Op 14 februari deed het gerechtshof Den Haag een historische uitspraak: de Koninklijke Marechaussee (KMar) mag mensen bij grenscontroles niet langer selecteren op grond van etniciteit. Met dit arrest wordt het vonnis van de rechter, waarin etnisch profileren wel werd toegestaan, vernietigd. Het oordeel van het hof wordt gezien als belangrijke stap in het tegengaan van discriminatie en stigmatisering in Nederland. Abdessamad Bouabid, universitair docent Criminologie aan Erasmus School of Law, vertelt welke betekenis het verbod op etnisch profileren heeft voor de KMar en de samenleving als geheel.
Mpanzu Bamenga spande een aantal jaar geleden een zaak aan tegen de staat nadat hij op basis van zijn zwarte huidskleur uit een rij op Eindhoven Airport werd gepikt. Een andere gedupeerde burger, mensenrechtenorganisatie Amnesty International, Controle Alt Delete, RADAR en NJCM-PILP sloten zich aan bij Bamenga en verzochten de rechter om etnisch profileren bij de KMar te verbieden. In 2021 oordeelde rechtbank Den Haag dat de marechaussee etniciteit mocht blijven gebruiken als reden voor controle. Daar komt het gerechtshof nu op terug. “Deze uitspraak van het hof is erg belangrijk en baanbrekend, omdat hiermee het discriminerende oordeel van de rechtbank van tafel is geveegd”, vertelt Bouabid.
Niet doeltreffend, wel discriminerend
De zaak betreft MTV-controles (Mobiel Toezicht Veiligheid) die worden ingezet bij het controleren van vliegtuigpassagiers, treinreizigers en weggebruikers die uit andere EU-landen naar Nederland komen. Binnen de EU zijn grenscontroles in beginsel niet toegestaan, tenzij het controles ter voorkoming van illegaal verblijf betreft. De staat voerde aan dat huidskleur of ras relevante factoren kunnen zijn om mee te nemen in controles, bijvoorbeeld als er veel migranten uit een bepaald land naar Nederland komen. De rechter ging hier destijds in mee en oordeelde dat nationaliteit en etnische uiterlijke kenmerken van belang zijn voor de doeltreffendheid van controles.
Volgens Bouabid leidt deze opstelling in praktijk echter tot discriminatie: “Nederlanders die niet aan dit profiel van de rechter en/of de KMar voldoen, zullen vaker aan controle worden onderworpen dan Nederlanders die wel aan dit profiel voldoen. Bovendien laat wetenschappelijk onderzoek zien dat etnisch profileren helemaal niet doeltreffend is, maar leidt tot een self-fulfilling prophecy.” Ook de voorzitter van het hof ziet dit in en spreekt van “een bijzonder ernstige vorm van discriminatie” op het moment dat mensen worden gecontroleerd op basis van ras, zonder objectieve en redelijke rechtvaardiging.
Normbevestiging is en blijft een noodzaak
Volgens Bouabid is dit arrest ook belangrijk daar deze normbevestigend is: “Het bevestigt namelijk dat echt alle vormen van etnisch profileren discriminerend en ernstige mensenrechtenschendingen zijn.” Het werd andere wetshandhavers dan de KMar – de politie bijvoorbeeld – al langer volledig verboden om etnisch te profileren. “Tegelijkertijd zullen wetshandhavers die bewust of onbewust etnisch profileren dit blijven doen, omdat ze denken dat het effectief is en de negatieve gevolgen voor mens en samenleving niet kunnen of willen inzien”, belicht Bouabid.
Om discriminatie binnen de media- en politieke discoursen in de samenleving en organisatieculturen van wetshandhavers verder te bestrijden, wijst Bouabid op twee belangrijke punten. “De oplossing schuilt allereerst in de erkenning dat etnisch profileren voorkomt, een groot probleem is en ernstige negatieve effecten heeft. Een tweede stap is om geen enkele ruimte te geven aan en feller te ageren tegen personen die mensen op basis van huidskleur, afkomst of religie als potentiële criminelen bejegenen. Oftewel: normbevestiging binnen het staatsapparaat en alle haarvaten van de samenleving.”
- Universitair Docent