Problemen in de ouderenzorg zijn niet lang meer te negeren

Ouderenzorg

In de verkiezingscampagne is ouderenzorg amper een thema, maar de vergrijzing vraagt om scherpe keuzes, zeggen experts. In de Volkskrant een artikel van Michiel van der Geest met drie ontwikkelingen die duidelijk maken dat de problemen niet vanzelf weggaan. Bram Wouterse, universitair hoofddocent gezondheidseconomie aan Erasmus School of Health Policy & Management, gaat in het artikel in op een van de ontwikkelingen.

De kosten van ouderenzorg rijzen de pan uit

Nederland is kampioen! Maar wel in een bedenkelijke discipline: van alle westerse landen geven wij het meeste uit aan ouderenzorg. En aan de groeipercentages te zien, gaat dat de komende jaren niet veranderen. De verwachting voor de komende vijf jaar? 2023: plus 9,9 procent. 2024: plus 10,1 procent. 2025: 5,2 procent. 2026: 8,3 procent. 2027: 7,1 procent. Het zijn percentages die de verwachte economische groei ver overtreffen.

Geven we dit jaar 31,2 miljard euro uit aan zorg die voortvloeit uit de Wet langdurige zorg (Wlz, waarin naast de verpleeghuizen ook plaats is voor de gehandicaptenzorg en een klein deel van de ggz-zorg), in 2028 gaat het om bijna 45 miljard euro.

Tegelijkertijd verdubbelde vorig jaar het aantal ouderenzorgorganisaties dat in de rode cijfers dook. Voor dit jaar dreigt een nog grotere financiële klap, en de komende jaren zijn ouderenzorg instellingen met zorgkantoren in rechtszaken verwikkeld over de tarieven. Gaan die niet omhoog, dan volgen gedwongen ontslagen, vrezen de zorg instellingen.

‘Dat heeft natuurlijk iets ironisch’, zegt Bram Wouterse. ‘Wereldkampioen uitgaven en toch komen zorginstellingen in de problemen.’ Dit heeft veel te maken met de ingewikkelde financiering van de ouderenzorg, volgens Wouterse.

Het kabinet stelt elk jaar vast hoeveel geld we met z’n allen willen uitgeven aan de ouderenzorg. Maar de overheid koopt de zorg niet zelf in; daarvoor zijn de zorgkantoren. In totaal 37, met elk hun eigen regio. ‘Een rare institutionele erfenis van hoe de zorg ooit geregeld was’, aldus Wouterse. De zorgkantoren moeten het budget zo efficiënt mogelijk verdelen, maar anders dan de zorgverzekeraars lopen ze geen risico over het geld dat ze uitgeven.

Het betekent, zegt Wouterse, dat de onderhandelingen met zorgorganisaties net wat minder hard verlopen en dat zorgkantoren aan elke ouderenzorginstelling hetzelfde bieden. Als de uitgaven van het kabinet minder hard stijgen, ‘dan doen de zorgkantoren voor iedereen het tarief wat naar beneden, in plaats van te kijken naar wat instellingen precies nodig hebben’.

Dat systeem werkt niet goed, vindt Wouterse. De overheid bepaalt een maximumbudget, maar elke hulpbehoevende oudere heeft recht op zorg. De zorgkantoren hebben geen mogelijkheden om het aantal zorgbehoevende ouderen te remmen, noch hebben zij prikkels om de zorg zo efficiënt mogelijk in te kopen.

Wouterse: ‘Dan kun je het scenario al uittekenen dat er toch weer geld bij komt. De zorgkantoren gaan op een gegeven moment klagen bij het ministerie dat ze niet uitkomen, en anders komt de Nederlandse Zorgautoriteit wel met een prognose dat het budget niet toereikend is. En dan gaat de politiek door de knieën.’

Ouderenzorg gaat over kwetsbare mensen, voor wie we goed willen zorgen, zegt Wouterse. ‘Elk voorstel om ergens minder aan te besteden, ligt met een heel gevoelig. Voorbeelden van ouderen met wie het misgaat, zijn makkelijk gevonden en ontzettend tragisch. Ouderen die in hun eigen urine blijven liggen, of maar één keer per week kunnen douchen. Ga er maar aan staan als politicus.

’Toch is het van cruciaal belang dat de politiek nu eindelijk keuzes gaat maken, zegt Anneke Westerlaken, voorzitter van ouderenzorg-branchevereniging Actiz. Bijvoorbeeld door kritischer te kijken naar wat mensen zelf moeten betalen (ouderen in Nederland dragen internationaal gezien relatief het minste bij aan de geleverde zorg).

Westerlaken: ‘Als je al je hele leven zelf betaalt voor de schoonmaakhulp, waarom zou de overheid dat dan op een gegeven moment moeten overnemen? ’Westerlaken vindt het de hoogste tijd voor ‘een fundamenteler politiek antwoord. Wat laten we aan de samenleving en wat betalen we vanuit welke wet?’ Dat vraagt niet om ‘een quickfix’, benadrukt ze, ‘en al helemaal niet om meer richtlijnen, protocollen en kwaliteitsstandaarden’. Wouterse is het daarmee eens. ‘De boodschap moet zijn: we moeten met wat minder toe, mensen zullen meer zelf moeten betalen en meer zelf zorg verlenen.’

Toch is er volgens Wouterse ‘geen reden tot pessimisme’. ‘We kunnen ook in 2040 fatsoenlijke ouderenzorg leveren, met eerlijk verdeelde lasten, ook voor mensen met een kleine portemonnee. Maar dat vergt wel scherpe keuzes. Laat je het op z’n beloop, dan zullen de gezondheidsverschillen alleen maar toenemen, want de mensen die het zich kunnen veroorloven gaan hun zorg regelen buiten het systeem om. Je ziet nu al de zorgvilla’s opkomen.’

Gerelateerde content

Bram schoof ook aan bij BNR bij de podcast ‘…én gratis bier voor iedereen’. In deze podcast gaan ze voorbij aan de politieke verkiezingsstrijd en duikt hoogleraar overheidsfinanciën Bas Jacobs dieper in de cijfers die de partijen voorschotelen. In de deze aflevering gaan ze in op de zorg.

Universitair Hoofddocent
Meer informatie

Wilt u het hele artikel lezen, ga dan naar de pagina van de Volkskrant.

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen