zegt ze.
Vermoord
De slachtoffers in Katyn maakten deel uit van de bovenste lagen van de Poolse samenleving. "Dat waren hoge militairen. Dat waren de elite van Polen: artsen, rechters, mensen met hoge functies. Het was voor de Sovjet-Unie van belang om die mensen uit te schakelen om op die manier te voorkomen dat Polen na de oorlog weer opnieuw zou gaan rijzen", aldus Gusc.
“Ze waren gedeporteerd uit de grensstreken. Toen de Sovjet-Unie Polen aanviel in september 1939 werden ongeveer 250.000 mensen gedeporteerd. Daarvan is een grote groep, meer dan 20.000 hoge militairen, apart in speciale kampen geplaatst. Vanuit die kampen werden ze in de bossen vermoord.”
Niet meegaan in Duitse propaganda
In 1943 heeft Nazi-Duitsland de massagraven ontdekt. De Duitsers trokken aan de bel en haalden het nieuws meteen door hun propagandamachine, “om ervoor te zorgen dat de geallieerden de Sovjet-Unie in diskrediet zouden brengen. Maar dat was juist de reden voor de geallieerden om de propaganda van de Duitsers niet door te laten sijpelen,” vertelt Iwona.
Het was politiek ‘onhandig’ om de waarheid aan het licht te brengen. “De geallieerden hadden bewijzen. Ze hadden kraakheldere bewijzen dat de Duitsers eigenlijk wel de waarheid verkondigden, en dat het glashelder was dat de massamoorden gepleegd waren door het Sovjetleger en Sovjet geheime diensten. Die gegevens zijn ook geopenbaard rond 2000. De Amerikanen wilden dat niet aan de publieke opinie ter kennisgeven. Toen niet.”
Bewijs
Naast de documentatie gevonden bij de lijken en ooggetuigenverklaringen zijn in 1992 een aantal archiefstukken uit de Sovjetarchieven door Jeltsin aan Polen overhandigd, waaronder het hoofdbewijs van de misdaad: het schriftelijke voorstel van NKVD-hoofd Lavrenti Beria, ondertekend door Stalin, waarmee de opdracht om de gevangen Polen te fusilleren verzegeld was. Deze brief is gedateerd op 5 maart 1940, ruim een maand voor het bloedbad plaatsvond.
"De geallieerden hadden kraakheldere bewijzen"
Ophelderen
Ondanks het harde bewijs is de verhaallijn rondom het Bloedbad van Katyn nooit opgehelderd. "Er zijn en worden misdaden gepleegd op burgers die nooit bestraft worden,” zegt Gusc, “dat is een les die de volgende generatie Russen ook meeneemt: we kunnen de waarheid verdraaien, zolang we onze waarheid lang genoeg vertellen. We zouden kunnen zeggen dat zo’n onderzoek dat nu wordt voorgesteld door president Duda uiteindelijk wel de geschiedenis recht zou kunnen zetten.”
Kijk/beluister het volledige interview met Iwona Gusc op de website van NPO Radio 1.
- Onderzoeker
- Meer informatie
Kijk/beluister het volledige interview met Iwona Gusc op de website van NPO Radio 1.
- Gerelateerde content