Om de almaar oplopende zorgkosten in te dammen, moet ook kritisch gekeken worden naar welke behandelingen en medicijnen wel en niet worden vergoed. Dat schrijft de Sociaal-Economische Raad (SER) in een advies over de betaalbaarheid van de zorg. Afgelopen zaterdag reageerde prof.dr. Marco Varkevisser in De Telegraaf op het advies van de SER.
Nu al geven we jaarlijks ruim €80 miljard uit aan gezondheidszorg en dat loopt de komende jaren alleen maar op. Het toelaten van nieuwe behandelingen of medicijnen in het basispakket betekent dat andere eruit moeten.
“Makkelijker gezegd dan gedaan, merkt de SER terecht op, want tornen aan het basispakket ligt zowel maatschappelijk als politiek heel gevoelig”, zegt Marco Varkevisser. “Eerdere beperkingen van het basispakket riepen veel weerstand op en zijn dus door politici moeilijk te verdedigen.”
De SER doet geen uitspraken over wat wel en niet vergoed moet worden. Dat besluit is aan de minister, na advies van het Zorginstituut. Positief is dat de coronacrisis de discussie over zinnige zorg en innovaties heeft aangezwengeld. “Door de vele uitgestelde behandelingen en zorg die niet heeft plaatsgevonden, is duidelijk geworden dat zorg niet altijd zinnig is”, zegt Varkevisser. “Daar kunnen we voor de toekomst veel van leren, ook bij de samenstelling van het basispakket.”
Om maatschappelijk en politiek tumult te voorkomen, is het volgens Varkevisser beter als de besluiten over de inhoud van het basispakket iets meer op afstand van de politiek worden genomen, bijvoorbeeld via een onafhankelijk orgaan met voor iedereen duidelijke beslisregels. “Ook is er voor zorgverzekeraars een grotere rol weggelegd, bijvoorbeeld om de kosten in de hand te houden bij de afspraken met zorgverleners.”
Dit artikel verscheen in de Telegraaf van zaterdag 20 juni 2020. U kunt het via deze (betaalde) link teruglezen.
- Professor