Na 350 jaar is er een tot nu toe onbekend manuscript ontdekt door Dr. Erik Jan Bos in de Leidse Universitaire Bibliotheken. Het is een vertaling van een tekst van de wereldberoemde filosoof René Descartes (1596-1650). De originele tekst is verloren gegaan en dit maakt deze herontdekking des te belangrijker. Want met dit manuscript ontstaat de mogelijkheid om vele wetenschappelijke debatten over het werk van de filosoof te beslechten.
Na 350 jaar een nieuwe bron
In 1633 stond René Descartes op het punt een tweedelig boek te voltooien, bestaande uit Le monde (De wereld), waarin de natuurwetten worden beschreven die het universum beheersen en L'homme (Over de mens), waarin het lichaam wordt onderzocht van de mensen die deze wereld bewonen. Toen Descartes echter hoorde van de pauselijke veroordeling van Galileo, zag hij af van de publicatie om een soortgelijk lot te vermijden. Nu, na 350 jaar, is er een nieuwe vertaling van L'homme gevonden. De tekst is sinds de zeventiende eeuw verborgen gebleven in de archieven van de Bibliotheca Thysiana. Het manuscript besteedt veel aandacht aan de neurofysiologie, de manier waarop de hersenen functioneren, en aan een orgaan dat de pijnappelklier wordt genoemd en dat volgens Descartes de schakel vormt tussen de onstoffelijke geest en het lichaam.
Het originele manuscript van Descartes is verloren gegaan en tot nu toe zijn er slechts twee gedrukte versies van L'homme bewaard gebleven. Een Latijnse vertaling uit 1662 door Florentius Schuyl (1619-1669), die later hoogleraar geneeskunde in Leiden zou worden, en een Franse tekst uit 1664 van de Franse uitgever van Descartes' werken en correspondentie, Claude Clerserlier. Omdat er aanzienlijke verschillen zijn tussen deze twee teksten is de ware betekenis van L'homme het onderwerp geweest van vele wetenschappelijke debatten. Het herontdekte Latijnse manuscript vertaalt de originele Franse tekst bijna woord voor woord, in tegenstelling tot de vertaling van Schuyl, en biedt de mogelijkheid om de juiste lezing te ontdekken en veel van de debatten op te lossen. De identiteit van de vertaler is (tot nu toe) onbekend.
De herontdekking in de Leidse universiteitsbibliotheken
De reden dat het manuscript drie eeuwen lang over het hoofd werd gezien was de locatie: het archief van de Bibliotheca Thysiana. Deze bibliotheek bestaat nog steeds in haar oorspronkelijke staat en hoewel de collecties ervan bekend zijn bij specialisten, waren de archieven tot voor kort onbekend. Het archief werd in 2013 overgedragen aan de zorg van de Universitaire Bibliotheken Leiden en de inventarisatie werd in 2017 voltooid. Het manuscript werd ontdekt door Dr. Erik Jan Bos, onderzoeker aan de Erasmus school of Philosophy. Hij bereidt de publicatie ervan voor met een kritische beoordeling van de andere twee bronnen, en verwacht dat de vondst de discussie en interpretatie van het werk naar een hoger niveau zal tillen.
Een vondst van groot academisch belang
Het belang van dit manuscript is enorm. Het manuscript werpt een nieuw licht op vele vragen die historici van filosofie, wetenschap en geneeskunde al meer dan drie eeuwen voor een raadsel stellen. Niet alleen kunnen veel tekstuele meningsverschillen worden bijgelegd, maar het geeft ook een nieuwe impuls aan veel discussies over de inhoud van Descartes' filosofie. De tekst lijkt namelijk de bewering te staven dat Descartes niet de uitvinder is van een sterk dualistisch wereldbeeld, dat vasthoudt aan een strikte scheiding tussen geest en lichaam, maar juist een fervent onderzoeker was naar de eenheid van die twee.
- Onderzoeker
- Meer informatie
Persvoorlichter: Eddie Adelmund (Adelmund@esphil.eur.nl)
Het Erasmus Trustfonds heeft bijgedragen aan het onderzoek naar Descartes.