Spreidingswet als kans voor een succesvolle integratie

Spark interview met Jaco Dagevos
Jan van der Ploeg

‘De spreidingswet is een kans om meer werk te maken van het participatiemodel, waardoor asielzoekers en statushouders sneller en beter kunnen integreren’.  Dat zegt bijzonder hoogleraar Integratie en Migratie aan Erasmus Universiteit en senior onderzoeker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau, Jaco Dagevos. ‘Ik ben er blij mee.’

Dagevos doet onderzoek naar de integratie en de positie van statushouders die de afgelopen jaren naar Nederland zijn gekomen. Hij concludeert dat het heel belangrijk is dat asielzoekers snel in aanraking komen met de Nederlandse samenleving. ‘Wat doet het met je als je vaak verhuist of niks te doen hebt? Uit onderzoek blijkt dat het negatieve gevolgen heeft voor de psychische gezondheid, de taalverwerving en voor de integratie op de arbeidsmarkt.’ Het is de werkelijkheid voor veel asielzoekers. Het huidige ‘asielmodel’ betekent wachten tot je aanvraag in behandeling wordt genomen, wachten tot er een uitspraak wordt gedaan, en al die tijd zijn er verschillende belemmeringen om te mogen werken. Tot voor kort mochten asielzoekers maximaal 24 weken per jaar werken. Dagevos: ‘Als een werkgever iemand goed ingewerkt had, moest hij hem of haar alweer laten vertrekken.’

Een betere start

‘Ik was blij dat deze maatregel vorig jaar van tafel ging en dat asielzoekers nu ook makkelijker aan de slag kunnen. Het interessante is dat het uiteindelijk mede dankzij werkgevers gelukt is.’ Door de krapte op de arbeidsmarkt en de komst van Oekraïners die wel gelijk aan het werk mogen, zien werkgevers in dat asielzoekers ook waardevolle arbeidskrachten kunnen zijn. ‘We geven mensen een veel betere start als ze mee mogen doen. Ze raken eerder bekend met de Nederlandse samenleving en arbeidsmarkt, ze leren sneller de taal en de onzekerheid over hun eigen situatie wordt kleiner als ze perspectief hebben.’ 

Participatiemodel

De spreidingswet die op 1 februari in werking is getreden, kan daar ook aan bijdragen. In de spreidingswet, die eigenlijk Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen heet, is geregeld dat er voldoende opvangplekken komen voor asielzoekers en dat die plekken evenwichtiger verdeeld worden over de gemeenten en provincies. ‘Als asielzoekers dan gelijk geplaatst worden in de plaats of regio waar ze gaan wonen, is het voor gemeenten makkelijker om een start te maken met het inburgeringsbeleid. Dat noem ik het ‘participatiemodel’. De toekomst van de asielzoeker staat voorop. Wat heeft deze persoon nodig om goed te kunnen integreren in de Nederlandse samenleving, is daarbij het uitgangspunt. Besteed de tijd in de opvang aan integratie. Dan is de kans op een succesvolle integratie groter. In het participatiemodel is het opvangbeleid de eerste stap van de integratie.’ 

Cruiseschip Silja Europe
Cruiseferry Silja Europe ligt sinds 1 juli 2023 in de Merwehaven. Op het schip wonen 1500 statushouders, in afwachting van een huis. 1000 van hen zullen in Rotterdam blijven, de andere 500 gaan rond Rotterdam wonen. Omdat deze statushouders nu al in Rotterdam verblijven, geeft het de gemeente Rotterdam meer mogelijkheden om vroeg met de inburgering te beginnen. 

Van kamp naar community

Veel mensen die in de grote opvanglocaties verblijven, spreken over een verblijf in ‘het kamp’. Dagevos: ‘Het zou mooi zijn als we van een ‘kamp’ naar een ‘community’ kunnen gaan.’ Ook daarvoor ziet hij een kans met de nieuwe spreidingswet, die meer mogelijkheden biedt om kleinere locaties te starten. ‘De kleinere opvanglocaties zijn positief voor de beeldvorming.’ Nu kennen we vooral de beelden van Ter Apel en verhalen over overlast. Maar in sommige gemeenten zijn al positieve ervaringen, waar kleinere groepen tot tevredenheid van iedereen wonen en werken. Neem de gemeenten Meijerestad en Putte, beide in Noord-Brabant, waar de middenstand de nieuwkomers allang niet meer met argwaan bekijkt, maar juist ervaart dat het een oplossing is voor problemen op de arbeidsmarkt. ‘We moeten er het beste van maken, dat geldt zowel voor de nieuwkomers als voor de mensen die al langer in een dorp of stad wonen. Als dat het uitgangspunt is, ontstaat er tweerichtingsverkeer: relaties met werkgevers, met de gemeente en met vrijwilligers. Op die manier kunnen er communities ontstaan waar iedereen profijt van kan hebben. Bijvoorbeeld als activiteiten in een opvanglocatie ook opengesteld worden voor buurtbewoners. Ik denk dan aan horeca of taalles. Maar er zijn veel meer activiteiten te bedenken. Activiteiten die voor iedereen aantrekkelijk kunnen zijn.’ 

Impact maken

‘Onderzoek doet ertoe, daar ben ik van overtuigd. Ik wil impact maken op beleidsprocessen, maar wel altijd op basis van onderzoek. Daarom voel ik me als bijzonder hoogleraar thuis op de Erasmus Universiteit.’ De universiteit wil tenslotte bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken, in nauwe samenwerking met anderen. ‘Bij mijn onderzoeken werk ik veel en graag samen. Met andere onderzoekers van Erasmus School of Social and Behavioural Sciences, met onderzoekers van de afdeling Onderzoek en Business Intelligence (OBI) van gemeente Rotterdam. En natuurlijk ook met onderzoekers van het Sociaal en Cultureel Planbureau en organisaties als het WODC en CBS. Met elkaar weten we meer. Al die verschillende soorten kennis zijn nodig. Het is mooi om elkaar aan te vullen. Dan is de impact groter. Want al het werk moet wel ergens toe leiden.’ 

Onderzoeker
Meer informatie

Dit interview maakt onderdeel uit van Spark. Met deze interviews willen we aandacht geven aan de positieve impact die het onderwijs en onderzoek van de facuteit hebben op de samenleving. De verhalen in Spark geven een inkijkje in waar ESSB-studenten, alumni, medewerkers en onderzoekers warm van worden.

Contact: Marjolein Kooistra, kooistra@essb.eur.nl

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen