Commercie in zorg rukt op

Leenstelselgeld
Marco Varkevisser

Investeringsfondsen nemen steeds vaker de praktijk van huisartsen, tandartsen en fysiotherapeuten over. Dat schuurt. Problemen met de commerciële huisartsenketen van Co-Med zijn aanleiding voor zorgminister Kuipers om de rol van private equity te onderzoeken. Volgens de een is de oprukkende commercie ’een bedreiging van goede patiëntenzorg’. Volgens de ander maken ze de zorg efficiënter. Willen we ’partijen die puur voor de winst gaan’ in onze gezondheidszorg?

Telefoons die niet opgenomen worden, patiënten die eindeloos moeten wachten op een afspraak, huisartsenpraktijken die zijn gesloten wegens vakantie en geen vervanger hebben. Bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) regent het klachten over commerciële huisartsenpraktijken en dan met name die van Co-Med. „Ik vind dit heel zorgelijk. Een bedreiging voor goede patiëntzorg in Nederland”, zegt Daisy Pors, huisarts in Den Haag en ambassadeur van de Landelijke Huisartsen Vereniging. Zorgminister Ernst Kuipers liet vorige week in een brief aan de Tweede Kamer weten ’geen voorstander te zijn van een algemeen verbod op overnames van zorgaanbieders door ketens’. Wel vindt hij het dus belangrijk om de negatieve en positieve effecten van private equity in de zorg in kaart te brengen middels een onderzoek.

Private equity in de zorgsector is op zichzelf niet nieuw. Al jaren kopen en verkopen investeringsfondsen zorgpraktijken. Dat gebeurde tot voor kort vrij geruisloos. Maar nu het ook huisartsenzorg betreft, lijkt het sentiment ineens anders. Niet zo vreemd, vindt Marco Varkevisser, hoogleraar marktordening in de gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit. „De huisarts neemt een centrale positie in in onze gezondheidszorg. De huisarts, die ken je en die kent jou. Bij een laboratorium waar bloed onderzocht wordt, of bij mondzorg is dat anders.” Dat de huisartsenzorg nu ook door commerciële partijen ’ontdekt’ is, noemt hij logisch. „Er is een groot tekort aan huisartsen die praktijken over willen nemen. Waardoor praktijkhouders die met pensioen gaan, soms lang moeten zoeken naar een opvolger. Private equity-partijen zijn in dat gat gesprongen”, zegt Varkevisser. „En daar is in principe niets mis mee.

Om ervoor te zorgen dat patiënten toegang houden tot zorg, kunnen deze partijen met innovatieve zorgvormen bijdragen aan een oplossing voor het huisartsentekort”, denkt de hoogleraar. Natuurlijk moet je je ogen niet sluiten voor wat er allemaal mis kan gaan, zegt hij en hij wijst op een recente overzichtsstudie in het Brits medisch tijdschrift BMJ. Dat schetst een veelal negatief beeld van private equity in de zorg. Kort gezegd: de kwaliteit is slecht en de kosten zijn hoog. „Maar dat gaat wel vooral om de situatie in de Verenigde Staten met weinig tot geen overheidsbemoeienis en die kun je dus niet één op één met de Nederlandse vergelijken.” Volgens Varkevisser zijn we hier in een fase gekomen waarin bepaald moet worden ’wat wil je wel, en wat wil je niet’.

Dit artikel is geschreven door Klaartje Bax en overgenomen van De Telegraaf. Wilt u het hele artikel lezen, ga dan naar de pagina van de Financiële Telegraaf.

Professor

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen