Zes vragen over toezicht op regiosamenwerking

Richard Janssen

Waar de klassieke toezichthouder vooral oog had voor continuering van de eigen organisatie, verschuift de focus steeds meer naar regionale samenwerking en de maatschappelijke opdracht. Om toezichthouders op deze nieuwe rol toe te rusten, heeft de Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorg en Welzijn (NVTZ) het boek 'Toezien op samenwerken: naar een verantwoord samenspel' uitgebracht.

Medeauteur Richard Janssen is WAR-lid, toezichthouder, voormalig zorgbestuurder en ZonMw bestuurder, emeritus hoogleraar Bestuur en management van instellingen in de Gezondheidszorg aan Erasmus en hij bekleedde de leerstoel Economie en organisatie van de gezondheidszorg aan de Universiteit van Tilburg. Zorgvisie stelt hem zes vragen over het boek.

Waarom is de WAR in de pen geklommen?

“Regionale samenwerking sluimerde al een tijdje als opkomend thema, onder meer tijdens de covidperiode. Ook in het Integraal Zorgakkoord (IZA) worden partijen opgeroepen om meer samen te werken. Het ‘hoe’ blijft echter open voor eigen invulling. Samenwerking leidt bovendien tot dilemma’s. De klassieke rol van de toezichthouder verschuift naar toezien op het maatschappelijk belang, het definiëren van de regio, de samenhang, regionale lacunes en concurrentie. Van onze achterban kregen wij dan ook de vraag hoe raden van toezicht (rvt’s) met deze uitdagingen kunnen omgaan. In het boek zijn we daarom dieper ingegaan op de onderliggende waarden van good governance in het toezicht op netwerken en samenwerkingsverbanden.”

In hoeverre zien raden van bestuur al toe op samenwerking?

“We komen uit een traditie waarbij de focus op de continuering van de organisatie en de marktpositie lag. Thema’s die sinds de invoering van de Zorgverzekeringswet belangrijker werden. Op de achtergrond sluimert ook het vraagstuk wat de ACM nou wel en niet goed vindt in termen van competitie en samenwerking. Vaak wordt dat als excuus gebruikt om terughoudendte zijn. Terwijl samenwerking in een competitieve setting ook goed kan zijn voor de zorgvrager. Zo disciplineert Albert Heijn de hele supermarktketen. Daardoor is het aanbod niet bepalend, maar wordt het aanbod door de vrager bepaald. Zo kan samenwerking in een competitieve setting ook bijdragen om de zorg disciplineren, opdat de zorgvrager echt centraal komt te staan. De Governancecode 2022 kan daarbij helpen. Die benoemt de maatschappelijke opdracht explicieter en prikkelt om te kijken naar de regionale belangen, die juist door samenwerking beter gediend worden.”

Welke thema’s passeren de revue in het boek?

“Het boek bestaat naast een bijdrage van de WAR-leden uit een verzameling van auteurs die verschillende invalshoeken belichten op basis van praktijkvoorbeelden. Een capita selecta. Zo benadrukt WAR-voorzitter Mirella Minkman, bijzonder hoogleraar Organisatie en Bestuur van Langdurende Integrale Zorg, het risico wanneer netwerkzorg en regionalisering nietszeggende modetermen worden en beschrijft zij vier puzzelstukjes waar een netwerk op kan reflecteren: de juiste schaal, hoe te komen tot een passende inrichting en besluitvorming en de rol van waarden en vertrouwen bij samenwerking. Gerda van Dijk, hoogleraar Publiek leiderschap, zoomt in op toezicht op verscheidenheid. We komen uit een traditie van horizontale samenwerking, waarbij de mensen aan de tafel allemaal op elkaar lijken. Door de samenwerking, bijvoorbeeld tussen de eerste lijn en intramurale zorg, neemt de verscheidenheid toe. Accepteer die verschillen en benut ze.

Floor Rink, hoogleraar Organisatiegedrag, beschouwt principegestuurd toezicht om vertrouwen te creëren in regionale zorgnetwerken. En Evelien Tonkens, hoogleraar Burgerschap en Humanisering van de Publieke Sector, baseert zich grotendeels op een proefschrift over netwerksamenwerking in het sociaal domein. Tel je niet te rijk, de praktijk is weerbarstig, luidt haar boodschap. Daarnaast worden er zes casussen van samenwerkingsverbanden – Utrechtzorg, KOOS Utrecht, Palliatieve zorg & dementie, Alliantie Santé, Thuis in de Wijk en Vitaal Brainport – gedeeld over hun manier van werken. Daaruit blijken de verschillen in de manier van organisatie, vorm en toezicht. De diversiteit toont ook overeenkomsten en interessante handelingsperspectieven.”

Uw bijdrage spitst zich toe op volksgezondheid en het belang van regionaal maatwerk. Wat is uw hoofdboodschap?

“Demografie is al dertig jaar vooruit te zien. Zicht hebben op een regionaal populatieperspectief kan ertoe leiden dat een regio tot een ander regiobeeld komt met een andere visie en prioriteiten. Dat gaat verder dan een tijdelijk arbeidsmarkt- of vastgoedvraagstuk, maar vraagt een langetermijnbeleid, waarin preventie en het voorkomen van gezondheidsverschillen centraal staat. Het zwaartepunt ligt momenteel echter nog te veel op klinische zorg, terwijl de echte risico’s aan de voorkant zitten en bepaald worden door de afkomst en het inkomen van iemands ouders, de wijk waarin iemand woont of de school waarop iemand zit. Die regionale verschillen zouden tot een regiobeeld moeten leiden, waarbij er intersectoraal wordt samengewerkt en het palet van de causale keten naar het sociaal domein verschuift. Conceptueel is dit niet ingewikkeld, maar in de praktijk is zo’n integrale benadering complex.”

Welke inzet wordt er van toezichthouders verwacht?

“In de eerste plaats kunnen toezichthouders zich openstellen voor regionale samenwerking en bestuurders bevragen over het regiobeeld en strategische samenwerkingspartners. Ook het gesprek aangaan met collega-toezichthouders en het leren kennen en vertrouwen is een belangrijke kans, bijvoorbeeld via een regionale werkconferentie. Oog hebben voor fricties is een andere belangrijke opdracht. Doen we ondanks de krapte wat maximaal haalbaar is in de regio en welke regionale oplossingen zijn er?”

Wat willen jullie met deze publicatie bereiken?

Toezien op samenwerken is naar onze 1.100 leden gestuurd. Met het boek willen we niet zozeer tot pasklare oplossingen komen, maar praktische bouwstenen leveren. De WAR wil hiermee het gesprek op gang brengen over regionale samenwerkingsverbanden en toezicht daarop. Maar het dient ook als inspiratiebron voor varianten in samenwerking en als bron voor reflectie om de eigen samenwerkingsverbanden waaraan men deelneemt onder de loep te nemen. Daarnaast kan het boek als achtergrondinformatie gebruikt worden voor het organiseren van een themabijeenkomst of bijscholing voor de raad van toezicht. Of zoals Mirella Minkman aanspoort in haar introductie: “Gebruik de publicatie niet alleen als smaakvol dessert of als iets om op te broeden, maar ook als amuse of gezond voorgerecht voor de ontmoeting met collega-toezichthouders van samenwerkingspartners.” In het najaar zal de WAR de genoemde thema’s ism de NVTZ in een viertal online dialoog sessies nog meer publieke aandacht geven. Op het NVTZ ledenfestival,30 november as. wordt een workshop gehouden over het boek en de daarin behandelde thema’s.

Professor
Meer informatie

Dit artikel is geschreven door Laura van Elst en gepubliceerd op 26 juli in Zorgvisie.

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen