Psychiater wil ggz-wachtlijsten korter maken, maar zorgverzekeraars werken niet mee

Een kleine 100.000 mensen wacht op een ggz-behandeling

Drie weken is Centrum Veerkracht nu open, in hartje Rotterdam. Een juweel van een pand, dertig kamers groot. Niet bepaald een standaard ggz-instelling, erkent initiatiefnemer Mijke Lambregtse als ze het ene na het andere vertrek laat zien. "Maar we willen vooral een healing community zijn. Dit pand geeft je direct een 'thuisgevoel' en dat is wat veel van de kwetsbare mensen die hier komen vanuit huis vaak niet meekregen."

Want Lambregtse, die 25 jaar lang bij het Erasmus MC werkte als psychiater, heeft een missie. Ze wil de ellenlange wachtlijsten in de ggz aanpakken en de zorg verbeteren, door individuele én groepstherapie te bieden en kijken wat vérder nodig is.

Lambregtse: "Wie bij ons aanklopt, heeft vaak al gesprekstherapie gevolgd, maar wordt nog te vaak overspoeld door emoties. Dan kiezen we dus voor non-verbale aanpak: lichaamsgerichte psychotherapie, beeldende therapie, dans- of dramatherapie." Alles uiteraard gegeven door gediplomeerde vakmensen. "We hebben zoveel ruimten in dit pand, het kan hier allemaal."

Tuingroep

Patiënten die daarbuiten nog contact willen, kunnen aan de slag in de tuingroep of kookgroep - begeleid door ervaringsdeskundigen en vrijwilligers. Dat alles draagt ook bij aan de heling en herstel, vindt Lambregtse, wier aanpak aansluit op de vorig jaar gemaakte afspraken tussen zorgaanbieders, -verzekeraars en overheid om de zorg te ontkokeren en samen de zorg te verbeteren.

Toch loopt Lambregtse aan tegen hetzelfde probleem van veel kleinschalige ggz-praktijken: de zorgverzekeraar. Die moet ggz-zorg inkopen, maar dat gaat zelden zonder problemen, vinden de kleine zorgaanbieders. Lambregtse: "Het begon er al mee dat ik in de eerste helft van 2024 informatie moest aanleveren voor 2025. Terwijl we nu pas drie weken open zijn."

Zorgverzekeraars stellen, zo klagen veel psychologen en psychiaters met een eigen praktijk, onredelijke eisen, bijvoorbeeld over de te behalen minimumomzet. Overleg is bovendien lastig, het meeste wordt online afgehandeld. "Ik heb nog wel mijn businessplan ingestuurd, maar dat wordt niet gelezen", zegt Lambregtse, die inmiddels twintig mensen op de loonlijst heeft staan.

Betaling

Een ander probleem is dat zorgverzekeraars weinig betalen voor ggz-zorg van instellingen zonder een zorgcontract. Soms is dat maar zestig procent van het door de NZA vastgestelde kostprijs van een behandeling, zegt Lambregtse. Met als gevolg dat patiënten steeds vaker moeten bijbetalen, wat ggz-zorg minder bereikbaar maakt voor iedereen. Eerder dit jaar waarschuwde ook de Consumentenbond al dat zorgverzekeraars te weinig ggz-zorg inkopen, ondanks de wachtlijsten.

Bekend probleem

Zorgeconoom Marco Varkevisser van de Erasmus Universiteit Rotterdam kent de klachten van de zorgaanbieders over de contracten. "Het is een geluid dat je vaker bij kleine zorgaanbieders hoort, zie ook de huisartsenzorg of fysiotherapie." Maar dat zorgverzekeraars lastig contracten aangaan, is niet zonder reden, zegt Varkevisser. 

Veel kleine ggz-zorgaanbieders richten zich namelijk niet op de groep die zorg het meest nodig heeft: complexe patiënten. "Verder is het is niet reëel om van zorgverzekeraars te eisen dat ze met iedere zorgaanbieder rond de tafel gaan zitten om de wensen en voorkeuren in detail door te nemen. Dan nemen de inkoopkosten enorm toe en dus ook de zorgpremie." 

Bovendien is kwaliteit in de ggz lastig te meten, zegt de zorgeconoom. Het uitvragen van allerlei informatie daarover, om meer grip te krijgen vanuit het publieke belang, stuit al snel op privacygrenzen. Varkevisser verwijst daarbij naar de tot nu toe weinig succesvolle poging van de NZA om een grote databank aan te leggen met behandelgegevens van ggz-patiënten. Toch ziet Varkevisser lichtpuntjes. "Menzis bijvoorbeeld heeft aangekondigd extra te willen betalen als zelfstandig gevestigde psychiaters zich ontfermen over complexe patiënten", zegt hij. "En dat is juist een groep die buiten de boot valt."

Dit is een gedeelte van het artikel dat op 19 september verscheen in Trouw.

Professor

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen