Minister Fleur Agema ontpopt zich als een 'gewone' minister van VWS. Na haar roep om het behouden van streekziekenhuizen als Kamerlid is ze nu akkoord met het sluiten van de spoedeisende hulp in Heerlen; na haar kritiek op marktwerking in de zorg stuurt ze nu brieven naar de Tweede Kamer om marktwerking te verdedigen - er komt geen totaalverbod op private equity of winstuitkering in de zorg. De radicale koerswijziging die dit kabinet zou brengen lijkt voor van de gezondheidszorg nog niet gaande.
Ook op een ander gebied doet de minister niet onder voor haar voorgangers: de belofte dat de regeldruk nu echt omlaaggaat. Sterker, ze lijkt haar hele beleid erop te baseren. Te weinig huisartsen in Zeeland? Minder regeldruk gaat het oplossen! Lopen verpleegkundigen weg uit de zorg? Door minder regels blijven ze! Alle problemen in het huidige zorgsysteem worden gezien als een probleem van te veel regels.
Maar is het ook realistisch? Het beleid van haar voorgangers zou de minister wat voorzichtiger moeten maken. Immers; verlaging van regeldruk staat al lang op de agenda, maar echt lukken wil het maar niet. Sterker, de klachten over regeldruk nemen alleen maar toe. Hoe kan dat? Ons onderzoek geeft vier redenen.
Mensenlevens op het spel
Ten eerste, de overheid roept wel dat er minder regels moeten komen, en soms verdwijnen er inderdaad ook een paar, maar er komen altijd meer regels bij dan dat er weg gaan. Regels komen voort uit beleid en wie geen regels wil moet geen beleid maken. Dat blijkt echter onmogelijk, zeker op een terrein als de gezondheidzorg dat zo veranderlijk en innovatief is en waar bovendien mensenlevens op het spel staan.
Het klinkt paradoxaal maar juist om de zorgmarkt goed te laten functioneren zijn veel regels nodig. En er zijn veel partijen die regels maken. Naast overheidsbeleid komen regels voort uit marktwerking en zelfregulering. Verzekeraars, patiƫntenorganisaties, zorginstellingen en beroepsverenigingen zijn de grootste bron. Alleen al de constante productie van richtlijnen door beroepsverenigingen maakt dat er steeds meer regels bijkomen. De overheid heeft daar maar beperkt invloed op.
De regels zijn ingebed in het werk van allerlei partijen. Zorgverleners, managers, toezichthouders en verzekeraars hebben hun werk erop aangepast. Het blijkt dan keer op keer heel lastig om dat werk ineens anders te gaan doen. En dan zijn er altijd wel weer incidenten. De publieke en politieke reactie daarop is overwegend de roep om meer regels. De regelreflex is een bezweringsformule die moet voorkomen dat verdere incidenten optreden, maar zorgt er ook voor dat de ruimte om dit te doen steeds verder wordt ingeperkt.
Is regeldruk dan geen probleem? Ja, dat is het wel degelijk. Zijn er dan geen kansen om regeldruk te verminderen? Ja, maar dat vergt verder denken dan regels verminderen. Het vergt een heroriƫntatie op regels.
Meer ruimte geven
Ten eerste zijn regels zelf het probleem niet, maar de manier waarop ermee wordt omgegaan. Ze kunnen helpen om zorg goed te laten verlopen, maar worden knellend wanneer ze voortdurend voor verantwoording worden gebruikt. Door zorgorganisaties en professionals meer de ruimte te geven hoe ze met regels omgaan, kan al veel worden bereikt.
Ten tweede sluiten regels vaak niet aan bij de praktijk of worden ze voor iedereen geldig verklaard, terwijl ze een specifiek probleem moeten oplossen. Dit kun je voorkomen door professionals op de werkvloer zelf meer te laten bepalen wat in hun situatie van belang is. Gezamenlijke reflectie op de omgang met regels is dan wel van belang, om verantwoording af te leggen. Hier zijn al positieve ervaringen mee opgedaan.
In plaats van zich te richten op de afschaffing van regels zou de minister meer tijd en energie moeten steken in het onderzoeken van andere, meer passende vormen van verantwoording.
- Professor
- Professor
- Meer informatie
Dit is een ingezonden opiniestuk van prof.dr. Roland Bal en prof.dr. Hester van de Bovenkamp en verscheen in Trouw op 27 augustus 2024.