Op donderdag 6 maart vond tijdens de Health Business Week van Erasmus School of Health Policy & Management het symposium ‘De maatschappij aan zet? Zorg en ondersteuning aan jeugdigen’ plaats in samenwerking met het Erasmus Centrum voor Zorgbestuur vanwege haar 20-jarig jubileum. Een initiatief wat ontstond door een groeiende behoefte om de jeugdzorg beter te leren kennen vanuit de leefwereld van jeugdigen, professionals en bestuurders in een taaie context van beleid en politiek. In dit reflectieverslag een korte terugblik op een interactieve middag tussen verschillende generaties.
In de afgelopen jaren hebben zorg en ondersteuning voor jeugd steeds meer aandacht gekregen in de media, beleidsvorming en politiek. Nieuwsberichten, opinieartikelen en documentaires benadrukken regelmatig de dringende financiële tekorten bij nationale en lokale overheden, de impact van wachtlijsten op cliënten en hun families, het toenemende personeelstekort, de hoge werkdruk en de administratieve lasten. Steeds vaker wordt erkend dat de onderliggende problemen verder reiken dan alleen de jeugdzorg. Een bredere maatschappelijke blik op zorg en ondersteuning voor jongeren houdt rekening met verschillende factoren zoals huisvesting, financiële zekerheid, toenemende prestatiedruk, complexe echtscheidingen en mentale gezondheidsproblemen die de vraag naar zorg en ondersteuning beïnvloeden. Juist daarom wordt de betrokkenheid en expertise benadrukt van een breed netwerk, waaronder scholen, jeugdwerkers, welzijnsorganisaties, kinderopvang, sportclubs, huisartsen, jeugdzorgprofessionals en gespecialiseerde jeugdzorgaanbieders.
Door deze ontwikkelingen groeide de behoefte om de jeugdzorg ‘van binnenuit’ beter te begrijpen. Welke concrete uitdagingen zijn zichtbaar en hoe gaan betrokkenen hiermee om? Hoe worden verbindingen gelegd tussen verschillende domeinen, perspectieven en leefwerelden in de zorg en ondersteuning van opgroeiende en toekomstige generaties? Momenteel komen ervaringen uit de jeugdzorg maar beperkt terug in de bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen; het is daarom hoog tijd om te leren vanuit verschillende perspectieven en met experts in gesprek te gaan tijdens het symposium.
“Durf te dromen en anders te kijken.” Dat was het slotadvies van Ronnie van Diemen, voorzitter van Jeugdzorg Nederland, aan de studenten aan het einde van haar voordracht. In haar presentatie stipte zij aan het begin een kernvraag aan om de jeugdzorg beter te begrijpen: wat betekent het om door de ogen van het kind te kijken? Daarbij gebruikte ze kleurrijke illustraties van Marijke Klompmaker uit het boek Alles is dromen, dromen is alles van Stine Jensen. Deze insteek koos Ronnie bewust: in de veelal abstracte systeemdiscussies -hoe terecht en belangrijk die ook zijn- ligt het risico op de loer dat het perspectief van jeugdigen en gezinnen naar de achtergrond verdwijnt. Specifiek wees Ronnie op de toenemende kloof tussen arm en rijk, die óók zichtbaar is in de jeugdzorg. Haar pleidooi richtte zich op het omarmen van de verschillende facetten van gezondheid die een rol spelen wat verder gaat dan alleen het zorgdomein.
Haar analyse van de ontwikkelingen in de jeugdzorg in het afgelopen decennium, waaronder de decentralisaties in 2015, hielp de studenten om grip te krijgen op de reikwijdte van de sector. Zoals een student na afloop tijdens de borrel opmerkte: “Ik heb het idee dat ik nu beter kan uitleggen wat er speelt in de jeugdzorg en dat er zoveel verschillende partijen bij betrokken zijn. Dat heeft mij verbaasd.” Op de slotvraag van een student over wat haar hoopvol stemt, gezien de urgente problemen in de jeugdzorg, antwoordde Ronnie: “De kracht en inventiviteit zitten echt in de sector, bij de betrokkenen zelf; dé oplossing zal niet simpelweg van beleidsmakers komen.”
Laura Nooteboom, universitair hoofddocent aan het Leids Universitair Medisch Centrum, zoomde in haar presentatie in op het thema ‘integraal werken’ in de jeugdhulp. Zij putte uit de bevindingen van haar proefschrift Towards Increased Understanding of Integrated Youth Care, waarop zij in 2021 promoveerde. Na de brede analyse van Ronnie nam Laura de studenten mee in de concrete uitdagingen en oplossingen rondom het organiseren van integrale zorg voor jeugdigen en gezinnen. “Echt een diepte-inzicht in de uitvoeringspraktijk,” zoals een student na afloop samenvatte.
Hoe geven professionals integraal werken concreet vorm? Een belangrijke boodschap van Laura is dat “integraal een vak apart is” het vraagt van professionals om buiten bestaande kaders te werken. Ze signaleert dat het veld versnipperd is, met veel aanbieders, en dat interprofessionele samenwerking nog vaak beperkt blijft. “Te veel jeugdigen en gezinnen met meervoudige, ernstige en langdurige problemen vallen momenteel tussen wal en schip,” aldus Laura. Werkwijzen zoals beschreven in beleidsstukken beklijven niet automatisch in de praktijk. Het opzetten van multidisciplinaire teams leidt niet per definitie tot een integrale werkwijze van professionals. “Dat is namelijk een vak apart. Gezinnen hebben vaak diverse hulpvragen; je kunt als professional niet alles weten. Je hebt de ander nodig en daarom moet je samenwerken.”
Daarvoor is professionele ruimte nodig en kennis over de grenzen van de eigen expertise. Om dit te bewerkstelligen is meer aandacht voor vormen van ‘gedeeld leren’ noodzakelijk juist over disciplines en expertises heen.
Hoe geven professionals concreet vorm aan integraal werken? Een belangrijke boodschap van Laura is dat “integraal een vak apart is”; het vraagt van professionals om buiten bestaande kaders te werken. Zij signaleert dat het veld versnipperd is, met veel aanbieders, en dat interprofessionele samenwerking nog vaak beperkt blijft. “Te veel jeugdigen en gezinnen met meervoudige, ernstige en langdurige problemen vallen momenteel tussen wal en schip,” aldus Laura. Werkwijzen zoals beschreven in beleidsstukken beklijven niet automatisch in de uitvoeringspraktijk. Het opzetten van multidisciplinaire teams leidt niet per definitie tot een integrale werkwijze van professionals. “Dat is namelijk een vak apart. Gezinnen hebben vaak diverse hulpvragen; je kunt als professional niet alles weten. Je hebt de ander nodig, en daarom moet je samenwerken.”
Daarvoor is professionele ruimte nodig en kennis over de grenzen van de eigen expertise. Om dit te bewerkstelligen is meer aandacht nodig voor vormen van ‘gedeeld leren’ juist over disciplines en expertises heen.
Margo van Rheenen gaf in haar voordracht een inkijkje in de bestuurlijke arena. Zij is bestuurder bij zowel Xtra (een krachtenbundeling van verschillende maatschappelijke organisaties) als rondomJou (een samenwerkingsverband in de jeugdhulp en zorg, actief in vier Haagse wijken). Door dienstverlening zoveel mogelijk te combineren, biedt Xtra ondersteuning op het gebied van vroegsignalering en preventie voor alle inwoners, ongeacht leeftijd of leefgebied. Binnen rondomJou werkt Xtra samen met Jeugdformaat, Middin en Youz. In dit samenwerkingsverband zijn 11 buurtteams verdeeld over de vier stadsdelen. “Interessant hoe welzijns- en zorgorganisaties hier samenwerken en zich tegelijkertijd moeten verhouden tot gemeenten en nationaal beleid,” merkte een student na afloop op.
En precies daar ging Margo uitgebreid op in. Zij nam de studenten mee in de complexe dynamiek van het navigeren tussen lokale, regionale en landelijke ontwikkelingen, waarbij ‘bestuurlijk lef’ telkens weer nodig is. Beleidsverwachtingen en bezuinigingsopgaven leggen een grote druk op de uitvoeringspraktijk. Het geformuleerde ‘Haags Toekomstperspectief’ helpt betrokken partijen om koers te houden en een breed palet aan ondersteuning te organiseren wat dus verder reikt dan zorg alleen. Opvoedsteunpunten, pedagogisch coaches, gezinscoaches en preventiecoördinatoren spelen hierin een essentiële rol.
Tegelijkertijd is samenwerking tussen verschillende welzijns- en zorgorganisaties geen vanzelfsprekendheid. Verschillende organisatieculturen en managementstijlen moeten op elkaar worden afgestemd om meer ‘gelijkgerichtheid’ te bereiken en minder fragmentatie te ervaren. “Het gaat om het ombuigen van culturen en werkwijzen naar een nieuwe visie voor jeugdigen en gezinnen juist vanuit het welzijnsperspectief,” aldus een bevlogen Margo.
Het slotstuk van de middag was aan Esther van Eijk-de Geus, onderzoeker bij de Ombudsman Rotterdam-Rijnmond. Zij sprak over het belangrijke, maar soms minder bekende werk van de Kinderombudsman. “Ik wist eigenlijk niet dat de Kinderombudsman zelf ook onderzoek uitvoert; dat was leerzaam om te horen,” zei een student.
Esther was een van de onderzoekers die de problematiek rondom ‘thuiszitters’ verkende. Sommige leerlingen lopen vast in het onderwijssysteem en zijn lange tijd of zelfs blijvend afwezig een situatie die bekendstaat als thuiszitten. Juist vanwege de relatief onbekende rol van de Kinderombudsman leverde dit veel vragen op vanuit het studentenpubliek. Hoe verhoudt het instituut zich tot de media en andere maatschappelijke ontwikkelingen? Hoe worden schrijnende situaties die bij de Kinderombudsman worden gemeld opgepakt, en zijn daar specifieke criteria voor?
“We nemen geen afwachtende houding aan, maar proberen juist actief in kaart te brengen welke problemen er spelen,” aldus Esther. Haar voordracht maakte duidelijk dat het naleven van het Kinderrechtenverdrag niet vanzelfsprekend is en steeds meer onder druk staat. “Het belang van het kind voorop daar zetten we ons voor in.”
Samenvattend was de middag een aanmoediging voor verschillende generaties om elkaar actief op te zoeken en de jeugdzorg beter te begrijpen vanuit meerdere perspectieven. Tegelijkertijd was het programma niet volledig; andere perspectieven, zoals die van jongeren zelf, kwamen minder expliciet aan bod. Toch werd een belangrijke eerste stap gezet door open gesprekken te voeren en ervaringen ruimhartig te delen.
Veel dank aan de sprekers voor hun openheid en aan de Health Business Week-commissie en in het bijzonder Carlinde Meijer, Lieke Sandee en Milovan Jovanovic voor de fijne samenwerking.
- Onderzoeker
- Meer informatie
De Health Business Week is het toonaangevende zorggerelateerde evenement waar studenten, bedrijven, organisaties, opinieleiders en keynote sprekers samenkomen. De invloed van het evenement reikt verder dan alleen de ongeveer 1300 uitgenodigde bachelor-, pre-master- en masterstudenten van de Erasmus School of Health Policy and Management (ESHPM). Ook studenten van andere faculteiten en universiteiten met interesse in de zorgsector zijn van harte welkom.