Keuzes over het al dan niet vergoeden van innovatieve geneesmiddelen en behandelingen via het basispakket van verzekerde zorg worden steeds ingewikkelder, onder meer omdat geldig bewijs er vaak (nog) niet is op het moment dat die keuze gemaakt moet worden. Een mogelijke oplossing hiervoor is cyclisch pakketbeheer: het tijdelijk – onder bepaalde condities – vergoeden van dergelijke geneesmiddelen en behandelingen, met het oog op doorgaand wetenschappelijk onderzoek dat soelaas moet bieden.
Dit roept echter allerlei vragen op over legitimiteit van bewijs, het verzamelen van data, privacy en medische ethiek, bijvoorbeeld in relatie tot het delen van data door patiënten en toegang tot zorg. We weten tegelijkertijd ook nog weinig over de praktijk van dergelijk cyclisch pakketbeheer, met name over de rol van patiënten en zorgverleners hierin.
In een onderzoek in het kader van de Academische Werkplaats Verzekerde Zorg hebben Rik Wehrens en Bert de Graaff van onderzoeksgroep Health Care Governance, in opdracht van Zorginstituut Nederland, daarom twee gevallen van zogeheten cyclisch pakketbeheer nader bekeken (paramedische herstelzorg na COVID-19 en eculizumab voor aHUS). In hun rapport benadrukken ze de spanningen in beleid en in het aanspreken en betrekken van professionals en patiënten en formuleren ze concrete aanbevelingen voor Zorginstituut Nederland.
- Universitair Docent
- Universitair Hoofddocent