Invloed banken in de zorg wordt over het hoofd gezien

Medicines and money

Banken en zorgverzekeraars hebben in de zorg steeds meer invloed gekregen. De verhoudingen en het begrip tussen deze partijen en zorgaanbieders zijn complex, stelt Tessa van Dijk in het proefschrift dat ze onlangs aan de Erasmus Universiteit Rotterdam verdedigde. De titel: Money talks. 

De grotere rol van financiële spelers in de zorg heeft voor- en nadelen. ‘Er is op financieel gebied een professionaliseringsslag geweest bij zorgorganisaties’, zegt Van Dijk. ‘Ze letten nu veel beter op waar ze het geld aan uitgeven. Dat ze dat moeten onderbouwen, en dat er iemand kritisch meekijkt, is alleen maar goed. Aan de andere kant moeten we goed oppassen dat financiële argumenten niet de boventoon gaan voeren, want het gaat ook om kwaliteit en toegankelijkheid, niet alleen om betaalbaarheid.’

Van Dijk, die inmiddels op het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport werkt, bespreekt haar proefschrift op persoonlijke titel. De promovenda onderzocht wat ze de ‘financiële arena’ in de zorg noemt. Zorgverzekeraars regelen de bekostiging van zorgorganisaties: zij betalen doorgaans de rekening. Banken zijn de financiers, en verstrekken geld voor bijvoorbeeld vastgoedprojecten. Ook leveren ze kredietfaciliteiten, waarmee zorgaanbieders maandelijks liquiditeit hebben om posten zoals salarissen te betalen. 

De drie spelers zijn sterk van elkaar afhankelijk, maar wantrouwen elkaar vaak. Ze zouden er goed aan doen zich te verdiepen in elkaars motieven en manoeuvreerruimte, zegt Van Dijk. 

Tot 2006 was de toegang tot financiering voor zorgorganisaties vrij eenvoudig. Met de intrede van de gereguleerde marktwerking gingen ze zelf vastgoedrisico’s dragen. Rente en aflossingen betalen ze sindsdien vanuit de exploitatie, en ze kunnen failliet gaan. Kort na de stelselwijziging in de zorg brak de financiële crisis uit. Daarop kregen banken en verzekeraars met strengere regels te maken om herhaling te voorkomen.

Dat merkten hun klanten, beschrijft Van Dijk. Financiële instellingen gingen risico’s doorschuiven naar hun debiteuren. Lenen werd bijvoorbeeld lastiger en duurder. Voor grote transacties zijn zorgaan-bieders aangewezen op consortia, wat in een kleine bancaire markt als Nederland betekent dat er weinig te kiezen valt. Ook zijn de looptijden van kredieten gehalveerd, tot maximaal een jaar of vijftien. Vastgoedprojecten, met een afschrijvingstermijn van dertig jaar, brengen daarom herfinancieringsrisico’s met zich mee.

Ondanks hun sleutelpositie in de zorg krijgen banken vrij weinig aandacht, signaleert Van Dijk. Voor zorgverzekeraars ligt dat anders. Die zijn ooit aangewezen als regisseur binnen het stelsel, maar worstelen met hun legitimiteit. Ze mogen niet op de stoel van de dokter gaan zitten, en krijgen tegelijkertijd de kritiek dat ze te veel op geld gericht zijn.

Private-equityinvesteerders, die in de zorg een veel kleinere rol spelen, halen wél regelmatig het nieuws. Eigenlijk is dat raar. ‘Banken zijn in veel grotere mate aanwezig in de zorg en hebben grote invloed. Alleen hebben veel mensen, ook mensen die in de zorg werken, dat niet zo in de gaten.’

Het belang van banken wordt vooral zichtbaar als een zorgorganisatie in de problemen komt. In eerste instantie is de aanbieder zelf aan zet om een toekomstplan te formuleren waar geldschieters mee kunnen leven. Voor de banken is het belangrijk dat zorgverzekeraars zich committeren, want alleen een levensvatbare debiteur kan aan zijn verplichtingen voldoen. Hoe sterk banken staan, bleek wel toen het wankele Haga Ziekenhuis zich over het praktisch failliete Lange-Land ontfermde. Ze wisten te bedingen dat de zorgverzekeraars de organisatie tot 2033 gegarandeerd overeind houden.

In zulke noodsituaties gaat het in eerste instantie bar weinig over de zorg, concludeert Van Dijk. En als er dan inhoudelijke plannen gemaakt worden, trekken bank en zorgverzekeraar aan de touwtjes. 

Banken moeten volgens haar een publiekere rol spelen bij toekomstplannen voor de zorg: ‘Dan worden ze ook medeverantwoordelijk, en dat past bij de maatschappelijke rol die ze toch al hebben.’ Onder bestaande zorgakkoorden staan nu geen handtekeningen van de banken. 

Wat betekent dit alles nu voor de patient? ‘Een uitkomst van mijn onderzoek is dat daar niet echt aandacht voor is in de financiële arena’, zegt Van Dijk. ‘Bestuurders, zorgverzekeraars en banken praten allemaal erg abstract en financieel. Ze doen het allemaal vast voor de patiënt. Maar of dat ook altijd tot uiting komt in hun acties?’

Promovendus
Meer informatie

Dit artikel werd op 22 december 2024 gepubliceerd in Het Financieele Dagblad

Lees over het proefschrift van Tessa van Dijk ook de column 'Er is te weinig aandacht voor de macht van de banken in de zorg'.Danka Stuijver schreeft deze column op 23 december 2024 in De Volkskrant. 

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen