De gezondheidszorg is door een niet aflatende stroom van nieuwe wet- en regelgeving aan snelle en ingrijpende veranderingen onderhevig. Demografische, medisch-ethische en (bio)technologische ontwikkelingen voeden een brede maatschappelijke discussie over de grenzen van de zorg. De collectieve zorguitgaven beslaan al meer dan 10% van de Nederlandse economie. De komende jaren stijgt dit percentage verder door vergrijzing en de vergoeding van veel, kostbare nieuwe behandelingen. We staan voor grote uitdagingen om (de toegang tot) goede en betaalbare zorg voor iedereen te waarborgen. Hierbij biedt het gezondheidsrecht juridisch houvast en richting. Dat is ook het geval bij vraagstukken rond leven en dood (bijv. kunstmatige voortplanting, rechtsbescherming van de ongeborene & euthanasie), rechten van patiënten, kwaliteit van zorg en medische aansprakelijkheid (bijv. kwaliteitsstandaarden, disfunctionerende specialisten, letselschade en klacht- & tuchtrecht) en zorgschaarste (bijv. in de GGZ, het tekort aan donororganen, en geneesmiddelentekorten).
Verzakelijking en juridisering trekken eveneens steeds diepere sporen in de zorgsector. Het zorgverzekeringsrecht (bijv. regulering van zorgverzekeraars, zorgpolissen en zorgkosten), het mededingingsrecht (de sector is berucht om kartelafspraken), het ondernemingsrecht in de zorg (bijv. medisch-specialistische bedrijven en privéklinieken) en governance in de zorg zijn daarop van grote invloed. De rol van internationale en Europese wet- en regelgeving blijft bij deze vraagstukken vaak buiten de schijnwerpers maar is in werkelijkheid daarin sturend en normerend. De sectie Recht van de Gezondheidszorg biedt in nauwe samenwerking met ervaren, hooggekwalificeerde gastdocenten uit het werkveld als enige in Nederland een gelijknamige master aan, die het gezondheidsrecht in de volle breedte bestrijkt.