Op dinsdag 20 September 2022 verdedigt E.K. Tellander haar proefschrift, getiteld: ‘The Wind That Blows Before the Rain: Resistance against oppression in Northern Somalia in the 1980s’.
- Promotor
- Promotor
- Datum
- dinsdag 20 sep 2022, 16:00 - 18:00
- Type
- Promotie
- Ruimte
- Auditorium of the ISS
- Locatie
- International Institute of Social Studies
Proefschrift in het kort:
In de jaren tachtig van de vorige eeuw kwamen leerkrachten, artsen en andere professionals bijeen om een ziekenhuis te herbouwen en vrijwilligerswerk te doen op scholen. De professionals werden gearresteerd en dreigden te worden geëxecuteerd. Op de dag van hun proces, 20 februari 1982, protesteerden middelbare scholieren samen met andere inwoners, hoewel dat door de onderdrukking heel riskant was. Dit was de eerste keer dat mensen de straat op gingen om te protesteren tegen het regime van Siad Barre in Noord-Somalië. Het verzet hield aan, ook het gewelddadige verzet, en leidde uiteindelijk tot het uitroepen van de onafhankelijke republiek Somaliland in 1991.
Uit het vrijwilligerswerk van de professionals en de studentenopstand blijkt dat er mensen zijn die collectief in actie komen om voor anderen te zorgen en zich geweldloos te verzetten tegen onrechtvaardigheid. Ook in repressieve en gewelddadige situaties, waar de politieke ruimte zeer beperkt is en de risico's van collectieve actie hoog zijn. Door deze gebeurtenis in de Somalische geschiedenis nauwgezet te onderzoeken, kan een antwoord worden gevonden op de vraag waarom opstandelingen van het eerste uur, die het meeste risico lopen, collectief in actie komen en zich verzetten op historische momenten. Dit kan ook licht werpen op de gerelateerde kwestie waarom onderdrukking door de overheid verzet soms juist aanmoedigt, in plaats van het te ontmoedigen.
Het doel van dit proefschrift is om lacunes in de literatuur op te vullen en gebruik te maken van en bij te dragen aan verschillende relevante delen van de literatuur. Hierbij gaat het vooral om onderzoek naar sociale bewegingen en het daarmee verband houdende onderzoeksgebied van geweldloos verzet. In dit proefschrift wordt afstand genomen van structuurgerichte benaderingen die in deze onderzoeksgebieden overheersen. Het proefschrift past binnen onderzoek naar sociale-bewegingen vanuit een agency-benadering, waarin morele, emotionele en culturele dynamiek wordt bestudeerd. Het onderzoek is gebaseerd op inzichten uit wetenschappelijk onderzoek naar sociale bewegingen in het wereldwijde Zuiden en repressieve regimes over de hele wereld. Daarin wordt opgeroepen tot onafhankelijk onderzoek naar bewegingen in alle delen van de wereld. Daarnaast wordt in dit proefschrift gebruikgemaakt van theoretische instrumenten uit onderzoek naar geweldloos verzet. Deze instrumenten zijn gericht op acties en strategieën van bewegingen die opereren in een autoritaire omgeving. Deze benaderingen en de bottom-up onderzoeksopzet toegespitst op persoonlijke naratieven, waarin de unieke context centraal staat, kunnen meer inzicht bieden in 'het prille begin' van collectieve actie in een autoritaire omgeving. Op deze wijze kan een antwoord worden gevonden op de vraag waarom onderdrukking verzet soms eerder in de hand werkt dan belemmert en ontstaat inzicht in de vele manieren waarop onderdrukking kan worden aangepakt en bestreden.
De onderzoeksvraag van dit proefschrift luidt: Waarom en hoe beginnen opstandelingen van het eerste uur − en hun volgelingen − met collectieve actie en verzet in een context van autoritaire onderdrukking? Voor de beantwoording van deze onderzoeksvraag is kwalitatief veldonderzoek gedaan in Somaliland gebaseerd op ruim honderd diepte-interviews, oral history en gesprekken met de belangrijkste betrokkenen. De getranscribeerde en gecodeerde interviewgegevens werden gecombineerd met archiefonderzoek naar het verslag van het proces uit 1982, rapporten, en politieke poëzie uit die tijd. Ook zijn creatieve bronnen geraadpleegd, zoals een historische strip en een televisieprogramma.
Het uitgebreide onderzoek naar een voorbeeld van collectieve actie in een autoritaire omgeving in het wereldwijde Zuiden dat voor dit proefschrift is gedaan, levert op verschillende manieren een bijdrage aan de relevante wetenschappelijke literatuur. Ten eerste illustreert het de cruciale rol van een sterke morele en emotionele motivatie, die opstandelingen van het eerste uur en hun volgelingen in staat stelt om ondanks de grote risico's hun angsten te overwinnen en collectief in actie te komen. De resultaten van dit onderzoek bevestigen de bevindingen uit eerder onderzoek dat een dramatische toename van 'extra sterke' grieven − of een morele schok − de plotselinge drang om collectief in actie te komen kan verklaren. In dit proefschrift wordt beschreven dat de posities en relaties van mensen, in combinatie met een discours van kritiek op het regime dat in de volkscultuur is ingebed, van vitaal belang zijn om morele schokken te ervaren. Hieruit volgt de aanbeveling om in toekomstig onderzoek meer aandacht te besteden aan de rol van compassie, liefde en zorgzaamheid in relaties. Hiermee wordt de toegevoegde waarde van het gebruik van de ethiek uit de zorgtheorie benadrukt.
Een tweede bijdrage van dit proefschrift is het optekenen van persoonlijke narratieven, waardoor de rol van socialisatieprocessen bij de ontwikkeling van uitgesproken waarden en een kritisch discours duidelijk wordt. Uit dit proefschrift blijkt de waarde van een voortdurende dialoog tussen onderzoek naar politieke socialisatie en onderzoek naar sociale bewegingen en verzet, vooral gericht op casussen buiten het wereldwijde Noorden.
Ten derde heeft de bottom-up onderzoeksbenadering het mogelijk gemaakt om ambiguere, maar krachtige vormen van collectieve actie en verzet op te merken en te bestuderen. Hieronder vallen ook lokale initiatieven op het gebied van gezondheid en onderwijs, en poëzievoorstellingen. Dit proefschrift illustreert dat mensen ook in actie durven te komen in een omgeving met veel beperkingen en risico's. Hieruit blijkt het creatieve potentieel van agency en spontaniteit. De bevindingen van dit onderzoek sluiten aan bij de recente oproep in 'verzetsstudies' om de blik te richten op constructieve vormen van verzet waarmee alternatieven gecreeërd en waarden bekrachtigd worden, in tegenstelling tot de meer confronterende vormen van 'verzet door strijd'.
Ten vierde benadrukt dit proefschrift de rol van politieke poëzie binnen het vroege verzet in Noord-Somalië in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Mondelinge poëzie was van groot belang voor de verspreiding van een emotioneel aansprekend en kritisch discours terwijl er sprake was van staatsscensuur. In deze situatie en voor de komst van de sociale media was mondelinge poëzie een krachtige vorm van massacommunicatie in de samenleving. In dit onderzoek is gebleken dat framing en communicatie een cruciale rol kunnen spelen, ook in autoritaire regimes waarin sprake is van propaganda en censuur door de staat. Poëzie heeft ook bijgedragen aan het creëren van solidariteit, een noodzakelijke voorwaarde voor het ontstaan van collectieve actie.
Ten vijfde illustreert dit proefschrift de interacties tussen opstandelingen en de staat, die zowel in informele als formele arena's plaatsvonden. Hierbij worden de morele en culturele dimensies naast de strategisch-pragmatische dimensies van geweldloze acties en strategieën getoond. Om deze interacties en de gemaakte keuzes, inschattingen en misrekeningen te begrijpen, moet rekening gehouden worden met de bredere context van eerdere kolonisatie en de Koude Oorlog, toen zowel de VS als de Sovjet-Unie op grote schaal militaire hulp naar Somalië hebben gestuurd en veel aan opleiding hebben gedaan.
In de zesde plaats wordt de term ‘politieke jiujitsu’ in dit proefschrift genuanceerd door te betogen dat niet alleen de geweldloosheid van de actoren, maar veeleer het niet-politieke, humanitaire en relationele karakter van hun optreden het jiujitsu-effect teweeggebracht heeft. Hiermee laat dit proefschrift zien hoe humanitair vrijwilligerswerk aanzienlijke politieke gevolgen kan hebben, die maatschappelijke veranderingen op gang brengen.
- Meer informatie
De openbare verdediging vindt plaats op dinsdag 20 september 2022 in Aula B. De plechtigheid begint stipt om 16.00 uur in de aula van het ISS, Kortenaerkade 12, Den Haag. Na aanvang van de Publieksverdediging worden de deuren gesloten. Kinderen onder de 7 jaar mogen tijdens het eerste deel van de plechtigheid niet in de aula komen. De plechtigheid wordt gevolgd door een receptie in het Atrium van het ISS. Professoren worden uitgenodigd zich bij de academische stoet aan te sluiten.
Deze openbare verdediging kan worden uitgezonden via ISS livestream. Als dat het geval is, kunt u de openbare verdediging live volgen op www.iss.nl/live