Ook voor preventie geldt: geen woorden, maar daden, benadrukt Bram Wouterse, universitair hoofddocent aan Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM). In deze bijdrage gaat hij dieper in op het belang van preventie in de gezondheidszorg.
Het gebeurt niet vaak dat je als simpele beleidsmedewerker wordt geciteerd in de krant. En dan ook nog door een van de beste schrijvers over economie in Nederland, Frank Kalshoven. Toch overkwam mij dit in 2015 (Een dure denkfout in de gezondheidszorg. de Volkskrant, 2 mei 2015). Ik werkte destijds als onderzoeker bij het Centraal Planbureau en had meegedaan aan Zorgkeuzes in Kaart. Dat is een belangrijke studie waarin politieke partijen de effecten van hun zorgplannen vast kunnen laten doorreken om beter voorbereid te zijn op de verkiezingen.
Ik deed mee aan het hoofdstuk over preventie. Daar was niet veel uitgekomen, en om er toch nog wat van te maken had ik prachtige volzinnen op papier gezet over de vele schakels waarover de baten van preventie lopen, de baten die veelal buiten de zorg liggen en de uitdagingen om dat alles te kwantificeren. Juist die zinnen werden door Kalshoven aangehaald… om er daarna volledig gehakt van te maken. Zijn boodschap was kort gezegd: houd op met dat boekhoudkundig gezeur en ga gewoon rekenen aan waar het echt om gaat, de bredere maatschappelijke baten van een goede gezondheid.
Stevige onderbouwing ontbrak
Stiekem was ik het met de kritiek eens. We hadden ook wel geprobeerd om de baten van een goede gezondheid inzichtelijk te maken, maar dat bleek een hele kluif. De plannen van de meeste partijen op het gebied van preventie waren nogal vaag en vaak ontbrak een stevige onderbouwing van de effecten. Het belangrijkste probleem was echter dat de opzet van de studie, gericht was op de korte termijneffecten op de overheidsbegroting, totaal niet geschikt was voor preventie.
Preventie is in een investering, die de overheid op korte termijn vooral geld kost. En ook op langere termijn is het maar de vraag of preventie tot bijvoorbeeld minder zorguitgaven leidt. Een betere gezondheid leidt immers tot een langer leven, aan het eind waarvan vaak dure (ouderen)zorg nodig is. Of zoals epidemioloog Luc Bonneux het op zijn kenmerkende wijze zegt: begraven is goedkoper dan verzorgen.
Preventie staat 1-0 achter
Wie op zoek is naar de baten van preventie moet dus ergens anders kijken. In de eerste plaats naar de effecten op gezondheid. Daar is het bij preventie immers allemaal om te doen. Bovendien is de maatschappelijke waarde van een goede gezondheid hoog: studies die de maatschappelijke bereidheid om voor gezondheid te betalen schatten, komen doorgaans uit op een bedrag van 50.000 euro of meer per extra gezond levensjaar.
Binnen de zorg, wordt bij beslissingen over het vergoeden van nieuwe medicijnen de waarde van de gezondheidswinst standaard meegenomen. De vraag die daar beantwoord wordt is of een nieuw medicijn kosteneffectief is; wegen de extra zorgkosten op tegen de extra gezondheidsbaten? Voor investeringen in preventie, die veelal gebeuren buiten de zorg, wordt echter vooral de boekhoudersblik gehanteerd: is deze investering zorgkostenbesparend? Hiermee blijven de gezondheidsbaten van preventie buiten beeld, en staat preventie meteen met 1-0 achter ten opzichte van medische interventies.
Preventie heeft ook andere baten. Denk aan een hogere arbeidsparticipatie, minder verzuim en een hogere productiviteit. Verder valt er nog veel maatschappelijke welvaart te winnen door gewonnen levensjaren na de pensioenleeftijd deels in te zetten voor vrijwilligerswerk en mantelzorg. Ook dit soort baten blijven in de beleidsdiscussie echter te vaak buiten beeld. Dit komt deels doordat een algemeen aanvaard model om de economische effecten van gezondheidsbeleid door te rekenen nog steeds ontbreekt.
Belang van preventie wordt nu sterker onderkend
Is er nu wat veranderd sinds 2015? Ja en nee. Het belang van preventie, en ook het structureel in kaart brengen van de maatschappelijke baten, wordt nu veel sterker onderkend. Verschillende maatschappelijke partijen, waaronder de Sociaaleconomische Raad, hebben het kabinet opgeroepen werk te gaan maken van het in beeld brengen van de economische effecten van preventie. Ook de Tweede Kamer heeft onlangs een motie aangenomen van dezelfde strekking. Tegelijk ontbreekt een goed model om de economische effecten van preventie door te rekenen nog steeds. In de opvolger van Zorgkeuzes in Kaart in 2020 kwam preventie er dan uiteindelijk ook weer even bekaaid vanaf.
Hier ligt een schone taak, in de eerste plaats voor kennisinstituten als het RIVM en het CPB. Zij hebben als enige de modellen, expertise en vooral de autoriteit hebben om uitspraken over de effecten van gezondheidsbeleid te doen. Maar ook de universiteit zou een groter rol kunnen spelen. Zo beschikken we binnen Smarter Choices for Better Health over een unieke combinatie van expertise over preventie, ongelijkheid en economische evaluaties.
Als we al onze prachtige kennis daadwerkelijk willen laten leiden tot beter en effectiever gezondheidsbeleid, dan moeten we meer dan nu bereid zijn los te komen van onze prachtige gerandomiseerde studies met hun exact geïdentificeerde causale effecten, en ons durven te mengen in de troebele wateren van het beleidsadvies. Zoals Frank Kalshoven in 2015 al zei: laten we niet langer dralen en gewoon aan de slag gaan met het rekenen aan de maatschappelijke baten van preventie.
- Universitair Hoofddocent
- Meer informatie
dr. Bram Wouterse is co-lead van de Equity line van Smarter Choices for Better Health. Dit Erasmus Initiative zet in op meerjarig multidisciplinair onderzoek ten behoeve van een betere gezondheid door slimmere keuzes. Lees meer over dit Initiative.
- Gerelateerde content