Sport- en lichaamsfilosoof Aldo Houterman werkt hij bij het Erasmus Center for Sport Integrity and Transition (ESPRIT), een onderzoeksinstituut van ESPhil, aan een proefschrift over de wetenschapsfilosoof Michel Serres. Daarnaast doceert hij aan studenten geneeskunde, fysiotherapie en lichamelijke opvoeding. In een interview met Montessori Magazine vertelt Houterman over zijn visie op de verhouding tussen sport, lichaam en geest, gezondheid en opvoeding. “Ik houd ervan om verschillende aandachtsgebieden met elkaar te verbinden, om te laten zien dat sport niet geïsoleerd staat in de samenleving.”
Platoonse tweedeling
Zijn dochter van 9 zit op de 15e Montessorischool in Amsterdam, een beetje een bewuste keuze, zegt Aldo Houterman, ‘maar ook gewoon een fijne buurtschool.’ ‘Sinds zij op die school zit, ben ik me gaan interesseren voor het gymonderwijs; ik ga bijvoorbeeld mee met sportdagen en af en toe mag ik een les volgen. Voor mij is het vooral inspirerend om te zien hoe mijn dochter zich ook motorisch ontwikkelt – hoe zij bijvoorbeeld las met haar vinger bij het lezen en op een gegeven moment niet meer. En als ze thuis een verhaal vertelt over haar klas, dat ze haar herinneringen dan ophaalt met armbewegingen die haar terugbrengen in die ruimte. Zoals ik het ook interessant vind hoe kinderen tegenwoordig leren bij gym en hoe er naar het lichaam gekeken wordt. Ik wil me laten inspireren door het denken en doen van kinderen, net als Maria Montessori en Michel Serres, over wie ik mijn proefschrift aan het schrijven ben.’
Michel Serres (1930-2019) liet zich weer inspireren door de schrijfster Simone Weil, zegt Aldo Houterman. ‘Die kenschetste onderwijs als het aanpassen van het lichaam aan hoe de wereld in elkaar zit.’ Als hijzelf colleges over de filosofie van het lichaam geeft, aan geneeskundestudenten, fysiotherapeuten en biologen, vinden die altijd de moeilijkste vraag wat we nou onder het lichaam verstaan, zegt hij. ‘Want als we niet opletten vervallen we toch altijd weer in die oude platoonse en christelijke tweedeling van het lichaam, de geest ervan gescheiden, het klassieke dualisme van lichaam-geest. In die denkwijze is het lichaam niet wie wij zijn, we hebben het, als een soort vehikel voor de geest. Ook voor filosoof René Descartes werd de identiteit bepaald door het denken, hij zag het lichaam als een instrument, een solide object zoals het dat ook was bij Galilei en Newton: lichamen als kegels die in beweging gebracht moeten worden en die mechanisch op elkaar reageren. Zie daar: de twee dominante beelden van het lichaam in de westerse cultuur.’
Catherine Malabou
Je hebt ook het boek Wat te doen met ons brein van de Franse filosofe Catherine Malabou4, over de plasticiteit van het brein en daarmee onze medeverantwoordelijkheid voor de ontwikkeling ervan, aldus Malabou. Aldo Houterman: ‘Het idee van ons DNA als blauwdruk van ons leven is inderdaad erg overdreven. Ik schreef ooit een scriptie over de filosofie van de neurowetenschappen en heb onderzoek gedaan in de biologische psychiatrie: wat gebeurt er in het brein bij bijvoorbeeld een dwangstoornis? Die wending naar de materiële hersenen, het brein, lijkt een wending naar het lichaam te zijn, want het brein geldt als deel van het lichaam. Maar in feite gebeurt in de neurowetenschappen nog steeds hetzelfde als bij Descartes: de veronderstelling dat hersenen het lichaam helemaal aansturen. Alle persoonlijkheid en intellectuele activiteit in het brein gelegd en de rest van het lichaam geïnstrumentaliseerd. Zelfs volgens psychiater Antonio Damasio, auteur van Descartes’ vergissing en het gelijk van Spinoza5, worden emoties volledig aangestuurd vanuit het brein. Maar bij Damasio heeft het lichaam al een grotere betekenis dan bij de Nederlandse neurowetenschappers Dick Swaab6 of Victor Lamme. Bij die laatsten is het brein de controlekamer van het lichaam, zoals Winston Churchill vanuit de Cabinet War Rooms onder Londen de Britse troepen aanstuurde in de Tweede Wereldoorlog. Alsof het brein een afgesloten orgaan zou zijn, alsof er niet allerlei signalen vanuit het lichaam als reactie op de wereld binnen zouden dringen. Om terug te komen op je vraag over spiegelneuronen, niet alleen het brein imiteert dus, maar het hele lichaam. Simplistischer gezegd: het brein is verspreid over het hele lichaam, omdat het vanuit dat hele lichaam signalen krijgt. We doen al na zonder dat het per se een neurale representatie hoeft te hebben.’
Lees de rest van het interview op Montessori Magazine.
- CV
Aldo Houterman is onderzoeker bij het Erasmus Center for Sport Integrity and Transition (ESPRIT). In 2019 verscheen zijn boek Wij zijn ons lichaam, waarin hij laat zien hoe we ons lichaam beter kunnen begrijpen en gebruiken.