Het Rotterdams Studentenorkest en het Trio d’Encore spelen muziek van drie Duitse componisten tussen vooruitgang en traditie.
- Datum
- donderdag 27 jun 2024, 20:15 - 22:00
- Type
- Voorstelling
- Gesproken taal
- Engels
- Locatie
Bergsingelkerk
Programma:
- Richard Wagner: Prelude ‘Die Meistersinger von Nürnberg’
- Ludwig van Beethoven: Tripelconcert in C majeur – Solisten: Trio d’Encore
- Johannes Brahms: Symfonie nr. 2
Solisten: Trio d’Encore
Dirigent: Coen Huisman
Na het einde van de Klassieke periode in strikte zin – de muziek van de Eerste Weense School – werden muzikale stijlen en ideeën gevarieerder. Meer ‘progressieve’ componisten zoals Franz Liszt, Richard Wagner of Hector Berlioz introduceerden nieuwe muzikale genres, voerden innovaties in harmonische taal en orkesttechniek door en bewandelden nieuwe paden in de compositie. De geschriften van Wagner speelden een essentiële rol in het definiëren van deze ‘Nieuwe Duitse School’. In die tijd stuitte deze progressieve beweging echter op hevig verzet van meer ‘traditionalistische’ theoretici en componisten als Johannes Brahms. De traditionalisten geloofden vooral sterk in ‘absolute’ muziek en hadden een hekel aan het Nieuw-Duitse concept van programmatische muziek. In de tweede helft van de 19e eeuw leidden de uiteenlopende ideeën van deze scholen tot de zogenaamde ‘Romantikerstreit’ of ‘Musikstreit’, een langdurig en polemisch publiek debat dat nog tot ver in de 20e eeuw weerklank vond in veel discussies over muzikale esthetiek.
Richard Wagner (1813–1883) revolutioneerde de opera tijdens zijn leven en werd een hoeksteen van de Nieuwe Duitse School. Die Meistersinger von Nürnberg is een van zijn populairste opera’s. Het werk werd voor het eerst opgevoerd in 1868 en vertelt het originele verhaal (geschreven door Wagner zelf) van een zangwedstrijd gehouden door het gilde van meesterzangers in Neurenberg in de 16e eeuw, met veel historische verwijzingen en een nadruk op de ‘Duitse geest’ van de kunst. Hoewel de handeling over een jonge ridder die hoopt met zijn geliefde te kunnen trouwen door de zangwedstrijd te winnen nogal traditioneel was, combineerde Wagner het met een moderne kijk op de betekenis van het ware kunstenaarschap. De prelude werd voor het eerst uitgevoerd in 1962 en introduceert veel elementen van het verhaal: de waardigheid (en eigendunk) van de meesterzangers wordt gevierd, maar we krijgen ook een beter begrip van het gilde in het algemeen, evenals een eerste voorproefje van het thema van het prijslied dat uiteindelijk de wedstrijd zal winnen.
Ludwig van Beethoven (1770–1827), de meest ‘moderne’ exponent van de Klassieke periode, was een referentiepunt voor de Nieuwe Duitse School, maar werd ook vereerd door haar tegenstanders. Hij schreef het Tripelconcert in C majeur rond 1804 en de eerste uitvoering vond plaats in 1808. Beethoven schreef verschillende concerti voor solo-instrumenten, maar het Tripelconcert is zijn enige concerto voor meerdere solo-instrumenten: viool, cello en piano. Deze bezetting, die een typisch pianotrio uit de kamermuziek combineert met een orkest, is vrij uniek, maar wordt op een kleurrijke en gelaagde manier gebruikt. Interessant is dat de cello – een instrument waarvoor Beethoven nog nooit een concerto had geschreven – de hoofdrol speelt. Het concerto begint met een groots, melodisch thema in een marsritme. In het langzame tweede deel wordt een romantisch thema gepresenteerd via een expressieve, poëtische zang van de solisten, die direct overgaat in een karakteristieke dans ‘alla polacca’ (polonaise) in de finale.
Johannes Brahms (1833–1897) was een van de invloedrijkste componisten van de Hoogromantiek. Hij was sterk beïnvloed door de klassieke traditie en hoewel hij zeker op zijn eigen manier vernieuwend was – vooral in zijn symfonieën – verwierp hij de meeste ‘progressieve’ ideeën van de Nieuwe Duitse School. Brahms schreef zijn Symfonie nr. 2 in 1877, wat ook het jaar van de eerste uitvoering was. Deze symfonie, die als toegankelijker werd beschouwd dan Brahms’ eerste symfonie, was een groot succes bij critici en het publiek. De algehele sfeer is vrolijk en ‘pastoraal’, waarschijnlijk geïnspireerd door de idyllische omgeving van Brahms’ zomerhuis aan de Wörthersee, waar hij delen van de symfonie schreef. De thema’s bevatten zelfs elementen van volksmuziek. Na een vrolijk eerste deel onthult de symfonie zijn meer melancholische kant in het tweede deel. In het derde en vierde deel evolueert dit gevoel snel, tot het culmineert in een ronduit euforische finale.\
Meer informatie over het Trio d’Encore:
Het Trio d’Encore werd in 2016 opgericht door drie jonge musici die elkaar leerden kennen op het Conservatorium van Amsterdam. Meer informatie: http://triodencore.com
Meer informatie over het RSO:
Het RSO is een symfonieorkest voor studenten en young professionals uit Rotterdam en omgeving. Meer informatie: https://www.nu-rso.nl
- Meer informatie
Datum: Donderdag 27 juni 2024
Tijd: 20.15 – 22.00 uur
Locatie: Bergsingelkerk (Bergsingel 150, 3037 GM Rotterdam)Ticket informatie
Studenten: € 7,50
Overige bezoekers: € 10,00
Vrije toegang voor minderjarigen.Georganiseerd door het Rotterdams Studenten Orkest i.s.m. Studium Generale