Waarom is het belangrijk dat oude van dagen die bij concentratiekampen betrokken waren vandaag de dag alsnog voor de rechter verschijnen? Prof. dr. Kees Ribbens werd hierover geïnterviewd voor NU.nl en EenVandaag. Ribbens is bijzonder hoogleraar geschiedenis bij de Erasmus School of History, Culture and Communication (ESHCC) en senior onderzoeker bij NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies.
Na een mislukte vluchtpoging verscheen de 96-jarige Irmgard Furchner dinsdag 19 oktober alsnog voor de rechter. De vrouw werkte tijdens de Tweede Wereldoorlog als secretaresse van concentratiekamp Stutthof. Ze is niet de eerste oudere die veroordeeld wordt voor betrokkenheid bij concentratiekampen.
In een artikel op NU.nl vertelt prof. dr. Kees Ribbens dat het in zulke rechtszaken niet zozeer gaat om het winnen van nieuwe informatie, maar “meer om de persoonlijke invalshoek, opnieuw duidelijk maken hoe het proces van vernietiging heeft plaatsgevonden en dat er rekenschap en rechtvaardigheid plaatsvinden. Zo behouden we inzicht en kennis over wat zich heeft voltrokken, dat houdt de belangrijke herinnering levend."
Het aanklagen van ouderen begon grotendeels in 2011 met de veroordeling van de 89-jarige John Demjanjuk, voormalig bewaker van het Poolse vernietigingskamp Sobibór. "Betrokkenheid aantonen ging tot dat moment om bewijzen dat iemand echt een pistool in de hand had of de knop van de gaskamer indrukte,” vertelt Ribbens. Volgens hem was de zaak tegen Demjanjuk een keerpunt: "vanaf dat moment werd de kring van daders ruimers getrokken. Wie werkzaam was geweest in een kamp, was nu ook direct betrokken."
Ondanks de hoge leeftijd van de gedaagden is het volgens Ribbens van groot belang dat de veroordelingen plaatsvinden. "Juist in dit soort zaken mogen mensen ook op hoge leeftijd berecht worden. Het geeft het kwaad een gezicht," vindt hij, "het is belangrijk om aan te geven dat medeplichtigheid niet onbestraft kan blijven en dat niemand moet denken dat juridisch de dans ontsprongen kan worden."
Ook in de uitzending van EenVandaag op dinsdag 19 oktober werd Ribbens over het onderwerp geïnterviewd. In Nederland valt er nog wat te halen in het veroordelen van betrokkenen en volgens Ribbens ontbreekt het in ons land aan urgentie: “we zijn toch iets minder geneigd om zelf de hand in eigen boezem te steken, waar het gaat om óns aandeel in die hele vervolgingsmachinerie.”