Prof.dr. Kim Putters, hoogleraar bij Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM) en directeur van Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en prof.dr. Ed Brinksma, collegevoorzitter, openden het academisch jaar met een appèl op de wetenschap én de politiek. Brinksma: “Als de politiek niet met een brede visie komt, is het misschien tijd om echt boos te worden.”
“Deze barrage aan systeemcrises kunnen we alleen overwinnen als we als héle wetenschap ons inzetten voor de maatschappij 4.0. We moeten voorbij de politieke correctheid over het belang van multidisciplinair onderzoek, we moeten écht samenwerken. Universiteiten, overheid, bedrijven, burgers. Universiteiten moeten niet alleen de problemen analyseren, maar bijdragen aan het ontwerpen van oplossingen. Het is tijd voor de universiteiten om een stap naar voren te doen.” Met dit betoog opende prof.dr. Ed Brinksma, voorzitter van het College van Bestuur, maandag het nieuwe academisch jaar.
Zelfbewustere wetenschap
Brinksma kreeg in zijn pleidooi voor een prominentere rol voor universiteiten bijval van prof.dr. Kim Putters, directeur van het SCP en hoogleraar aan ESHPM. “Nu is het moment om die stap te zetten omdat de wetenschap in deze veranderende samenleving onmisbaar is en de politiek lijkt stil te staan.”
Putters pleit voor een zelfbewustere wetenschap. “De wetenschap moet zich niet in de hoek laten drukken van de zoveelste mening. Wetenschap kan de katalysator zijn voor beleid. Er wordt zo weinig geleerd van de kennis die we hebben. Juist in een tijd waarin politieke onrust is waarin een incident al snel een Kamervraag oplevert, kan de wetenschap rust en reflectie brengen”, zegt Putters die hoopt dat de wetenschap door de politiek meer als partner wordt gezien.
Vuile handen maken
Het is niet voor het eerst dat Brinksma de universiteit als voortrekker van verandering propageert, maar hij voelt de urgentie om dit te blijven doen. “Denk alleen al aan het IPCC-rapport over de klimaatverandering, veel erger wordt het niet. Als we nu niks doen, vergooien we onze toekomst.”
En Brinksma ziet daar – uiteraard – een rol weggelegd voor de Erasmus Universiteit. “Alfa-, gamma- en bèta hebben hierbij een gelijkwaardige rol. Ik heb hiervoor veel in de bèta-hoek gewerkt, maar technologie kan niet alles oplossen. We hebben sociale wetenschappen nodig om grote maatschappelijke problemen op te lossen, niet alleen als schilletje rondom techniek.”
Wetenschap is er niet voor de wetenschap maar om richting te geven en maatschappelijke problemen op te lossen. “We kunnen niet meer op het oude standpunt blijven staan dat wetenschap waardenvrij moet zijn. Om met Sartre te spreken, je ontkomt er niet aan om ook als wetenschapper soms vuile handen te maken: je kunt alleen het goede doen als je niet alle risico’s mijdt.”
“Je moet vanuit de inhoud vertellen wat iets betekent voor de samenleving”, beaamt Putters. “De rol van wetenschap is richting geven, en inzicht bieden.”
Geduld is op
Putters en Brinksma doen niet alleen een appèl op de wetenschap, maar ook op de politiek. Brinksma: “Iedereen is er inmiddels van doordrongen dat we de samenleving anders moeten gaan inrichten: de wetenschap, bedrijven en organisaties, alleen de politiek beweegt niet mee.”
Het geduld van Putters en Brinksma met de politiek begint op te raken. Ze zijn teleurgesteld over het feit dat er zeven maanden na de verkiezingen nog steeds geen nieuw kabinet is gevormd. Putters: “Tegen de tijd dat we een kabinet hebben, zit een kwart van de regeerperiode er al op!”
“We hebben een breed gedeelde visie nodig op de problemen waar we mee geconfronteerd worden, naast klimaatverandering bijvoorbeeld ook sociale ongelijkheid en een nieuwe blik op arbeid. Het moet niet gaan om wie de meerderheid heeft”, vervolgt Putters. “Laten we het eerst over de feiten hebben.”
Brinksma sluit zich hierbij aan. “Als de politiek niet met die brede visie komt, dan wordt het misschien tijd dat we ons als samenwerkende universiteiten in de VSNU afvragen wat we daaraan gaan doen. Misschien wordt het tijd om eens echt boos te worden.”
- Professor
- Meer informatie
Dit artikel werd op 8 september gepubliceerd op de website van Erasmus Magazine.