Hoe kun je jongeren helpen om zich thuis te voelen in een wereld die verandert door de klimaatcrisis? In haar proefschrift stelt filosoof Lydia Baan Hofman (Erasmus School of Philosophy) een manier van denken voor die jongeren helpt om de wereld beter te begrijpen. Ze vond inspiratie in de term ‘response-ability’ van filosoof en bioloog Donna Haraway. "De normale manier om de wereld te begrijpen werkt niet meer."
In je proefschrift leg je de link tussen de klimaatcrisis en het gevoel van thuis zijn in de wereld. Kun je dat uitleggen?
"Het veranderende klimaat vormt een bedreiging om thuis te kunnen zijn. In materiële zin, omdat onze huizen worden bedreigd door bijvoorbeeld de zeespiegelstijging, maar ook als het gaat om betekenis. De normale manier om de wereld te begrijpen, om ermee vertrouwd te raken, werkt niet meer. Dat zagen we in de coronapandemie ook. Tijdens een crisis wil je dicht bij elkaar zijn, gedeelde smart is halve smart, maar dat mocht niet. De straten waren leeg en de normale gang van zaken was opgeschort. Als het straks vaker twintig graden wordt in november en er hier muggen voorkomen die ziektes overdragen, dan bedreigt dat ons vertrouwde gevoel van thuis zijn in de wereld."
Waarom is het belangrijk dat jongeren leren om hierover na te denken?
"Omdat hun toekomst bedreigd wordt en het gezond verstand hen daarbij niet helpt. Hoe kunnen we jongeren helpen om zich in een veranderende wereld te oriënteren? Ik vond inspiratie in de term ‘response-ability’ van filosoof en bioloog Donna Haraway, of in mijn vertaling ‘antwoordelijkheid’. Die woordspeling is een combinatie van antwoord en verantwoordelijkheid."
Waarom is ‘antwoordelijkheid’ voor jou zo bruikbaar?
"Het helpt ons actief te antwoorden op de uitdagingen van onze tijd, in plaats van te denken in termen van individuele verantwoordelijkheid en schuld. We zijn verweven met andere mensen en met andere organismen, tot aan de bacteriën in onze darmen die nodig zijn voor de spijsvertering. Door te leren over deze verwevenheid kunnen we beter begrijpen hoe we wederzijds afhankelijk zijn, en hoe we daarin juist antwoorden kunnen geven voor een rechtvaardigere wereld."
Onrechtvaardigheid is een terugkerend thema en je stelt ook dat vrouwen harder geraakt worden door de klimaat- en ecologische crises. Waarom is dat relevant voor je proefschrift?
"Klimaatverandering verdiept bestaande onrechtvaardigheden. Zo hebben vrouwen wereldwijd regelmatig te maken met gendergeweld na een natuurramp. In Nederland zie je dat vrouwen harder geraakt worden door energiearmoede, wat toeneemt als olie- en gasprijzen stijgen. Ze zitten meer thuis, zijn vaker alleenstaande ouder en er is nog steeds een loonkloof. Feministische theorieën zijn voor mijn proefschrift heel bruikbaar. Die gaan over handelingsvermogen vinden als je verknoopt zit in structuren van onrechtvaardigheid: hoe kun je tóch een betekenisvol verschil maken?"
Je maakt zelf niet een hapklare lesmodule, maar je beschrijft wel drie onderwijspraktijken op basis van je onderzoek. Kun je daar iets meer over vertellen?
"De eerste is het uitbreiden van antwoordelijkheden. Leerlingen geven al antwoord op bepaalde anderen met wie ze verweven zijn, zoals hun vrienden of huisdier. Ze zorgen responsief voor een gedeelde wereld. Leerlingen kunnen hun antwoordelijkheden uitbreiden naar andere wezens met wie ze óók in relatie staan, maar die ze nog niet kennen: een kraai in de straat of een sweatshopmedewerker in Bangladesh.
Ook trainen leerlingen met wat ik ‘gesitueerd denken’ noem. Van sommige leerlingen wordt vaker verwacht dat ze antwoordelijk zorgen dan anderen. Leerlingen leren daarom kritisch nadenken over of zijzelf of anderen niet te veel of te weinig antwoordelijk zijn. Is het aan een leerling om geen vlees meer te eten, of aan haar kokende ouders, of aan de overheid die vleeseten moet ontmoedigen?
Tot slot: Hoe krijg je je doen in lijn met je denken? Dat is een van de moeilijkste dingen, omdat onze manier van doen, bijvoorbeeld de kleding die we kopen, verweven is met wie we zijn. Als derde praktijk stel ik ‘thuistactieken’ voor, een term die ik leen van dekoloniale feminist Mariana Ortega. Leerlingen experimenteren met die antwoordelijkheden waarvan ze vinden dat ze overeenkomen met hoe de wereld zou moeten zijn, bijvoorbeeld door een vintage outfit te dragen. In thuistactieken knutselen leerlingen met wie ze zijn, iets wat opgroeiende tieners niet vreemd is."
Wat hoop je met je proefschrift te bereiken?
"Het zou tof zijn als het een plek krijgt in het onderwijs. Ik vind het als filosoof vooral belangrijk om mensen aan het denken te zetten. Ik wil niet opleggen hoe je moet denken, maar jongeren in staat stellen om überhaupt antwoorden te geven, hoewel ik vanuit mijn overtuigingen natuurlijk wel bepaalde kaders voorstel, want ik ben geen neutrale buitenstaander. Verder denk ik erover om een Nederlandstalig boek over mijn onderzoek te schrijven."
- Promovendus
- Gerelateerde content