Wie het weet, mag het zeggen. Vanuit die gedachte opereert de werkgroep Zorg 2050+. Kees Ahaus: “Wij willen goede ideeën en ervaringen bij elkaar brengen om te komen tot een coherent verhaal over het toekomstig Nederlands zorg- en welzijnslandschap.” Pien Naber vult aan: “Het systeem loopt vast; wij hopen partijen als het Zorginstituut Nederland, de NZa en IGJ te kunnen helpen.”
Hoe kunnen we het zorg- en welzijnslandschap in de tweede helft van deze eeuw het best organiseren en Nederlanders een zo goed mogelijke kwaliteit van zorg bieden? Die vraag wil de eind vorig jaar officieel begonnen werkgroep Zorg 2050+ beantwoorden. De drie initiatiefnemers – twee wetenschappers en een strategisch adviseur – praten niet over, maar met zorgverleners. Voor de vergezichten wenden zij zich ook tot professionals uit de welzijn en de sociale sector. “We krijgen positieve reacties van onder meer zorgverleners, bestuurders, beleidsmakers en politici”, zegt Pien Naber, zelfstandig strategisch adviseur.
Onmacht
Naber: “Die ontvangst is een opluchting, want in de voorbereidende fase en kort voor onze lancering heb ik soms gedacht: wie zijn wij om dit te doen? Maar we blijken te voorzien in een soort behoefte. Veel zorg- en welzijnsprofessionals ervaren onmacht in de huidige organisatie en in de financiering van het systeem. Vaak hebben ze verbeterideeën.”
Kees Ahaus, professor aan de Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM), vult aan: “Iedere professional wil de beste zorg leveren en anderen de beste kwaliteit van leven bezorgen. Maar wanneer je praat over verandering in organisatie en financiering om dat mogelijk te maken, blijken belangen van instituties en/of professionals problemen te kunnen opleveren. Iedereen heeft eigen belangen en iedereen kan een spaak in het wiel steken als zijn belangen niet worden gediend. En dat terwijl we voor een grote gezamenlijke opgave staan.”
Vermijden eigen belangen
Naber: “Dat is vaak ook mede de reden dat succesvolle projecten van een afdeling of organisatie niet worden opgeschaald. Inhoudelijk is er vaak geen struikelblok, maar wel organisatorisch, financieel en qua belangen.” Ahaus: “Wij vermijden het denken in eigen belangen door een stip op de horizon te plaatsen: na 2050. Hoe zou het dán moeten zijn? Iedereen beseft dat de zorg niet oneindig kan groeien, dat er nu al vaak personeelstekorten zijn en dat het belangrijk is na te denken over veranderingen.”
Niet-zinvolle zorg
Er is al een basis, stellen Ahaus en Naber. Bijvoorbeeld dankzij het Integraal Zorgakkoord, waarin passende zorg belangrijk is. Naber: “Denk aan regionale samenwerking, de juiste zorg op de juiste plek en de beweging van ziekte en zorg naar gezondheid, welzijn en preventie. Maar hoe dat nu precies moet worden ingevuld, los van alle separate belangen, daar willen wij straks meer over kunnen zeggen. Ik denk ook dat ‘zorg naar voren halen’ belangrijk is. Op een SEH worden nu soms mensen gezien bij wie medisch-specialistische zorg moet worden ingezet, terwijl de huisarts met volwaardige ondersteuning in de eerste lijn erger had kunnen voorkomen.”
Ahaus: “Er is ook veel niet-zinvolle zorg: zorg die je beter kunt laten teneinde deze te kunnen leveren aan anderen voor wie die wél zinvol is. Dan verklein je gezondheidsverschillen die nu al heel groot zijn. Ook moeten we naar een systeem waarin de juiste financiële prikkels werken.” De beoogde transitie is een politiek en maatschappelijk proces, aldus Ahaus. “Dat laten we aan politici en beleidsmakers. Maar wij kunnen als werkgroep komen met een moreel kompas: wat zou goed zijn? Dit zal goed aansluiten bij de drijfveren van al die mensen die dagelijks zorg verlenen.”
Dit artikel, geschreven door Gerben Stolk, verscheen op 24 februari 2023 op DOQ.nl. DOQ.nl is een online kennisplatform voor en door artsen en andere zorgprofessionals.
- Professor
- Meer informatie
De derde initiatiefnemer van de werkgroep Zorg 2050+ is Mart van de Laar, hoogleraar reumatologie aan de Universiteit Twente. De werkgroep verbindt een groep hoogleraren van Nederlandse universiteiten en een groot aantal geïnteresseerden die zich inmiddels hebben gemeld om mee te doen. De werkgroep is ingebed in het Linnean Initiatief, een landelijk netwerk van meer dan 1300 zorgverleners, zorgverzekeraars, onderzoekers en patiënten. Arie Franx (hoogleraar Verloskunde bij het Erasmus MC) en Willem Jan Bos (hoogleraar Nierziekten, uitkomsten van zorg, in het LUMC) zijn voorzitters van Linnean en participeren ook in de werkgroep.