Hoe thuis voel jij je op deze universiteit? Studenten en medewerkers beantwoorden deze vraag in een reeks portretten. In deze editie vertelt hoogleraar Theologie en economisch denken Paul van Geest zijn verhaal.
Een theoloog op een universiteit. Dat kán toch helemaal niet? Zijn economie en theologie geen tegenpolen? En áls het al kan, is Paul van Geest dan niet de ‘godganse’ dag bezig zijn positie te verdedigen? “Integendeel”, zegt hij. “Ik voel me hier juist als een vis in het water.”
Natuurlijk is er een bepaald beeld van ons theologen. Als ideologen, mensen die schrijven over iets of iemand die ze in tijd en ruimte nooit kunnen meten, niet kunnen bewijzen of ontmoeten en die ze ook niet kunnen verifiëren. Die persoon, dat ‘iets’ is God. Maakt dat theologie onzinnig? In de ogen van een heleboel mensen wel. In mijn ogen uiteraard niet. Met mijn studenten lees ik teksten uit de geschiedenis van het christendom waarin een gegrepenheid door het onverklaarbare is uitgedrukt. Dat rekt hun referentiekader op. Maar ik run hier geen bijbelschool of zo.
“Die discussies over de verschillen in wetenschappelijke uitgangspunten van economie en theologie zijn er natuurlijk wel. Ik vind ze heerlijk, ik ga ze graag aan en ze houden me scherp. Door mij continu te bevragen over het wetenschappelijk belang van theologie – want is dat er wel als ik het bestaan van God niet kan bewijzen – zetten ze me aan het denken. En soms zelfs aan het twijfelen over de ‘act van het geloof’. Dat moet ook want als je niet meer twijfelt en alleen maar weet, ben je ongeschikt als theoloog. Daar ben ik ze alleen maar heel erg dankbaar voor en dat maakt dat ik me meer dan thuis voel.
“Andersom houd ik de economen ook scherp, zo merk ik. Met discussies over ons mensbeeld bijvoorbeeld. Economen gaan in hun theorievorming uit van de homo economicus. Die is rationeel, consistent in zijn preferenties en evolueert niet. Zijn handelingen zijn gericht op het eigenbelang. Nu zijn er economen die dat een te beperkt mensbeeld vinden. De mens is niet altijd rationeel als hij keuzes maakt. Als je een relatie aangaat, vertrouw je erop dat het goed zal gaan maar je weet het niet zeker. En dat terwijl het huwelijk een keuze is met zeer vergaande economische consequenties.
“En zo zijn er nog veel meer drijfveren die lang niet allemaal in lijn zijn met die van de homo economicus. In de Bijbel zijn allemaal verschillende deugden, ondeugden en mensbeelden vervat die in de markt nog steeds opgeld doen. Vrijheid en gelijkheid zijn oorspronkelijk christelijke waarden. Net als waardigheid. Wanneer is een mens waardig? Verdien je dat door het bereiken van een bepaalde status of worden we waardig geboren? Wij theologen pleiten ervoor om die intrinsieke waardigheid op de voorgrond te laten treden in iedere economische transactie of relatie. Zo kun je de economie opvatten als iets anders dan een anonieme reeks van transacties maar ook als het aangaan van relaties, waarin mensen een gezicht krijgen. Door elkaar kritisch te blijven bevragen, ontstaat een win-winsituatie, zouden economen zeggen. En ik zeg dan hen na.
“Als je mij tien jaar geleden had gevraagd: beste Paul, waar zit jij over tien jaar? Heb jij dan een functie op de Pauselijke Curie in Rome of ben jij dan hoogleraar op de Erasmus Universiteit Rotterdam? Dan had ik ongetwijfeld het eerste gezegd. Dan had ik nu zitten studeren in de bibliotheek van het Vaticaan want dat is de place to be voor iedere theoloog. Maar het liep anders. En ik zit nu hier en ik voel me als een vis in het water.”
- Meer informatie
Dit interview verscheen in Erasmus Magazine.