De coronacrisis maakt mensen angstig, gestrest of somber. Maar waarom precies? Wat is het verhaal achter de cijfers? Onderzoeker Marianne van Bochove dook in de antwoorden op de open vragen van het grote Nederlands-Rotterdamse onderzoek.
Sinds de coronacrisis vliegen de cijfers ons om de oren. Niet alleen vanuit het RIVM, over het aantal mensen dat is overleden of het aantal nieuwe besmettingen. Inmiddels verschijnen er ook bijna dagelijks resultaten van onderzoek door sociologen, gedragswetenschappers en geluksonderzoekers, over de impact van de crisis op het welbevinden van mensen. Uit een groot Nederlands-Rotterdams onderzoek onder leiding van Godfried Engbersen, waaraan ik zelf meewerkte, blijkt dat zo’n 40 procent van de respondenten het coronavirus als een grote bedreiging voor zichzelf ziet. Zo’n kwart tot een derde ervaart sinds de corona-uitbraak meer angst en stress en heeft het gevoel niets te hebben om naar uit te kijken.
Waardevolle cijfers, die aantonen dat de maatschappelijke impact groot is. Maar de verhalen achter deze cijfers krijgen tot nu toe veel minder aandacht. Waarom zijn mensen angstig, gestrest of somber?
Grootste verandering door corona-uitbraak
In de vragenlijst van het onderzoek onder leiding van Engbersen hebben we niet alleen gesloten vragen gesteld, maar ook enkele open vragen. Een daarvan was: Wat is voor u persoonlijk de grootste verandering in uw dagelijks leven als gevolg van de corona-uitbraak? De vragenlijst is door ruim 6500 respondenten in heel Nederland en 1500 in Rotterdam ingevuld (tussen 3 en 13 april), wat een rijkdom aan kwalitatief materiaal heeft opgeleverd. Het vaakst noemden mensen als grootste verandering het thuiszitten, kinderen en kleinkinderen niet kunnen zien (vooral de kleinkinderen!) en sociaal contact via beeldschermen.
Ook al werd hier niet direct naar gevraagd, toch noemden veel mensen gevoelens en emoties die zij ervaren door de coronacrisis. Een eerste analyse van de duizenden antwoorden leverde een selectie op van meer dan 400 antwoorden waarin woorden voorkwamen als angst, stress, onzeker, geïrriteerd, druk, somber en depressie. De antwoorden laten een grote diversiteit aan achterliggende redenen zien, die niet allemaal op één hoop gegooid moeten worden.
Gemis van het normale leven
Sommige respondenten geven aan dat corona op hen niet zo’n grote impact heeft. Bijvoorbeeld omdat ze gepensioneerd zijn en altijd al veel in en om het huis deden, of omdat ze normaal ook vanuit huis werkten. Maar omdat de wereld om hen heen veranderd is, kan dit toch voor irritatie zorgen, zoals onderstaand citaat laat zien.
Eigenlijk weinig [verandering], want ik werk al jaren vanuit huis en vind het heerlijk. ‘Vervelend’ vind ik nu ineens al die mensen overdag in de wijk die 'een rondje lopen' terwijl ik voorheen lekker m'n hondje kon uitlaten. Dat is eigenlijk de grootste irritatie die ik ervaar ('drukte' van nieuwe thuis'werkers').
Voor anderen is er niet één grote verandering, maar zorgt de optelsom van verstoringen van het normale leven voor stress en irritatie.
Dat hatelijk thuiswerken, druk van de werkgever veroorzaakt stress, geen gebruik meer van manuele therapie, kapper etc. Geen vrijheid meer in het op straat bewegen of ergens naar toe gaan. De maatregelen in de winkels bah. De toegenomen overlast door burengerucht m.n. muziek en buitenleven.
Stress door veel of weinig werk
Vaak noemen respondenten ook veranderingen in opleiding en werk die voor een verminderd welbevinden zorgen. Studenten die door digitaal onderwijs het contact met medestudenten missen en niet in hun ritme komen. Thuiswerkende ouders die drukker dan ooit zijn en geen tijd voor zichzelf hebben.
Ik ben zelf niet bang voor covid (zolang we ons aan de maatregelen houden) maar de werkdruk geeft wel veel spanning, stress en vermoeidheid.
Maar ook het hebben van géén werk, of onzekerheid over het wegvallen van inkomen, zorgt bij veel respondenten voor gevoelens van angst en stress. Jongeren die hun opleiding bijna hadden afgerond en de arbeidsmarkt zouden betreden, zijn daar nu onzeker over.
Ik was bijna beveiliger 2 geworden, dit is nu onzeker omdat er geen examens meer afgenomen worden en ik geen stage meer kan lopen.
Sommige respondenten hebben nu juist minder negatieve gevoelens dan voorheen, door meer tijd voor ontspanning en bezinning. Niet alleen voor sommige volwassenen is er minder werkstress. Ook voor sommige kinderen is de druk juist minder, zoals een respondent aangeeft.
Het is rustiger thuis, nu alle drie de kinderen beperkt zijn in keuzes en een boel 'moeten' niet meer is, valt de onderlinge stress weg. Geeft voor mij vooral aan hoe belachelijk veel druk er normaliter op hun schouders rust. Back to basic is goed voor ons gezin.
Dit is een deel van het artikel dat verscheen op 22 mei 2020 op de website van Sociale Vraagstukken.
- Meer informatie
Dr. Marianne van Bochove is universitair docent bij ESHPM.
Deze bijdrage is gebaseerd op data verzameld door onderzoekers van de Erasmus Universiteit Rotterdam, de Vrije Universiteit Amsterdam, Kieskompas en de gemeente Rotterdam. Onlangs verscheen het onderzoeksrapport De bedreigde stad: De maatschappelijke impact van COVID-19 op Rotterdam.