Huisvesting voor ouderen is één van de grote opgaven waar Nederlandse steden de komende decennia voor komen te staan. Oorzaak is de vergrijzing. De Haagse Hogeschool en Erasmus School of Health Policy & Management hebben onderzoek gedaan in hoeverre bestaande woongroepen hiervoor een oplossing kunnen bieden. De conclusie? Toewerken naar een woongroep 2.0.
Na het sluiten van de verzorgingshuizen zijn woongroepen een belangrijke schakel in het aanbod van de huisvesting voor ouderen geworden. Er is een gat ontstaan in de huisvestingsvraag voor ouderen die niet langer thuis willen of kunnen wonen, maar ook niet in aanmerking komen voor opname in een verpleeghuis. De combinatie van wonen en zorg en welzijn wordt hierdoor steeds belangrijker.
Onderzoek
Onderzoekers en studenten hebben in acht verschillende woongroepen in Den Haag, Rotterdam en Deventer onderzoek gedaan om meer inzicht te krijgen in: Waarom kiezen ouderen voor een woongroep en welke voor- en nadelen brengt het met zich mee? Welke vormen van ondersteuning ontvangen ouderen vanuit de woongroep? En wat betekent dat voor de gevoelens van eenzaamheid en de zorgondersteuning die zij van anderen formeel en informeel ontvangen?
Daarnaast is ook gekeken naar: Hoe en door wie wordt de toegang van ouderen tot een woongroep bepaald? En op welke wijze is het lokaal, landelijk en Europees beleid van invloed op woongroepen en welke kansen en bedreigingen brengt dit met zich mee?
Voor- en nadelen groepswonen
Sociale contacten, actief blijven en sociale controle zijn de voordelen die genoemd worden voor groepswonen. Overbelasting, betutteling, roddelen en conflicten worden als negatief ervaren. De woongroep draagt dankzij de sociale contacten en de activiteiten bij aan het tegengaan van eenzaamheid onder ouderen. Onderlinge zorg en ondersteuning bestaat vooral uit hulp bij sociale en praktische zaken. Hierdoor worden mantelzorgers ontlast, maar ondersteuning van zorginstellingen en mantelzorgers blijft door de stijgende leeftijd van bewoners van groot belang.
Woningwet zet voortbestaan woongroepen onder druk
De woningwet maakt dat woningcorporaties tenminste 80% van de sociale huurwoningen moeten toewijzen aan huishoudens met een passend inkomen. Dit wordt door de bestuursleden van woongroepen als problematisch ervaren, omdat dit ervoor zorgt dat gewilde kandidaten worden uitgesloten op basis van hun inkomen, terwijl zij juist goed passen wat betreft leeftijd, motivatie en bepaalde vaardigheden. Er ontstaat dus een tegenstrijdige situatie. Er is een toenemende vraag naar woongroepen, maar de woongroepen voor ouderen hebben problemen om geschikte kandidaten te huisvesten.
Woongroep 2.0
Uit het onderzoek blijkt dat de huidige woongroepen niet langer toekomstbestendig zijn. Onderzoeker Katja Rusinovic van De Haagse Hogeschool komt met de volgende aanbevelingen richting gemeente en woningcorporaties: “De woongroep 2.0 zou moeten bestaan uit een mix van koop- en huurwoningen. Daarbij moet bij nieuwe én bestaande woonvormen aandacht komen voor zorgvoorzieningen. Een laatste suggestie is meergeneratiewoningen, een woonvorm waar ouderen samenwonen met jongeren”.
- Meer informatie
Meer gedetailleerde informatie over de uitkomsten van het onderzoek leest u in het rapport. Het onderzoek krijgt vanaf mei 2019 een vervolg in het tweejarige SiA RAAK-Mkb project: Naar verantwoorde rebellie: governance en inspraak bij collectieve woonvormen voor ouderen.