Makerspaces – plekken waar mensen met interesse voor ambacht, technologie, design en productontwikkeling aan projecten werken en ideeën, apparatuur en kennis uitwisselen. Deze werkplekken zijn in potentie ecologisch en sociaal duurzaam. Maar tegelijkertijd worden ze vaak gezien als hubs voor innovatie en ondernemerschap wat juist bij kan dragen aan het herhalen van bestaande economieën. In haar artikel, suggereert Olga Vincent om naar makerspaces te kijken door de lens van diverse economieën om hun potentie tot het transformeren van huidige economieën te belichten. Vincent heeft hiervoor de Keilewerf in Rotterdam gebruikt als casestudie.
Commerciële en hybride makerspaces bieden ruimte aan makers die hun geld willen verdienen met hun werk. Lokale overheden en sommige wetenschappers zien de makerspaces als hubs voor ondernemerschap, met de nadruk op de rol van de makers in lokale en regionale economische groei. Een interessante visie. Maar als we alleen naar het potentieel van makerspaces kijken als een plek met werkgelegenheid en belastingbetalers, gaan we wellicht voorbij aan de complexe structuur van de makerspaces als hub voor mensen die denken, doen en organiseren en daarmee een alternative kapitalistische insteek aanhangen. Olga Vincent analyseerde bij de Keilewerf hoe de kapitalistische productie samengaat met alternatieve manieren van denken en doen.
Keilewerf: een hub voor diverse visies op sociale en ecologische duurzaamheid
De Keilewerf in Rotterdam is een unieke plek waar makers met verschillende specialisaties en achtergronden naast en met elkaar werken. De Keilewerf leeft en ademt diversiteit, gelegen in de meest cultureel diverse stad van Nederland.
“Je wordt omringt door de kleurrijke werkplaatsen en ateliers zodra je de Keilewerf binnenkomt. Maar de diversiteit rijkt verder dan dat. De Keilewerf is een plek waar professionals, amateurs, particulieren organisaties, non-profit stichtingen en sociale ondernemingen zich allemaal thuis voelen”, legt Olga Vincent uit. “Daarmee is de Keilewerf de perfecte casestudie voor mijn onderzoek.”
Voor haar onderzoek, interviewde Olga Vincent zowel het management als de makers, die in hun werk focussen op ten minste een aspect van sociale en ecologische duurzaamheid. Om het geheel van de Keilewerf te begrijpen heeft Olga Vincent bij haar analyse ook gebruik gemaakt van ‘Het Keilewerf Boek’ - een overzicht van alle Keilewerf makers, uitgebracht ter ere van het vijfjarig bestaan van de makerspace.
Onverwachte uitkomsten?
Tijdens de gesprekken met de makers ziet Olga tot haar verrassing dat kapitalistische, alternatieve en niet-kapitalistische werkwijzen naast elkaar bestaan. Zo verkopen makers hun producten of diensten niet alleen, ze worden ook geschonken of geruild. Daarnaast worden privé-eigendommen gecombineerd met gedeelde kennis en middelen, of zelfs het weggeven van materialen komt voor – zoals afvalmaterialen die gerecycled kunnen worden. Olga Vincent zag dat de “typische” kapitalistische organisaties een belangrijke rol spelen bij het beeld dat de makers hebben bij alternatieve vormen van kapitalisme – zoals het onderhouden van relaties binnen de community, het uitwisselen van kennis en de focus op kwaliteit in plaats van kwantiteit.
Maar spanningen tussen kapitalistische en alternatief kapitalistische makers zijn ook zichtbaar. Er zijn bijvoorbeeld makers die druk voelen om hun productie op te hogen of te laten zien hoe zij bijdragen aan de klassieke economie zoals wij die kennen. Sommige geïnterviewden gaven duidelijk aan niet toe te geven aan deze druk en bewust klein te blijven.
De huidige kapitalistische markt levert makers van de Keilewerf die een alternatief voor kapitalisme aanhangen flinke beperkingen op, merkte Olga Vincent op. Zo zijn de mogelijkheden voor een lening bij banken beperkt, de toegang tot informatie over het verduurzamen van je organisatie beperkt, en is er gebrek aan beleid dat aansluit bij hun werkwijzen. Deze beperkingen staan het benutten van de waardevolle toevoegingen van makerspaces, zoals het gemeenschapsaspect, soms in de weg. Het zou interessant kunnen zijn om te onderzoeken hoe de “kapitalistische” druk verlaagd kan worden om de makerspaces de ruimte te geven om te floreren.
“Ik denk dat het belangrijk is om te benoemen dat makers hun werk niet framen als alternatief of niet-kapitalistisch. Dit onderscheid heb ik gemaakt met behulp van een theoretisch kader. Dit onderscheid is naar mijn mening om verschillende redenen nuttig. Het kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat meer makers nadenken over hoe hun product of dienst kan worden gepositioneerd binnen de verschillende vormen van kapitalisme, of het nou de klassieke variant is of een alternatieve vorm", benadrukt Olga Vincent.
“Als maatschappij moeten we misschien meer gesprekken voeren over welke vormen van lokaal ondernemen we willen ondersteunen. En hier rekening mee houden bij het maken van beslissingen en het opstellen van beleid.”
Met haar onderzoek, draagt Olga Vincent bij aan een breder debat over welke vormen van economie we willen creëren. Visies op macrokaders die economische groei als doelstelling in twijfel trekken komen aan het licht in het onderzoek. Olga stelt dat ervaringen van makers ons waardevolle inzichten kunnen geven over de herinrichting van onze economieën. Bovendien zou een scherper inzicht in spanningen en aanvullingen tussen kapitalistische en niet-kapitalistische vormen een antwoord kunnen geven op een belangrijke vraag: Hoe kan de transitie naar een duurzame economie haalbaar en wenselijk worden?
- Onderzoeker