Eind vorig jaar presenteerde de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) het advies ‘Is dit wel verantwoord?’. Dit vond zijn weerklank in de zorgpraktijk, beleid én politiek: iedereen staat achter het doel om de verantwoordingpraktijk te verbeteren en meer te laten stoelen op vertrouwen. En toch lijkt het soms wel alsof niemand de bureaucratie in de zorg écht wil terugdringen.
Jan-Willem Weenink is universitair hoofddocent aan Erasmus School of Health Policy & Management. Zijn onderzoek richt zich op de governance van professioneel werk in de zorg. In de afgelopen jaren leidde hij de projecten Ruimte voor Veerkracht I & II waarin hij de impact van verantwoording op het werken aan kwaliteit en veiligheid in ziekenhuizen onderzocht.
Zorgverleners en ziekenhuizen: wees niet te afwachtend bij anders verantwoorden over kwaliteit en veiligheid
Bij het veranderen van verantwoordingsprocessen binnen zorgorganisaties zijn een aantal van de suggesties die de RVS doet in haar advies processen van de lange adem, denk aan benodigde wetsaanpassingen. Tegelijkertijd is er op de korte termijn al van alles mogelijk. Zorgverleners en zorgaanbieders kunnen hier het voortouw in nemen. Ik deel hierbij een aantal lessen uit Ruimte voor Veerkracht waarbij ons team van onderzoekers van Erasmus School of Health Policy & Management, onderzoek deed op twaalf afdelingen in vier ziekenhuizen.
Maak het doel van verantwoorden duidelijk
In discussies over anders verantwoorden gaat het al snel over minder verantwoorden. Verminderen kan bijdragen aan het terugdringen van regeldruk. Er is echter meer aan de hand. Zo is er op de werkvloer een gebrek aan inzicht in het waarom achter bestaande verantwoordingspraktijken. Zorgverleners registreren zich dol zonder dat voor hen altijd duidelijk is met welk doel. Is dat bijvoorbeeld om de ondergrens van kwaliteit te bewaken, handvatten voor kwaliteitsverbetering te identificeren, informatie te genereren ten behoeve van zorginkoop of keuze-informatie? Ook horen ze maar weinig terug over het resultaat van de afgelegde verantwoording. Dat gebrek aan inzicht leidt tot frustratie en een hogere ervaren regeldruk. Hier ligt een taak voor zorgorganisaties: maak aan de werkvloer het waarom en doel van verantwoorden duidelijk en koppel inzichten terug.
Benut bestaande ruimte om het op een andere manier te doen
Aan zorgverleners en managers stellen we steevast de vraag waarom ze op een bepaalde manier verantwoorden. Vaak is het antwoord, ‘ja dat moet voor de inspectie/accreditatie/zorgverzekeraar/…’ Zorgverleners en organisaties hebben zelf echter een belangrijke rol in het toenemende aantal registraties.
Een standaard reflex bij het willen verbeteren is om zorg meetbaar te maken. Dat betekent dat er in de huidige verantwoording ruimte zit. Dat wat je zelf hebt bedacht, kun je immers ook weer loslaten. Zo bleek op één van de afdelingen in ons onderzoek dat de eisen die zij stelden rondom herregistratie van pijnscores, niet ‘van de inspectie moest’, maar door de teamleiding was ingevoerd. Door te reflecteren op het nut en de noodzaak ervan, werd besloten om deze eisen te versoepelen. Houd als afdeling en organisatie je huidige verantwoordingsprocessen dus tegen het licht, onderzoek de functie ervan en ga op zoek naar ruimte die er al is.
Jan-Willem Weenink schreef deze blog voor de RV&S. De blog verscheen ook op Zorgvisie.
- Universitair Hoofddocent