Talentontwikkeling van muzikanten staat onder druk. Steun aan de Popnota zal zowel het toekomstperspectief als het potentieel van popmuziek versterken, betoogt muziekwetenschapper Frank Kimenai in een opiniestuk in de Volkskrant.
Op 28 juni besprak de Tweede Kamer de eerste Nederlandse Popnota. Dat deze nota er komt is belangrijk, stelt Frank Kimenai. De popmuziek staat onderdruk. Natuurlijk heeft dat ook te maken met de coronacrisis, maar ook daarvoor kraakte het al in haar voegen, zoals omschreven in het rapport De Staat van de Nederlandse Popmuziek. Er zijn structurele problemen, zoals een zwakke inkomenspositie van makers, ondersubsidiëring, scheve machtsverhoudingen tussen grote bedrijven en makers en de afname van speelmogelijkheden op kleine podia. Maar het is ook een sector die jaarlijks meer dan 600 miljoen euro directe omzet genereert, tienduizenden directe en indirecte banen creëert en een enorm economisch en maatschappelijk potentieel heeft.
Kimenai: “Niet iedereen die experimenteert met Ableton of een basgitaar om de nek hangt heeft de wil en de vaardigheid om een professionele popmuzikant te worden. Maar een carrièreperspectief bieden aan diegenen die het wel in zich hebben, wordt steeds lastiger.”
Om dit vol te houden moeten de problemen worden aangepakt. En dat begint bij talentontwikkeling. De verschillende schakels uit de talentontwikkelingsketen hebben het moeilijk. Dit gaat ten koste van de ontwikkelingsmogelijkheden van getalenteerde muzikanten. En uiteindelijk ten koste van het culturele, economische en maatschappelijke belang van de sector. Dit is waarom het belangrijk is dat de kamerleden de popnota steunen.
Lees het gehele opiniestuk in de Volkskrant hier.
- Meer informatie
Op 28 juni was Frank Kimenai te gast in het Radio 1 programma De Nieuws B.V. om het belang van de Popnota nogmaals toe te lichten. Luister het fragment hier terug.
