In de woonkamer van Marlies Akemann (40) in Nieuw-Vennep zit sinds kort een noodknop aan de muur. Een metertje boven de plint, op neushoogte van haar nieuwe maatje: golden retriever Cilly. Zij heeft al een paar keer de knop ingedrukt met haar snuit wanneer Akemann een epilepsieaanval kreeg en tegen de vlakte ging. De huistelefoon piepte automatisch haar man, ouders en vriendin op. Wie het dichtstbij was, schoot te hulp. ,,Mijn grootste angst is dat ik tijdens een epilepsieaanval zo hard val, dat ik mijn nek of rug breek."
Ze traint nog maar drie maanden met Cilly en merkt nu al de voordelen. De epilepsiepatiënt die wekelijks aanvallen heeft, doet mee aan het EPISODE-onderzoek van de Erasmus Universiteit in Rotterdam, waarbij 25 patiënten een hulphond krijgen. De epilepsiehond wordt net als blindengeleide- of politiehonden getraind om speciale taken uit te voeren, zoals het brengen van medicatie of alarm slaan bij een aanval.
120.000 Nederlanders hebben epilepsie, een neurologische ziekte waarbij kortsluiting ontstaat in de hersenen. Het type aanval kan verschillen: van vallen en schokkende bewegingen tot iets vreemds ruiken, even afwezig zijn of buiten bewustzijn raken. Ongeveer 70 procent van de patiënten kan de aanvallen onderdrukken met medicatie. Bij Akemann werken de medicijnen onvoldoende, waardoor ze bij valpartijen meer dan eens een hersenschudding, gekneusde ribben of een schouder uit de kom opliep. ,,Soms kan ik nog net een appje sturen naar mijn familie met de boodschap ‘help’. Via de gps-tracker op mijn mobiel kunnen ze achterhalen waar ik ben. Andere keren word ik door een aanval verrast en word ik wakker op de eerste hulp.’’
Poot
Bijna had Akemann niet meegedaan aan het onderzoek; ze is in haar jeugd drie keer gebeten en daardoor bang voor honden. Maar tijdens een voorgesprek met een trainer van Hulphond Nederland gebeurde er iets wonderlijks. De zwarte labrador die even daarvoor nog slaperig in de kamer lag, kwam tijdens het gesprek naar Akemann toe en legde zijn poot op haar been. Nerveus liep de hond heen en weer. Toen Akemann hem weinig aandacht schonk, ging hij weer liggen. ,,Tót ik een tijdje later moeilijk uit mijn woorden kwam. Mijn gezicht werd grauw. De hond kwam opnieuw naar me toe en gaf met zijn voorpoot drie ferme tikken tegen mijn arm. Zo van: heb je het wel in de gaten?’’ De hond leek de aanval eerder te hebben aangevoeld dan zijzelf.
Hoe dit precies komt, is nog onduidelijk. Wetenschappers uit Gent doen hier momenteel onderzoek naar. Zij vermoeden dat de honden zo’n goede neus hebben dat ze een bepaalde geurwijziging bij hun baasje waarnemen. Mogelijk scheidden epilepsiepatiënten vlak voor een aanval een speciale geur af, die het dier oppikt en alarm doet slaan. De honden waarschuwen hun baasje door hem te likken, nerveus gedrag te vertonen of afwijkend te blaffen. Wanneer ze het baasje op tijd waarschuwen, kan hij even gaan zitten of noodmedicatie innemen.
In Rotterdam moet het onderzoek vooral antwoord geven op de vraag welke gezondheidsvoordelen epilepsiepatiënten hebben van hun nieuwe maatje. Uit eerdere kleine studies leek het gezelschap van de hond tot minder (hevige) aanvallen te leiden, maar een verklaring of keihard bewijs is er nog niet.
Wil je het volledige artikel lezen? Lees verder op de website van het Algemeen Dagblad.
- CV
Het onderzoek naar epilepsie-hulphonden wordt uitgevoerd door PhD kandidaat Valérie Wester van onderzoeksgroep Health Economics aan Erasmus School of Health Policy & Management.
- Meer informatie
Dit nieuwsartikel is een verkorte versie van het (premium) artikel uit het Algemeen Dagblad van 28 februari 2020, geschreven door Hanneke van Houwelingen.