Op de website van de Rijksoverheid en in de laatste persconferenties worden ‘familiebijeenkomsten, verjaardagsfeestjes, buurtborrels en vriendengroepen’ als bron van de meeste coronabesmettingen genoemd. Klopt dat wel, en is het ook niet heel menselijk om na een half jaar corona juist in de privésfeer de coronamaatregelen met voeten te treden? Charlotte Arnoldy van HP De Tijd vraagt een aantal onderzoekers om een reactie. Medisch socioloog Prof.dr. Anna Nieboer zegt o.a. het volgende: “Eén van de basisbehoeftes van de mens is contact met dierbaren. Niet alleen in gespreksvorm, maar ook in fysieke vorm.”
Volgens HP De Tijd is de neiging om iemand te omhelzen of te kussen in de privésfeer moeilijk te onderdrukken. Nu het allemaal wat langer duurt dan voorzien, laat men de teugels wat sneller vieren. Nieboer: “Ons levensgeluk berust deels op de behoefte aan sociale activiteiten en sociaal contact, dus het is helemaal niet gek dat mensen elkaar weer meer gaan bezoeken.”
Verderop in het interview stelt Arnoldy het volgende: Een andere mogelijke reden dat het in de privésfeer vaak fout gaat, is het feit dat mensen zich aanpassen aan de context waarin ze zich bevinden. Nieboer: “Minister Grapperhaus is daar het perfecte voorbeeld van. Hij zal zich wel degelijk streng aan de coronanormen houden als hij in functie is, maar in de setting van een feestelijke gelegenheid als een bruiloft, raakten ze toch een beetje op de achtergrond.”
Daarnaast is het volgens Arnoldy lastig om je naasten aan te spreken op hun gedrag zonder dat iemand zich aangevallen voelt of er een discussie volgt. Nieboer: “Wij mensen zijn heel gevoelig voor afkeuring van mensen die dichtbij ons staan, veel meer dan wanneer het van vreemden komt. Wanneer wij iemand een knuffel of een hand willen geven en diegene weigert, voelen we sociale pijn, ook wanneer dit is vanwege de coronaregels.”
Het artikel eindigt met een quote van Nieboer: “We moeten zorgen dat we ons continu bewust zijn van het belang van het in acht nemen van de coronamaatregelen. Vooral in situaties waarin de kans op besmetting groot is en de norm om je te houden aan de maatregelen minder duidelijk, zoals bij huwelijken of crematies. Bij jongeren moet je echter oppassen dat het geen omgekeerde werking gaat krijgen zoals we met de ‘stoppen met roken’-campagnes soms zien. (Uit onderzoek blijkt dat rokers, wanneer ze worden geconfronteerd met dreigende gevolgen van hun rookgedrag, eerder sterk in de verdediging zullen schieten dan overwegen om te stoppen. Advies en tips over hoe je het beste kan stoppen, zouden stukken beter helpen – red.) Daarnaast moeten we het gemis van fysiek contact bespreekbaar maken, en dus niet mensen die het lastig vinden zich eraan te houden aso’s noemen”.
Bovenstaand artikel verscheen op 16 september in HP De Tijd. Lees hier het volledige artikel.