‘Vijftien miljoen mensen, die schrijf je niet de wetten voor, die laat je in hun waarde’. Het tijdsgevoel van 1996 is perfect vertolkt in dit liedje geschreven voor een Postbank-reclamespotje en uitgegroeid tot een heuse hit. Het was de tijd van de Derde Weg en van het paarse kabinet. Economische voorspoed en technologische ontwikkeling lijken politieke tegenstellingen ondergeschikt te maken aan een sociaal-liberaal individualisme dat ‘iedereen in zijn waarde laat’.
Nu, een kwart eeuw later, verlangen we nog steeds dat iedereen in hun waarde wordt gelaten, maar de vrolijke noten van het liedje zijn veranderd in een scherp en onverzoenlijk ‘J’accuse’ dat uit veler kelen klinkt. Gele hesjes, populisten, social justice warriors maar ook veel mainstream commentatoren vertolken dit nieuwe lied, in een land dat inmiddels lijkt te bestaan uit zo’n achttien miljoen aanklagers.
[...]
Wat hier opvalt is de toon, de veranderde opstelling, de perceptie wat het betekent om iets of iemand ‘in hun waarde te laten’. Dat lijkt haast structureel niet meer te lukken. Dit wordt geduid als falen en bovenal toegeschreven aan de onmacht of onwil van een ander, of diens geprivilegieerde positie. Die ander wordt niet alleen verantwoordelijk gehouden, maar ook in staat van beschuldiging gesteld: aangeklaagd - individueel of collectief. Soms formeel, voor de rechter, zoals de staat in het geval van Srebrenica of Urgenda. Maar vaak ook informeel. Met name via (sociale) media kunnen mensen worden aangeklaagd, en meteen ook veroordeeld ofwel gecanceled. Zoals ik in mijn boek Culturele veldslagen zeg: het cancelen is de hedendaagse seculiere versie van de christelijke excommunicatie en van de islamitische fatwa.
- Meer informatie
Benieuwd naar de volledige inhoud van de tekst? Dit opiniestuk verscheen oorspronkelijk in de NRC van 25 november.