0,7% tot 1% van de bevolking heeft te maken met een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Kunnen deze cijfers ook teruggevonden worden onder CEO’s? De implicaties van de aanwezigheid van een narcistische CEO zijn tweeledig. Hoe kan er voorkomen worden dat dit destructief zal zijn voor een bedrijf?
Een introductie
Dr. Antoinette Rijsenbilt heeft als econoom ervaring opgedaan in het bedrijfsleven. Zij heeft diverse financiële functies vervuld, zowel in complexe internationale organisaties als in het Nederlandse MKB. Vanaf 2009 is zij verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Haar onderzoek richt zich op narcisme bij bestuurders en de effecten daarvan op de bedrijfsvoering.
Holistisch denken
De afgelopen decennia is er in de wetenschappelijke literatuur veel geschreven over leiderschap. Het heeft een belangrijke plaats in de hedendaagse bedrijfseconomie en daarom ook in het gedachtegoed van EIBE. Dit gedachtegoed wordt verwezenlijkt door het zogeheten ‘klavertjevier plus twee’, waarbij het onderdeel leiderschap in de kern is gesitueerd. Dit holistische denken is nodig om de vier initiële aspecten van de bedrijfseconomie met elkaar te verbinden en zo een meerwaarde te vormen in de praktijk. Dr. Antoinette Rijsenbilt doet onderzoek naar de effecten van de persoonlijkheid van de bestuurders op de bedrijfsvoering en dan in het bijzonder naar de invloed van narcisme op bestuursvoorzitters.
Het onderzoek
Voor haar onderzoek zijn vijftien meetbare variabelen opgesteld die zouden kunnen duiden op de aanwezigheid van een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Enkele voorbeelden hiervan zijn het toegekende salaris en bonussen, het privé gebruik van het zakelijke vliegtuig en de grootte van de foto van de CEO in het jaarverslag. Deze variabelen zijn vervolgens toegepast op 953 CEO’s die sinds 1992 minimaal 3 jaren leider waren van een bedrijf wat genoteerd stond aan de S&P500. Deze variabelen worden gebruikt om een CEO-narcisme score te berekenen, waaruit Rijsenbilt concludeert dat deze voldoet aan de vereiste variantie voor het dimensioneel narcisme construct. Hieruit blijkt dat 1% van de CEO’s uitzonderlijk hoog scoort, hetwelk in lijn is met de bevinding dat een narcistische persoonlijkheidsstoornis bij ongeveer 0,7% tot 1% van de bevolking voorkomt.
De top van het bedrijf
De ‘upper echelon’ theorie, die stelt dat de persoonlijkheid van bestuurders invloed heeft op de resultaten van de organisatie, werd door Hambrick & Mason (1984) beschreven. Narcisme wordt over het algemeen gebruikt om de conditie van aanhoudende zelfliefde te definiëren, maar is tegelijkertijd belangrijke persoonlijke karakteristiek voor effectief leiderschap. Narcisisme behelst ook het vermogen om macht uit te oefenen, anderen aan te sturen en het streven naar hoge maatschappelijke prestige. Enkele wetenschappers stellen dat deze eigenschappen noodzakelijk zijn voor effectief leiderschap en daarom terug dienen te komen in het karakter van een CEO, om zo de bedrijfsresultaten te optimaliseren. Daarom is een narcistische inslag onder bestuursvoorzitters eerder regel dan uitzondering.
De Zonnekoning
In haar onderzoek vergelijkt Rijsenbilt de hoog narcistische bestuursvoorzitter met een Zonnekoning. Deze vergelijking komt tot stand door het feit dat de hoog narcistische bestuursvoorzitters vooral door zichzelf geobsedeerd zijn en geen tegenmacht dulden. De Zonnekoning zal alles doen om zijn status in stand te houden. De invloed van zulk soort gedrag wordt op een drietal organisatorische uitkomsten onderzocht. Ten eerste heeft het invloed op de financiële resultaten van de onderneming.
Kans op fraude
De resultaten wijzen op een concaaf verband tussen de narcistische persoonlijkheidsdimensie van bestuursvoorzitters en de financiële accounting maatstaven. Een zekere mate van narcisme leidt tot een hogere financiële prestatie, terwijl een hoge mate van narcisme bij bestuursvoorzitters afnemende financiële prestaties tot gevolg heeft. Ten tweede blijkt dat hoog narcistische CEO’s minder tegenmacht hebben vanuit de RvB en RvC. De derde impactstudie onderzoekt de relatie met de fraudegevoeligheid bij hoog narcistische CEO’s. Als opzienbarende acties geen resultaat meer hebben, zal de status van de CEO verminderen. Om dit te verbergen, is de kans groter dat er fraude wordt toegepast.
Conclusie
Rijsenbilt concludeert uit het onderzoek dat een zekere mate van narcisme tot een hogere financiële prestatie leidt, terwijl een hoge mate van narcisme tot lagere financiële resultaten leidt. Narcisme garandeert dus geen effectiviteit. Ook is de fraudegevoeligheid hoger en de tegenmacht van bestuursleden lager bij hoog narcistische bestuursvoorzitters. Dit is dus in lijn met de opgestelde theorie. Het is noodzakelijk dat de narcistische bestuursvoorzitter voldoende gecontroleerd wordt door interne instanties zoals de RvB of RvC, of door externe instanties, zoals een onafhankelijk adviseur. Het is tevens ook mogelijk dat de narcistische inslag van de bestuursvoorzitter beperkt kan worden door de familieomstandigheden, die hem met beide benen op de grond kunnen houden.
Tot slot
Narcisme is dus essentieel voor effectief leiderschap, mits het in niet al te ruime mate voorhandig is. Als een bestuursvoorzitter zijn narcistische persoonlijkheid te zwaar laat meewegen bij de beslissingen die genomen dienen te worden, verhoogt dit het risico op fraude en verlaagt het de financiële prestaties. Het is dus zaak om goed op de bestuursvoorzitter te blijven toezien.
Bronnen:
- Hambrick, D. C., & Mason, P. A. (1984). Upper echelons: The organization as a reflection of its top managers. Academy of management review, 9(2), 193-206.
- Rijsenbilt, A. J. (2011). CEO narcissism: Measurement and Impact (No. EPS-2011-238-STR).
- Rijsenbilt, J.A. en H.R. Commandeur (2014), Leven in de bestuurskamer met de narcistische paradox: de meting en invloed van Zonnekoninggedrag, In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2014-2015, Deventer: Kluwer.
- Rijsenbilt, J.A. & Commandeur, H.R. (2013). Narcissus enters the courtroom: CEO Narcissism and fraud. Journal of Business Ethics, 117(2), 413-429.
- Meer informatie
Zet dit je aan het denken en zou je hier iets (meer) mee willen binnen jouw (eigen) organisatie? Je bent van harte welkom om aan te sluiten bij ons Executive Program 'De Kracht van Invloed - Leidinggeven vanuit Wetenschappelijk Perspectief'.
- Gerelateerde content