Polen is een groot voetballand met miljoenen fans: voetbal op televisie is er razend populair. Maar het fungeert ook als plek waar constant – vaak onbewust, maar voor een groot publiek – betekenis wordt toegekend aan raciale en etnische diversiteit. Arne van Lienden onderzoekt de manier waarop dit gebeurt in zijn proef, getiteld “Between the lines: Discursive (re)constructions of race/ethnicity in Polish televised football” (Tussen de regels door: Discursieve (re)constructies van ras/etniciteit in het Poolse televisievoetbal), dat hij op donderdag 14 maart 2024 verdedigt. Zijn onderzoek maakt deel uit van het door NWO gefinancierde onderzoeksproject “How racist is televised football and do audiences react?” en wordt uitgevoerd onder begeleiding van prof. dr. Jacco van Sterkenburg en Melodine Sommier (Universiteit van Jyväskylä).
Stereotypes
Arnes onderzoek toont aan dat er zeer stereotyperend wordt gesproken over voetballers die als zwart worden beschouwd in de Poolse samenleving. De overwegend witte Poolse kijkers en producenten benadrukken vooral hun fysieke kwaliteiten, dat strookt met een – incorrect – narratief waarin zwarte atleten biologisch gezien als sportief superieur worden beschouwd. Dit vindt zijn oorsprong weer in het koloniale tijdperk, waarin zwarte mensen vaak werden afgeschilderd als mentaal incompetent maar fysiek superieur, en dus geschikt voor fysieke arbeid.
De onopvallende norm
Mannelijke voetballers die als wit zouden worden omschreven zijn op televisie minder 'zichtbaar'. Dat komt omdat zij in de bredere Poolse (en Europese) samenleving vaak worden gezien als de onopvallende norm. Dit maakt het voor witte mensen moeilijk om hun eigen identiteit in ‘raciale’ termen te begrijpen en bemoeilijkt ook de strijd tegen racisme in de samenleving.
Met andere woorden, voetbal op televisie in Polen reproduceert ideeën over ras en etniciteit die vaak ook in de bredere samenleving circuleren. Deze ideeën zijn niet los te koppelen van bredere discussies over andere sociale identiteitsdimensies, zoals gender, nationaliteit en sociale klasse.
Impliciet racisme in de samenleving
Het onderzoek bevat een aantal verrassende bevindingen. Ten eerste heerst in Polen het hardnekkige idee dat racisme en andere overblijfselen van koloniale denkbeelden geen probleem vormen. Dat komt vooral doordat Polen geen koloniaal verleden heeft, zoals veel West-Europese landen. Maar impliciet racisme lijkt ook dagelijks aan de orde te zijn in de Poolse samenleving. Arne toont namelijk aan dat geracialiseerde associaties tussen zwart zijn en fysieke kracht ook voorkomen in Poolse populaire media, naast andere stereotiepe voorstellingen over de raciale/etnische afkomst van mannelijke voetballers.
Dit is een belangrijke bevinding, omdat dit het gangbare idee kan weerleggen dat Polen een zekere uitzonderingspositie inneemt met betrekking tot racisme, en dat racisme slechts een uiting zou zijn van extreemrechtse groeperingen. Net zoals vaak in West-Europa, worden ook in Polen dus ideeën over raciale verschillen verteld in schijnbaar 'onschuldige' en 'neutrale' media.
Geloof in de eigen objectiviteit
Ten tweede blijkt dat vrijwel alle geïnterviewde journalisten en commentatoren ervan overtuigd zijn dat het gedrag van stereotypering de schuld is van andere commentatoren en journalisten. Over het algemeen geloven ze sterk in hun eigen objectiviteit in hun werk en zien ze clickbait-websites en slecht voorbereide oud-voetballers die als analist werken als de grootste ‘daders’ van stereotyperingen.
Deze bevinding laat zien hoe moeilijk het soms is om alledaags en impliciet racisme in de samenleving tegen te gaan. Er wordt niet erkend dat bepaalde ideeën over raciale en etnische verschillen impliciet en onbewust deel uitmaken van hoe we sociale groepen zien in de samenleving, en dus in voetbalmedia.
Tussen de regels door
Het onderwerp van Arnes onderzoek beperkt zich niet alleen tot Polen, maar gaat over een bredere maatschappelijke discussie over racisme in meerdere landen. Zowel in sport als in de samenleving in het algemeen. De afgelopen jaren hebben we in heel Europa racistische incidenten op voetbalvelden gezien, die veel media-aandacht kregen en waarop veel initiatieven volgden om dit uit te bannen.
Wat vaak over het hoofd wordt gezien, is dat er veel onuitgesproken racisme is en ideeën over 'natuurlijke' verschillen tussen mensen ook tussen de regels door geuit worden door bijvoorbeeld journalisten en fans die zichzelf geen racist vinden. Arne probeert aan te tonen dat er een verband bestaat tussen zowel expliciete als impliciete vormen van racisme. Om van voetbal een meer progressieve en gelijkwaardige omgeving te maken, is het essentieel om bewustzijn te vergroten over hoe impliciet racisme diep verweven zit in Europese samenlevingen.
- Promovendus