Re-enactmentgroepen spelen historische gebeurtenissen, zoals veldslagen na. Als hobby, maar ook om de geschiedenis levend te houden. Lise Zurné van Erasmus School of History, Culture and Communication volgde groepen die delen uit de Tweede Wereldoorlog en de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd naspelen. “Je hebt zelf een stem in de manier waarop verhalen verteld worden. Dat is niet zo wanneer je thuis een film opzet.”
Met 35 graden hiken door Tsjechië in legeruniform met zware bepakking en een loodzware helm. Lise Zurné deed dit voor haar onderzoek naar historical re-enactment, oftewel het naspelen van historische gebeurtenissen, meestal gerelateerd aan oorlog. Voor haar onderzoek keek ze specifiek naar het naspelen van gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog en de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd. Ze sloot zich aan bij gemengde groepen en groepen voor vrouwen. De vrouwengroepen speelden bijvoorbeeld verpleegsters uit het Amerikaanse leger die betrokken waren bij de bevrijding van Europa.
Volgens de promovenda heerst het clichébeeld dat vooral witte mannen op middelbare leeftijd lid zijn van dit soort groepen. “Dat beeld heerst heel sterk, überhaupt dat oorlog iets is voor mannen. Ik vond het juist interessant om me te richten op de stemmen die je minder vaak hoort in de geschiedenis”, zegt ze. Maar fanatieke vrouwengroepen zijn er dus wel degelijk, al zijn die wel in de minderheid. Ook de Indonesische geschiedenis intrigeerde haar, omdat je daar weinig over hoort en bovendien vooral vanuit het Nederlandse perspectief. “Ik was heel benieuwd naar hun kant van het verhaal. Niet zozeer om erachter te komen wat er precies is gebeurd, maar vooral om te zien hoe met de geschiedenis wordt om wordt gegaan.”
De groepen vinden het belangrijk om het naspelen zo realistisch mogelijk te maken en gaan hier soms heel ver in, denk aan strenge gedragsregels maar ook het detailniveau van de uitrusting. Dat maakt het volgens Zurné geen goedkope hobby. Via een YouTubefilmpje kwam ze achter het bestaan van re-enactment groepen in Indonesië en reisde ze tot tweemaal toe die kant op. Wat haar verraste in Indonesië: het spelen van Nederlanders was zo populair, dat er een stop op het aantal deelnemers nodig was. “De Nederlanders hebben veel mooiere uniformen en materieel vinden ze, want de Indonesische strijders moesten het doen met wapens die de Japanners hadden achtergelaten. Maar natuurlijk zijn de Nederlanders wel altijd de verliezende partij die op wilskracht worden verslagen.”
Heldenrol voor burgers
De politieke geschiedenis van Indonesië ligt gevoelig, vooral vanwege Soeharto wiens regime door velen als autoritair wordt gezien. De deelnemers die zij sprak, vonden het ongemakkelijk om daarover te praten. Tegelijk zag ze terug dat bepaalde aspecten extra benadrukt worden door de groepen. Zo ligt bij het naspelen van de strijd van 1 maart 1949, waar ook verschillende versie over bestaan, sterk de nadruk op de rol van de burgers die een soort guerrillastrijd voerden, terwijl de officiële geschiedenis van Indonesië zeer militair gericht is. “Voor mij laat het zien dat geschiedenis fluïde is. Het heden beïnvloedt hoe we nadenken over het verleden. Wat zij dus naspelen en benadrukken daarom interessant is om te onderzoeken.”
Bij de vrouwelijke groepen in Europa zie je dat zij het belangrijk vinden om het heroïsche aspect te benadrukken, wat zij onder meer doen door ook wapens te dragen. Iets waar mannelijke groepen dan hun twijfels bij hebben. Sowieso kunnen de gemoederen soms hoog oplopen. Tijdens de tocht in Tsjechië ging een deel van de groep terug naar het kamp, omdat zij het gezien de hoge temperaturen en uitputting niet meer trokken. De rest van de groep vond dat de ontberingen erbij hoorden en bleef. “Ze zijn soms echt streng voor elkaar en er heerst echt een soort legerdiscipline. Als je uniform regelmatig niet goed zit, kun je een uitbrander krijgen. Gelukkig hadden ze met mij meer geduld en hielpen ze me vaak op weg”, vertelt Zurné.
Hakenkruizen splijtzwam
Discussies ontstonden ook over het wel of niet tonen van nazisymbolen. Het dragen van een hakenkruis mag realistisch zijn, niet iedereen voelt zich comfortabel om dit in het openbaar te dragen. Voor diegenen die dat wel graag willen dragen, heeft dat soms tot gevolg dat zij bij publieksevents niet welkom zijn. Hoewel er dus sprake is van sociale druk in de groepen, overheerst bij de leden een gedeelde fascinatie voor geschiedenis. “Vaak begint dat met het kijken van films, maar dat is op den duur niet meer genoeg. Ze willen het ook echt naspelen. Op bekende oorlogsfilms hebben ze trouwens vaak kritiek. Ze kunnen tal van dingen opnoemen die niet realistisch zijn, van het soort eten tot het type uniform dat gedragen wordt.”
Democratiseren van geschiedenis
Het meedoen vond de promovenda veel leuker dan ze dacht, al was het soms ook erg intensief. Hoewel historical re-enactment een relatief klein fenomeen is, zijn er in Nederland alleen al elk weekend verschillende evenementen. Zurné: “Ik denk dat het past in een trend om dingen tastbaar te maken en echt met je eigen zintuigen te ervaren. Voor mij als onderzoeker was het vooral interessant om te zien wat deelnemers belangrijk vinden om te benadrukken van het verleden. Het is het vertellen van de geschiedenis in kleine schaal. Je hebt zelf een stem in de manier waarop verhalen verteld worden. Dat is niet zo wanneer je thuis een film opzet.”
- Promovendus
- Meer informatie
Via deze YouTubevideo kwam Lise Zurné achter het bestaan van re-enactment groepen.
- Gerelateerde content