In elke editie van onze alumninieuwsbrief spreken we met een alumnus/-na over zijn/haar studietijd aan Erasmus School of Health Policy & Management (voorheen iBMG en SAG) en wat ze tegenwoordig doen.
Deze keer spraken we met Judith Reiff-de Groen, studente uit de eerste lichting van Studierichting Algemene Gezondheidszorg (SAG). Ze begon haar studie in 1982 na het afronden van de HBO-opleiding tot verpleegkundige toen ze 21 jaar oud was. In 1986 mocht ze haar diploma in ontvangst nemen.
Wat doe je nu voor werk en wat heb je hiervoor gedaan?
Na het afstuderen ben ik aan de slag gegaan als consultant bij Twijnstra Gudde (nu Twynstra Gudde). Daarna ben ik aan de andere kant van de tafel gaan zitten, als zorgmanager. Uiteindelijk ben ik bestuurder geworden. Tot 1 januari 2022 was ik bestuurder van de Gelderhorst, een landelijk centrum voor oudere doven in Ede. Nu leg ik me helemaal toe op het toezichthouden en heb ik drie commissariaten (in de zorgsector en het social domein).
Waarom heb je destijds voor Studierichting Algemene Gezondheidszorg gekozen?
Mijn eigenlijke plan was om verloskundige te worden na het voltooien van mijn eerste studie. Een vriend vond toen een artikel over deze nieuwe studie en vond het wel bij mij passen. Tijdens mijn stage op de HBO-V zag ik bijvoorbeeld al continu dingen die anders, beter, konden in de organisatie. Deze studierichting besteedde heel veel aandacht aan organisatieprocessen, kwaliteit van organisaties en kwaliteit van zorg. Dit paste goed bij mij: mijn afstudeerproject lag ook in die lijn, net als mijn werk als consultant. Ook in mijn latere werk als manager en bestuurder heb ik er veel aan gehad.
Hoe was het om onderdeel te zijn van de eerste lichting van deze studie?
Het voelde erg experimenteel. Er kon heel veel en daar kon je goed gebruik van maken. Zo heb ik mijn afstudeerproject in het vierde jaar samen met een studiegenootje gedaan en hebben we samen onze scriptie geschreven over de fusie van twee ziekenhuizen in Deventer. De studie heeft zich de afgelopen veertig jaar enorm ontwikkeld. Destijds hadden we twee per week les in werkgroepen van 2-3 uur. Die lessen werden gegeven door de initiatiefnemers van de studie (Jan Moen, Ruud Lapré en Johan Mol) en nog een paar andere docenten. We hadden vier vakken in een jaar en deden vier tentamens
Ook kwamen mensen vanuit allerlei richtingen op de studie af, zoals al werkende fysiotherapeuten, verpleegkundigen, ex-geneeskundestudenten en 18-jarigen die voor het eerst gingen studeren. Er waren ook veel oudere studenten die naast de studie werkten, dat kon toen nog makkelijk. Het was een heel gemêleerd en leuk gezelschap. Doordat velen al werkervaring hadden, waren de werkgroepbijeenkomsten erg levendig en interessant omdat ook de studenten hun kennis en ervaring deelden.
Alle mensen van die eerste lichting hebben bijgedragen aan het verder ontwikkelen van de studie en hebben bijgedragen aan de ontwikkelingsslag waar in ieder geval de tweede, derde en vierde lichting wel profijt van zullen hebben gehad.
Jan Moen, Ruud Lapré en Johan Mol waren de drie initiatiefnemers van die studie. Dat zijn wel echt pioniers geweest. Zij zijn in Rotterdam de grondleggers geweest van deze studierichting. In Nijmegen had je Verplegingswetenschappen en in Maastricht Gezondheidswetenschappen. Het woord wetenschap sprak mij minder aan, maar aan de slag gaan met die organisaties, dat is wat mij aansprak. Met het initiatief voor deze studie zijn zij echt tegemoetgekomen aan iets waarvan zij dachten dat het nodig was in de zorg. We vonden ook allemaal meteen goede banen.
Hoe kijk je terug op waar de gezondheidszorg (en het beleid en management eromheen) toen stond en waar het nu staat?
De gezondheidszorg is enorm veranderd in de afgelopen veertig jaar – dit zie je al terug aan de vakken die destijds werden gegeven. Ik had een vak over het RIAGG (Regionale Instelling voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg), maar dat bestaat nu niet eens meer. Die hele wetgeving daaromheen is enorm veranderd. Zo is bijvoorbeeld de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) er niet meer, maar hebben we nu de Wet langdurige zorg (Wlz).
Gezondheidszorg is één van de meest dynamische vakgebieden, dat continu in verandering is. Daarom blijven we continu op zoek naar manieren om de zorg te verbeteren en op peil te houden.