Een plastisch chirurg uit de omgeving van Nijmegen is in een strafzaak veroordeeld voor masturberen tijdens een videoconsult met een patiënt. Hij is ook voor de tuchtrechter gedaagd, maar mag ondertussen gewoon zijn vak uitoefenen. Zijn patiënten weten van niks. Zou dat niet anders moeten?
In sommige andere landen is het anders geregeld, weet deskundige Jan-Willem Weenink, universitair hoofddocent bij de Erasmus Universiteit. Weenink is co-auteur van het boek #Metoo in de zorgrelatie en bij het Radboudumc gepromoveerd op het functioneren en disfunctioneren van zorgverleners.
,,Een strafzaak heeft daar sneller consequenties, voor je positie als arts en je registratie als zorgverlener", zegt Weenink. ,,Vooral als iemand is veroordeeld voor een misdraging die verband houdt met de beroepsuitoefening. Dat lijkt hier ook het geval." ,,Ik ben onvoldoende op de hoogte van deze zaak om hierover iets te zeggen", tekent hij aan. ,,Maar in algemene zin lijkt me dit het overwegen waard. Ik denk dat de beroepsgroep er ook baat bij heeft te weten dat beroepsgenoten allemaal competent handelen en boven twijfel zijn verheven."
Zorgkaart Nederland
Het kan zijn dat de plastisch chirurg uit de omgeving van Nijmegen alsnog tegen een beroepsverbod oploopt, als de tuchtrechter besluit om zijn BIG-registratie in te trekken. De arts werkte bij verschillende ziekenhuizen en klinieken en had daarnaast een privékliniek aan huis. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) concludeerde na een bezoek dat in de privékliniek veel mis is, van de 38 gecontroleerde punten waren er 30 onvoldoende. Ook dit soort informatie bereikt patiënten doorgaans niet. Een van de weinige instrumenten die patiënten hebben, is de website Zorgkaart Nederland, waar andere patiënten beoordelingen kunnen achterlaten. In het geval van deze plastisch chirurg zijn veel ervan juist jubelend. Hij krijgt van sommigen een dikke 10.
Het is voor patiënten lastig om erachter te komen of er iets mis is, erkent Weenink. ,,Mijn persoonlijke mening is dat Zorgkaart Nederland hiervoor niet een geschikt medium is. Het is niet ongebruikelijk bij een disfunctionerende zorgverlener dat er ook patiënten zijn die het een heel goede zorgverlener vinden. Die splitsing in ervaringen zie je in een heleboel gevallen bij zorgverleners die over de schreef zijn gegaan." Wat volgens hem wél werkt, is het makkelijk maken voor patiënten om een signaal af te geven dat er iets mis is. En dat signaal dan ook oppakken. Weenink: ,,Een van de risico's is dat artsen zich isoleren en niet meer het vangnet om zich hebben van collega's die feedback geven of mogelijk corrigeren." De beroepsgroep en werkgeversorganisaties (in dit geval de ziekenhuizen en klinieken) hebben hierin een grote verantwoordelijkheid, vindt hij. ,,Die moeten hun verantwoordelijkheid nemen: elkaar controleren en feedback geven stimuleren. Daar ligt een grote kans om patiënten te beschermen tegen ondeskundig en onveilig gedrag."
Eenpitters
In de plastische chirurgie zijn veel eenpitters werkzaam. Die zijn hun eigen werkgever. Daarbij kan de beroepsgroep volgens Weenink een rol pakken: ,,Er zijn beroepsgroepen, bijvoorbeeld bij psychologen, met een eigen tuchtcollege. En tandartsen hebben een kwaliteitsregister met kwaliteitseisen. Tandartsen die eraan voldoen, krijgen een keurmerk. Ook dat kan patiënten informatie geven."
Dit artikel verscheen op zaterdag 15 juni 2024 in de Gelderlander.
- Universitair Hoofddocent