Een meerderheid in politiek Den Haag wil de rol van commerciële partijen in de zorg minimaliseren om misstanden te voorkomen. Maar hebben we het geld van deze private investeerders niet juist heel hard nodig om de zorg toegankelijk te houden? Ernst Kuipers, de voorganger van de huidige minister van Volksgezondheid, liet daarom door EY onderzoek doen naar de effecten van private equity in de zorg. Begin april kwamen de consultants met hun rapport.
De belangrijkste conclusie is dat private equity - waarbij een partij namens een groep investeerders een meerderheidsbelang neemt in een bedrijf of organisatie en het bedrijf na een tijdje met winst weer verkoopt - geen negatief effect heeft op de kwaliteit van de zorg.
,,Je wilt geen partijen binnenhalen die alleen maar denken 'hoe kan ik hier zo snel mogelijk veel geld verdienen'", zegt Marco Varkevisser, hoogleraar Marktordening in de Gezondheidszorg, Erasmus School of Health Policy & Management. ,,De angst is dat investeerders 'sprinkhanen-gedrag' vertonen. En dus snel kopen en met winst verkopen, waarbij de organisatie uitgekleed wordt en de kwaliteit van de zorg steeds minder wordt."
In de Tweede Kamer werden deze week meerdere moties aangenomen om de rol van commerciële partijen in de zorg te minimaliseren. De vraag is alleen in hoeverre de zorgsector nog zonder private investeerders kan. ,,We kunnen het ons niet permitteren om private investeerders zonder meer de deur te wijzen, gezien de grote investeringsbehoefte die er is in de zorg", meent Varkevisser. ,,Er is geld nodig voor nieuwe technologie, transformatie en verduurzaming. Linksom of rechtsom moet dat geld er komen. Via een hogere zorgpremie, leningen bij de bank of met behulp van investeerders."
Hoewel private investeerders al sinds jaar en dag een rol spelen in de zorg, zijn de uitwassen vooral zichtbaar geworden in de huisartsenzorg. Misschien zijn niet alle sectoren geschikt voor commerciële bemoeienis? ,,Sommige sectoren brengen meer risico's met zich mee, dat staat buiten kijf", zegt Varkevisser. ,,Dat is vooral het geval wanneer sommige patiënten, vaak die met een lichte zorgvraag, profijtelijker zijn dan anderen. Commerciële aanbieders gaan zich dan vooral op hen richten. En bij huisartsenzorg zie je bovendien dat de bekostigingsstructuur, met een vast bedrag aan inschrijfgeld, nog heel erg uitgaat van het klassieke huisartsenmodel. Als je zorg vooral online aanbiedt, is dit financieel heel aantrekkelijk. Dat zou je moeten aanpassen om ongewenst gedrag van investeerders te voorkomen."
Daarbij zou de toegang tot de zorgmarkt strenger moeten, vindt Varkevisser. Dat is ook een wens van de NZa en de IGJ. In een vorige maand uitgebracht rapport beschrijven zij dat ze nu te weinig bevoegdheden hebben om commerciële partijen te kunnen controleren. Ook kunnen ze niet voorkomen dat maatschappelijk ongewenste overnames plaatsvinden.
Voor intramurale zorg (wanneer iemand opgenomen wordt in een ziekenhuis) geldt een verbod op winstuitkering. Zou zo'n verbod niet voor meer sectoren moeten gelden, zoals bijvoorbeeld de huisartsenzorg? ,,Er is een tekort aan huisartsen, de commerciële partijen zijn in dat gat gesprongen", zegt Varkevisser. ,,Als je dit soort partijen bij voorbaat de deur wijst is het probleem voor de patiënt niet opgelost."
Dit is een gedeelte van een artikel dat op 26 april in De Telegraaf verscheen. Wilt u het hele artikel lezen, bezoek dan de website van De Telegraaf.
- Professor