Chiara Carboni (Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM), van Erasmus Universiteit Rotterdam), promovendus binnen het Medical Delta programma Medical Delta's Journey from Prototype to Payment, onderzocht de impact van geautomatiseerde zorgtechnologie vanuit een maatschappelijk perspectief. Op 29 november verdedigt ze haar proefschrift.
Sommige toepassingen van artificial intelligence (AI) in de gezondheidszorg bieden een flink potentieel aan mogelijkheden. Voorwaarde daarvoor is dat de sociale en relationele dimensies van de gezondheidszorg worden meegenomen. Om AI goed te laten landen binnen de zorgpraktijk, blijkt vaak een evenwichtsoefening tussen technologische en sociale dimensies nodig te zijn.
Wat onderzoek je, en hoe ben je tot dit onderzoeksonderwerp gekomen?
“Mijn onderzoek richt zich op het begrijpen van de sociale dimensies van digitale transitie in de gezondheidszorg. Ofwel: hoe gaan zorgprofessionals om met innovatieve technologieën zoals AI? Hoe passen zij zich aan, en -anderzijds- hoe zou de technologie zich moeten aanpassen aan de zorgpraktijk om goed toegepast te kunnen worden?
Voor dit onderzoek trok ik op met artsen en verpleegkundigen in verschillende settings. Ik heb mezelf fysiek ingebed in ziekenhuisafdelingen, observeerde de dagelijkse gang van zaken en voerde veel gesprekken. Deze etnografische benadering gaf mij inzicht in de invloed van AI op de zorgpraktijk en maakte het mogelijk om de sociale en ethische vragen te onderzoeken die voortkomen uit de introductie van AI in verschillende klinische contexten.
De gegevens die ik uit deze interacties verzamelde, analyseerde ik om patronen, trends en nieuwe thema's te identificeren. Het voornaamste doel hiervan was om een genuanceerd inzicht te bieden in hoe de klinische praktijk verandert - niet alleen door AI zelf, maar ook door de verwachtingen er omheen. Het idee is om deze professionele en organisatorische veranderingen een onderwerp voor overleg te maken van zorgprofessionals, managers en ontwikkelaars. Ik geloof dat beslissingen over welke technologieën geïntegreerd zouden moeten worden in de workflows van zorgprofessionals, en hoe dat zou moeten gebeuren, een open discussie zou moeten zijn. Ik hoop dat het empirisch materiaal dat ik in mijn promotieonderzoek heb geanalyseerd, hiervoor een basis kan bieden.”
Welke inzichten heb je opgedaan tijdens je onderzoek?
“Ik merkte hoe de taken en workflow van zorgprofessionals veranderen, niet alleen zodra AI wordt geïntroduceerd, maar zelfs al daarvoor. Managers en zorgprofessionals zien AI als essentieel voor de toekomst van de gezondheidszorg. Op pathologieafdelingen wordt bijvoorbeeld verwacht dat AI-gestuurde beeldanalyse een cruciale rol zal spelen. Om die visie te realiseren zijn organisatorische en professionele veranderingen nodig.
Hoewel AI-toepassingen in de dagelijkse klinische zorg nog vrij zeldzaam zijn, bereiden afdelingen zich proactief voor op de implementatie ervan. Ziekenhuizen investeerden in digitale infrastructuur en pasten hun diagnostische processen hierop aan.
Een andere verschuiving die ik zag, is het streven naar efficiëntie. Ziekenhuizen gebruiken AI om processen te stroomlijnen en de efficiëntie in de klinische praktijk te verbeteren. Ik heb bijvoorbeeld een data-analysedashboard op een intensive care onderzocht. Dit dashboard was bedoeld om real-time te zien en te analyseren in hoeverre patiënten stabiel zijn. De gedachte was dat verpleegkundigen daardoor meer aandacht kunnen besteden aan de patiënten die op dat moment de meeste aandacht nodig hebben.
Hoewel dit soort AI-gestuurde systemen weliswaar de efficiëntie kunnen vergroten, loop je het risico dat het daarmee de autoriteit en besluitvormingsautonomie van zorgprofessionals ondermijnt. Verpleegkundigen kunnen het gevoel krijgen dat hun kennis en ervaring vervangen zijn door een geautomatiseerd systeem.
Dat de zorg en aandacht verschuift naar de meest urgente gevallen, kan daarnaast ten koste gaan van holistische patiëntenzorg. Het systeem creëert een werkomgeving die hoofdzakelijk draait om de meest urgente gevallen. Maar natuurlijk is zorgverlening, zelfs in acute settings, veel meer dan dat. Aangezien burnouts een enorm probleem zijn onder zorgprofessionals, is het goed om te bedenken wat voor soort werkomstandigheden we creëren als zorgprofessionals continu met urgente gevallen te maken krijgen.
Met mijn onderzoek probeer ik een evenwicht te vinden tussen het benutten van de voordelen van AI-integratie en het aanpakken van de sociale en ethische implicaties. Daarmee kunnen we potentiële negatieve gevolgen voor gezondheidszorgprofessionals en patiëntenzorg verzachten.”
Hoe draagt interdisciplinaire samenwerking bij aan jouw onderzoek?
“Met een achtergrond in medische antropologie, gezondheidswetenschappen en technologiestudies heb ik tijdens mijn PhD van veel samenwerkingen gebruik kunnen maken. Erasmus School of Health Policy & Management, waar ik tijdens mijn PhD werkte, heeft jarenlange ervaring in nauwe samenwerking met professionals in de gezondheidszorg en beleidsmakers.
Ik liep mee met verschillende ziekenhuisafdelingen zoals pathologie, intensive care en acute psychiatrie. Hoewel ik veel van deze ervaringen heb geleerd, was het soms een uitdaging om me aan te passen aan verschillende werkculturen en manieren van communiceren.
Voor een succesvolle samenwerking is het belangrijk om elkaars waarden en doelen te begrijpen. Het samenwerken met meerdere disciplines gaf me een breed scala aan perspectieven op het gebruik van AI.
Medical Delta speelde een belangrijke rol bij het faciliteren van deze samenwerking en vormt een levendige interdisciplinaire gemeenschap. Het gaf me toegang tot een divers netwerk van onderzoekscollega's en zorgprofessionals, waardoor ik waardevolle inzichten kreeg en betekenisvolle samenwerkingen ontstonden. Het interdisciplinaire karakter van deze gemeenschap verrijkte mijn onderzoekstraject, waardoor ik perspectieven uit verschillende disciplines kon integreren en met empirisch sociaal-wetenschappelijk onderzoek in de gezondheidszorg vooruit kan helpen.”
De vorige geïnterviewde, Karin van Garden, is benieuwd: zou jij voor een andere studie hebben gekozen als je opnieuw zou kiezen?
“Als ik terugdenk over mijn onderzoeksreis, heb ik geleerd hoe belangrijk het is om verschillende perspectieven te omarmen en al vroeg in contact te komen met mensen uit de praktijk. De samenwerkingsmogelijkheden en leerzame ervaringen wegen op tegen de uitdagingen van interdisciplinair onderzoek. Mijn advies aan toekomstige PhD's van Medical Delta is om ruimdenkend, gedurfd en nieuwsgierig te blijven. Onderzoek doen binnen een interdisciplinair onderzoeksveld vereist immers flexibiliteit en doorzettingsvermogen.
Het belangrijkste dat ik tijdens mijn studie leerde, is het ontwikkelen van een kritische houding. Het is het voortdurende proces van opnieuw leren, afleren en vragen stellen dat je een vaardig onderzoeker maakt.
Dus ja: uiteindelijk kan ik zeggen dat ik tevreden ben met het pad dat ik heb gevolgd, en ik ben gemotiveerd om door te gaan met het ontrafelen van de complexiteit van het implementeren van innovaties in de gezondheidszorg.”
- Promovendus
- Meer informatie
Dit interview is het vijftiende in een reeks interviews met promovendi en postdoctorale onderzoekers gefinancierd door Medical Delta. Chiara's onderzoek wordt gefinancierd door het Medical Delta programma Medical Delta's Journey from Prototype to Payment.