Promotie S. (Savannah) Boele

Korte samenvatting over het doel van het proefschrift:

Tussen de 10 en 25 jaar ervaren veel jongeren emotionele problemen, zoals depressieve en angstige gevoelens. Opvoeding kan hierbij helpen, maar hoe ouders hun eigen specifieke kind het beste kunnen helpen, blijft een complexe vraag. Wetenschappelijk onderzoek naar opvoeding bestudeert namelijk vaak groepsgemiddeldes, wat weinig inzicht geeft in hoe het in elk uniek gezin eraan toegaat. 

Om verder te kijken dan het ‘gemiddelde gezin’ heeft dit promotieonderzoek individuele gezinnen onder de loep genomen. In elk gezin is apart onderzocht hoe opvoeding en het welzijn van de jongere op elkaar van invloed waren, zowel in het dagelijkse leven als over een wat langere periode. De resultaten tonen bewijs dat gezinnen erg verschillen. Hoe en welke opvoedingsgedragingen het welzijn van de jongere beïnvloedde, varieerde van gezin tot gezin. Zo knapte de ene jongere meer op wanneer ouders meer steunend waren dan de andere. Bovendien verschilden de reacties van ouders op hun eigen kinderen; bijvoorbeeld, sommige ouders waren meer steunend nadat hun kind zich slechter voelde dan andere ouders.

Deze bevindingen geven aan dat ouders op unieke wijze bijdragen aan het welzijn van hun eigen jongere. Deze inzichten hebben mogelijk ook consequenties voor de praktijk. Het zou kunnen zijn dat opvoedadvies en -interventies die goed werken voor het ene gezin, minder goed of averechts uitpakken voor een ander gezin. In de toekomst is daarom een meer gepersonaliseerde benadering van opvoeding gewenst, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke dynamieken en behoeftes van elk gezin.