Doelgroepen

In dit onderzoek staan mensen met dementie die thuis wonen en hun naasten centraal. Mensen met dementie die thuis wonen hebben vaak te maken met veel verschillende zorg -en ondersteuningsdiensten. Denk hierbij aan bijvoorbeeld de thuiszorg, de huisarts, casemanagers, vrijwilligers, maar ook aan de gemeente voor bijvoorbeeld aanpassingen aan de woning en de toegankelijkheid en veiligheid van de openbare ruimte. Daarnaast spelen naasten vaak een belangrijke ondersteunende rol als mantelzorger. Naasten kunnen ook te maken krijgen met verschillende obstakels, zoals het vrij moeten vragen van werk om zaken te kunnen regelen. De veelheid aan diensten en mogelijkheden maakt het voor mensen met dementie en hun mantelzorgers lastig om de juiste zorg en ondersteuning te vinden en te krijgen die op dat moment nodig is.

Deze problematiek is niet nieuw, maar wordt veelal onderzocht vanuit het perspectief van samenwerkende organisaties, gemeenten en hulpverleners. In dit project vertrekken we vanuit de verhalen en ervaringen van mensen met dementie en hun mantelzorgers. Zo weten we dat zij soms verdwalen in het doolhof van hulpverleners en regelgevende instanties, wat leidt tot spanningen en een gevoel van onveiligheid en verlies van controle. In het onderzoek zetten we deze, en andere verhalen en ervaringen van mensen met dementie en hun naasten centraal. We onderzoeken hoe hun verhalen en ervaringen de kwaliteit van de zorg bij mensen thuis kan verbeteren.

Bij dit onderzoek is een groot aantal publieke en maatschappelijke organisaties en groepen betrokken. In de eerste plaats mensen met dementie en hun naasten. Daarnaast nemen onder meer dienst- en zorgverleners, gemeenten (via de VNG), de GGD, de Inspectie voor Gezondheidszorg & Jeugd, Toezicht Sociaal Domein, Alzheimer Nederland en Zorgbelang Inclusief deel om gezamenlijk te leren over hoe de zorg en ondersteuning voor deze doelgroep beter kan worden ingericht en welke rol de betrokken inspecties hierbij zouden kunnen spelen om leren te bevorderen. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de Erasmus Universiteit Rotterdam.

In dit onderzoek staan kinderen met sociale en psychische problemen en hun ouders/verzorgers centraal. Deze kinderen, en hun ouders/verzorgers, hebben dikwijls te maken met een veelheid aan (specialistische) jeugdhulpverleners, onderwijzers, maatschappelijk werkers en overheidsdiensten. Dit maakt het voor kinderen en ouders/verzorgers lastig om te sturen op hun eigen leefsituatie. Daarbij komt dat, naarmate kinderen ouder worden, de overgang naar de zorg voor volwassenen weer nieuwe uitdagingen met zich meebrengt.

Deze problematiek is niet nieuw, maar wordt veelal onderzocht vanuit het perspectief van samenwerkende organisaties, gemeenten en hulpverleners. In dit project vertrekken we vanuit de verhalen en ervaringen van kinderen en ouders/verzorgers. Zo weten we dat zij soms verdwalen in het doolhof van hulpverleners en regelgevende instanties, wat leidt tot spanningen en een gevoel van onveiligheid en verlies van controle. In het onderzoek zetten we deze, en andere verhalen en ervaringen van kinderen en hun ouders/verzorgers centraal. We onderzoeken hoe hun verhalen en ervaringen de kwaliteit van de (jeugd)zorg en de geboden begeleiding kunnen verbeteren.

Bij dit onderzoek is een groot aantal publieke en maatschappelijke organisaties en groepen betrokken. In de eerste plaats kinderen en hun ouders/verzorgers die te maken hebben met sociale en psychische problemen. Daarnaast nemen ook, gemeenten (via de VNG), Divosa (vereniging van gemeentelijke directeuren en leidinggevenden), de Onderwijsinspectie, de Inspectie voor Gezondheidszorg & Jeugd, Mind en Zorgbelang Inclusief deel aan dit onderzoek om gezamenlijk te leren over hoe de zorg voor deze doelgroep beter kan worden ingericht en welke rol de betrokken inspecties hierbij zouden kunnen spelen om leren te bevorderen. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de Radboud Universiteit in samenwerking met de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt staan centraal in het onderzoek dat wordt uitgevoerd bij de Rijksuniversiteit Groningen. Het onderzoek zal zich richten op hoe mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt ondersteuning van publieke diensten, zoals het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), ervaren.

Voor dit onderzoek ontvangen mensen in een kwetsbare positie minimaal zes maanden een Werkloosheidsuitkering (WW) of één jaar of langer een bijstandsuitkering. Ondanks de krappe arbeidsmarkt loopt het aantal mensen dat langdurig een uitkering ontvangt in Nederland op. Deze mensen hebben vaak te maken met verschillende publieke diensten omdat zij naast hun WW- of bijstandsuitkering ook andere diensten gebruiken, zoals hulp voor laaggeletterdheid, (geestelijke) gezondheidsproblemen en/of schulden. Bedrijven kunnen huiverig zijn om deze mensen aan te nemen en dat kan een grote impact hebben op mensen, bijvoorbeeld een negatieve invloed op de eigenwaarde.

In het onderzoek zetten we de verhalen van mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt centraal. We onderzoeken hoe hun verhalen en ervaringen de kwaliteit van publieke dienstverlening kunnen verbeteren. Daarnaast kijken we hoe deze ervaringen kunnen worden ingezet in het toezicht op publieke diensten om ook in het toezicht het gebruikersperspectief centraal te zetten.

We voeren het onderzoek uit in nauwe samenwerking met maatschappelijke partners: Toezicht Sociaal Domein (TSD), Stichting Lezen en Schrijven (LES), Divosa (vereniging van gemeentelijke directeuren en leidinggevenden), Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), maar vooral ook met dienstverleners en mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt.

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen